Skip to content

Barbara Baarsma: ‘Retailer verplichten data te leveren’

Updated on:
Achtergrond
Sustainable food
Barbara Baarsma: "Omzet korte keten in Nederland van 5% naar 25% brengen." - Foto: Koos Groenewold

Barbara Baarsma: "Omzet korte keten in Nederland van 5% naar 25% brengen." - Foto: Koos Groenewold

Econoom Barbara Baarsma ziet kortere ketens en kringlooplandbouw in elkaars verlengde werken voor een beter inkomen voor boeren. Maar alleen als die ketens transparant zijn.

De coronacrisis heeft de omzet van korte ketens gestimuleerd. Econoom Barbara Baarsma werd een aantal jaren geleden al wakker geschud door een Braziliaanse boer aan de rand van een onafzienbaar groot sojaveld. Toen hij hoorde dat ze uit Amsterdam kwam, begon de Braziliaan spontaan lof te zingen over de diversiteit van het Hollandse agrarische landschap. En werd de econoom zich bewust van haar blinde vlek voor wat zich in de eigen achtertuin afspeelde. Voor hoe eenvoudig én nuttig het juist in Nederland kan zijn om productie en consumptie van voedsel in kortere en transparantere ketens te organiseren.

Mededingingsrecht biedt meer haakjes dan boeren gebruiken

U heeft het veel over die korte keten, vanuit uw kantoor in Amsterdam. Daar wordt vanaf het platteland weleens wat wantrouwig naar gekeken.

“Het gaat over ons voedselsysteem, dat de volle breedte van de welvaart van ons allemaal beïnvloedt. Kringlooplandbouw en de korte keten als aanvulling op de lange, op export gerichte ketens, zijn mogelijkheden om ons voedselsysteem robuuster te maken.”

De angst is dat er tegenover alle duurzaamheidsinspanningen geen eerlijke prijs staat.

“In de economie spreken we van een volwaardige prijs als die de effecten op de maatschappelijke welvaart weerspiegelt. Mijn proefschrift ging over het internaliseren van externe effecten: alles wat wel waarde heeft, maar geen prijs op de markt, toch in geld uitdrukken. En juist bij een thema als verduurzaming gaat het vaak over dat soort externe effecten. Voor mij als econoom is het altijd een drijfveer geweest om de prijzen van producten een zo goed mogelijke weergave te laten zijn van milieu-effecten en andere welvaartseffecten.”

Interview gaat verder onder de video

Getuige de onvrede bij veel boeren én een hoop consumenten lukt dat nu niet zo best.

“De korte keten kan de transitie naar kringlooplandbouw ondersteunen én boeren en tuinders meer grip laten krijgen op de prijsvorming. Tegelijk vind ik de tegenstelling tussen een lange, op export gerichte keten en een korte, regionale keten, niet heel zinvol. Beide kunnen naast elkaar bestaan. Ik pleit ervoor dat we van de 5% die nu via korte ketens gaat, 25% maken. Dat betekent nog altijd 75% in de langere keten. Overigens gaat minstens de helft van onze export naar buurlanden. Maar daarnaast zijn er dus ook wereldwijde ketens.

In die lange, exportgerichte keten is de boer overgeleverd aan internationale prijsconcurrentie, aan een internationale markt waarop voornamelijk bulkproducten worden verhandeld en de boer prijsnemer is. Vaak weet hij op het moment dat de producten het erf verlaten nog niet eens wat die prijs zal zijn en wie zijn eindafnemer is.

Hét kenmerk van een korte keten is nu juist dat de boer veel directer in relatie met zijn eindgebruikers staat. In zo’n keten kan de boer veel duidelijker het product en de productiewijze voor het voetlicht brengen – inclusief de bijdrage aan bijvoorbeeld biodiversiteit, aan reductie van broeikasgassen of aan de afremming van bodemdaling van veenweidegronden, om maar wat te noemen. De korte keten zet de boer veel meer aan het roer.”

Nu hebben boeren vooral het idee dat de retailer aan het roer staat. Die weet alles van de voorkeuren van de consument, maar houdt die kennis graag voor zich?

“Een ander kenmerk van een korte keten is dat er een beperkt aantal ketenspelers is met onderling een actieve samenwerking. Met een dialoog over wat het handelen van de een betekent voor de ander. En dat is van essentieel belang, als je voor zulke belangrijke transities als kringlooplandbouw of een energietransitie staat. Dat we dan begrip voor elkaar kweken en dat we niet boos of bokkig op het Malieveld tegenover elkaar staan.”

Baarsma: "De korte keten zet de boer veel meer aan het roer." - Foto: Koos Groenewold
Baarsma: "De korte keten zet de boer veel meer aan het roer." - Foto: Koos Groenewold

Een keten van een retailer met eigen telers en met eigen logistiek is dus ook een korte keten, in elk geval als het om het binnenlands product gaat?

“Niet als de boer prijsnemer is in die keten en de door de maatschappij gewenste verduurzaming niet een verdienmodel is, maar louter een kostenpost. Ik zie drie knelpunten voor verduurzaming in de landbouw. Ten eerste kunnen consumenten een duurzaam product op dit moment niet onderscheiden van een niet-duurzaam product. En alleen goed geïnformeerde consumenten kunnen met hun keuze meesturen richting kringlooplandbouw.

Ten tweede is er op dit moment in veel agrarische sectoren een overcapaciteit. De vraag houdt geen gelijke tred met de toename van de productie van – in de meeste gevallen – nog steeds een bulkproduct. En ten derde is er beperkte samenwerking tussen de producenten, ondanks het feit dat de Mededingingswet en de Europese landbouwregels meer toestaan.”

Wet- en regelgeving ten gunste van de boer. Zit daar nog meer van in de pijpleiding?

“Een van de aanbevelingen van de Taskforce Verdienvermogen Kringlooplandbouw is: bouw een kringloopdashboard waarin alle partijen in de voedselketen zichtbaar maken wat hun ecologische voetafdruk is. Het is aan de overheid om alle partijen te verplichten om data te leveren voor dat kringloopdashboard, ook de retail en buitenlandse partijen die in Nederland landbouw- en voedselproducten aanbieden of afnemen. Daarmee kunnen de boeren ook profiteren van de data die zij produceren.

Zolang dat dashboard en de wettelijke plicht om data te delen er nog niet is, zou ik zeggen: doe ervaring op in de korte keten. Nu zijn die data in handen van de machtigste schakels in de lange ketens, met name de retail; terwijl boeren veel data produceren, maar die gratis weggeven aan andere ketenpartijen in plaats van er zelf wijzer van te worden. Korte ketens maken het beter mogelijk om de data voor alle ketenpartijen beschikbaar te houden en er samen van te leren.”

Wie bepaalt wanneer een ecologische voetafdruk goed genoeg is?

“Uiteindelijk stelt de overheid die norm vast. Zo’n dashboard – dat is het mooie – wordt óók een benchmark. Er zal een prikkel van uitgaan om bij de 10% beste te behoren. En dan gaat die norm ook steeds een beetje bewegen richting wat nodig is om kringlooplandbouw voor elkaar te krijgen. En alle gelden die er nu zijn, bijvoorbeeld de Europese subsidiegelden, maar ook nationale potjes, die kun je met dat dashboard sturen naar met name die partijen die die beweging naar verduurzaming willen en kunnen maken. Wie niet bijdraagt aan die beweging krijgt minder of zelfs niks uit die potjes. En het dashboard kun je ook weer gebruiken om de consument te informeren.”

Dat lijkt wel op wat PlanetProof en andere duurzaamheidskeurmerken ook al proberen te doen.

“Mooi keurmerk. Nu hebben allerlei verschillende partijen echter allemaal hun eigen systeem. Met een woud aan certificaten en keurmerken als gevolg. Het voordeel van het dashboard is dat het een compleet en eenduidig beeld geeft. Daarnaast zijn regulerende milieu- en klimaatheffingen van overheidswege nodig. Het gaat om beprijzing van schadelijke emissies maar óók van alle positieve externe effecten. Het zou mooi zijn als de consument bereid is daarvoor een meerprijs te betalen. Maar in ieder geval heeft de overheid hiermee een beleidsinstrument om subsidies gericht in te zetten, en de kringlooplandbouw echt áán te zetten.

Soms wordt er wel eens van gemaakt dat die korte keten een stap terug is naar de kleinschaligheid en romantiek van gisteren. Maar de korte keten biedt bij uitstek ook experimenteerruimte om hoogtechnologisch aan de slag te gaan met dingen als precisielandbouw, robotisering en automatisering. En om van de data die daaruit voortkomen te leren.”

Snel delen