Actieplan biologische landbouw oogst lof en kritiek

Het parlement voerde op dinsdag 9 november een eerste debat over de doelstelling om in 2030 25% van het landbouwareaal te hebben omgezet in biologische productie.

Verstoring marktevenwicht

Verschillende Europarlementariërs uitten zorg over een verstoring van het marktevenwicht, als wel de biologische productie toeneemt, maar de vraag daar niet bij aansluit. De Nederlandse Europarlementariër Bert-Jan Ruissen liet blijken niet te twijfelen aan de beste bedoelingen van de Europese Commissie, maar volgens hem maakt de Commissie de verkeerde keuzes. Dat in 2030 25% van het landbouwareaal moet bestaan uit biologische landbouw, doet hem denken aan centraal geleide economieën uit het verleden. “De historie heeft ons geleerd dat die niet succesvol waren. Als het aanbod niet in de pas loopt met de vraag, gaat het niet goed.”

Verschillende invalshoeken

De Europese Commissie zegt dat het plan voor de biologische landbouw verschillende invalshoeken kent. Het gaat niet alleen om de vergroting van het biologisch areaal. Ook de vraag moet worden gestimuleerd, aldus een vertegenwoordiger van de Europese Commissie. Volgens de Commissie is het duidelijk dat biologische producten meer moeten opleveren voor de producenten. De omslag dient niet alleen bij de producenten plaats te hebben, maar ook in de gehele levensmiddelenketen. Volgens de Europese Commissie kunnen overheidsinstellingen daarbij het voortouw nemen, door (meer) biologische producten in het assortiment op te nemen.

‘Alle boeren nodig’

De Oostenrijkse christendemocraat Simone Schmiedtbauer, die voor het Europees Parlement als rapporteur optreedt, zegt dat het niemands bedoeling is een tegenstelling te creëren tussen de gangbare en de biologische landbouw. “We hebben álle boeren nodig. We zullen van elkaar moeten leren. Gangbaar van biologisch en omgekeerd. Maar ook de ene lidstaat van de andere. We moeten de goede landbouwpraktijken met elkaar uitwisselen.”