Door bij de naamgeving van vleesvervangers te verwijzen naar een dierlijke product, past het alternatieve eiwit in gewoontes en verwachtingspatronen. - Foto: Jan Willem Schouten
In dit artikel
- Van status quo naar nieuw normaal
- Verwijzing naar dierlijk zorgt voor gemakkelijke vervanging
- Dierlijke naam kan ook averechts werken
- Intentie eerst, gedrag volgt
- Rechtszaken om naamgeving 'achterhoedegevecht'
- Nieuwe producten op eigen kracht positioneren
- Andere aanpak voor plantaardige opschaling
- 5 aanbevelingen voor de voedingsindustrie
Alternatieve eiwitbronnen mogen niet in hun productnaam refereren aan de dierlijke producten die ze vervangen, vinden belangenorganisaties in de dierlijke sector. Volgens hen zijn namen als Droomboter en kipstuckjes verwarrend en misleidend. Verwarren deze namen consumenten of is een naam als 'rulgehackt' of havermelk juist een effectief middel om de weifelende flexitariër over de streep te trekken?
In december veranderde Mister Kitchen zijn naam voor een roomboteralternatief naar Droommm. De Nederlandse Zuivelorganisatie (NZO) had zich verzet tegen de oorspronkelijke naam Droomboter, omdat het product geen zuivel bevat. Dit was de zoveelste discussie over de naamgeving van plantaardige producten en de dierlijke producten die ze willen vervangen. In januari van dit jaar stemde het Europese parlement in met een aanpassing aan de wetgeving waardoor visvervangers woorden als âvisâ of âzalm niet in hun naam mogen gebruiken. De producten zijn verwarrend voor de consument, stellen de eisers. Terwijl het alternatief tekortschiet in kwaliteit en voedingswaarde vergeleken met het dierlijke product.
Mis geen enkel topverhaal op Eiwit Trends
Dit premium artikel is enkel beschikbaar voor abonnees
Beperk risico's met betere investeringen
Versterk je ketenpositie met de juiste partners
Versnel innovaties met de nieuwste trends
Beleef journalistiek van top niveau door collega’s, ervaren redacteurs én experts uit de sector.
Alieke Hilhorst
Wendy Noordzij
Chris Polkamp