Bovengemiddeld geschikt voor biologische productie zijn groente-, fruit- en aardappelteelt. Foto: ANP
In dit artikel
Het areaal biologische landbouw is nu 10% van het totaal. Belangrijk voor bioboeren is de afzet via boerderijwinkels en weekmarkten. In deze coronacrisis kunnen die op extra interesse rekenen van de consument.
Het leeuwendeel – 60% – van de biologische landbouwbedrijven in Duitsland bevindt zich in de twee zuidelijke deelstaten Beieren en Baden-Württemberg. Dat signaleert landbouwkenner Dirk Gieschen, initiatiefnemer achter de website Agrar-Trends.
Grote koploper biologische landbouw
Beieren is gerekend naar het areaal onder biologisch regime de grote koploper met ruim 342.000 hectare. Baden-Württemberg komt op krap 158.000 hectare. De vraag is waarom het Zuiden in grotere mate aan chemievrije teelt doet dan elders.
Volgens Gieschen zijn voor de overschakelingsbereid van de boeren vooral twee factoren van doorslaggevend belang; de bedrijfsstructuur en de mogelijkheid voor regionale afzet. Voor dat laatste zijn met name boerderijwinkels van belang en boeren die met hun waren de weekmarkten opgaan. In het Duits heten zij ‘direktvermarkters’.
Kleinere bedrijven voeren boventoon
Qua bedrijfsstructuur geldt voor het zuidelijk deel van Duitsland dat daar de kleinere boeren de boventoon voeren, voor een niet onbelangrijk deel melkveehouders. Bovengemiddeld geschikt voor biologische productie zijn verder de groente-, fruit- en aardappelteelt, constateert althans Gieschen.
Ook de twee noordoostelijke deelstaten Meckelenburg-Voor-Pommeren en Brandenburg zijn sterk van de partij als het over biologische landbouwproductie gaat. Samen met Beieren en Baden-Württemberg hebben ze qua areaal een aandeel van 50% in het totale Duitse bioareaal.
In heel Duitsland had de biolandbouw vorig jaar een aandeel van 10% in het areaal. Het officiële doel van de politiek is dat dit over tien jaar 20% is, ongeacht de vraag hoe goed biologische teelt nu eigenlijk is voor milieu, klimaat en de voedselzekerheid.
Boerderijwinkels en andere boeren die hun producten zelf verkopen, zien momenteel de vraag omhoog schieten
Zoals bekend lopen de opvattingen daarover uiteen. Dat neemt niet weg dat de consument zich juist nu in deze tijden van coronacrisis sterker bewust wordt van de beschikbaarheid van voedselaanbod uit de eigen regio, gelooft Gieschen waar te kunnen nemen. “Boerderijwinkels en andere boeren die hun producten zelf verkopen, zien momenteel de vraag omhoog schieten, vooral als ze hun waren ook online aanbieden.” Veel consumenten kopen nu bewust regionaal om de landbouw en de zelfverkopers ter plaatse te steunen, vermoedt hij.
De vraag naar biologische voeding wordt los daarvan volgens Gieschen mede gestuwd door jongeren die bij hun koopbeslissingen milieu en klimaat willen laten meewegen. Trefwoord: Fridays for future. Deze jongeren hebben op dit moment nog niet zoveel koopkracht, maar dat is een kwestie van tijd.
Doelstelling naar 20%
Gieschen gaat er tegen deze achtergrond van uit dat de doelstelling 20% biologisch in 2030 haalbaar is. Niettemin moet de politiek verder werken aan verbetering van de financiële randvoorwaarden, wil de overstap op bioteelt voor boeren aantrekkelijk zijn. Veel boeren hebben nu bovendien nog de vrees om van de regen in de drup te komen, dat wil zeggen: onder dezelfde prijsdruk te raken, die ze met bioteelt eigenlijk wilden ontvluchten. “Dat frustreert de verdere groei van de biolandbouw in Duitsland”, aldus Gieschen.