Afzetprijzen voedingsproducenten naar recordhoogte gestegen

Het is voor de elfde maand op rij dat de PPI-voedingsmiddelen is gestegen. Maar de stijging gaat langzamer dan in de voorbije maanden. Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) berekent voor mei 2022 een PPI van 139,0 (100 = gemiddelde afzetprijs van voedingsmiddelen in 2015). Dat is 0,7% meer dan in april 2022. Vergeleken met mei 2021 is de gemiddelde afzetprijs voor voedingsmiddelen met 22,5% gestegen.

Dat is fors hoger dan de stijging van de consumentenprijsindex (CPI) voor voedingsmiddelen, dat aangeeft wat huishoudens betalen uitgeven voor voeding. Het CBS berekende voor mei dit jaar een CPI van 116,6 (100 = gemiddelde prijs in 2015). Dat is 9,2% hoger dan in mei 2021.

Hogere kosten niet doorberekend aan consumenten

De afzetprijs voor voedingsmiddelen is dus veel harder gestegen dan de prijzen die consumenten betalen. Blijkbaar hebben de afnemers van de voedingsmiddelenindustrie de kostenstijging lang niet volledig doorberekend aan de consumenten.

De stijging van de afzetprijzen in de voedingsindustrie is minder groot dan in de totale industrie. Voor de hele industrie komt het CBS op een PPI in mei van 145. Dat is bijna 29% hoger dan een jaar eerder.

Toegenomen kosten energie en transport

Dergelijke verhogingen van de afzetprijzen zijn niet eerder gezien sinds het CBS in 1981 startte met het berekenen van deze indexen. De statistici schrijven de sterke stijgingen vooral toe aan de toegenomen kosten voor energie en transport. De oorlog in Oekraïne zorgt voor extra opwaartse druk op de prijzen, bovenop de prijsstijgingen die ontstonden door het snelle herstel van de economie na de coronacrisis.