Koelvitrine in de supermarkt met verpakt vlees. Foto: ANP
Zoeken naar nieuwe verdienmodellen is een soort heilige graal in de food- en agribusiness.
Meer verdienen per product. Dat geeft ruimte om duurzamer te produceren en dan krijgt toch iedereen zijn deel van de marge. Wie wil dat niet, met minder produceren een inkomen halen en nog duurzaam bezig zijn ook. De praktijk blijkt weerbarstig. Een voorbeeld is het rundvlees dat in supermarkten ligt. Ketens rollen over elkaar heen met weer een nieuw concept voor beter, duurzamer vlees. Bij voorkeur van Nederlandse bodem en met aandacht voor het verdienmodel van de boer.
De inkopers willen zekerheid over kwaliteit in combinatie met leveringszekerheid voor die grotere volumes
Voor kleine ketens en niet te vergeten de slager is het makkelijker om in te spelen op die trend. Met minder winkels en kleinere volumes is de distributie makkelijker. Luxe rundvlees van Nederlands vleesvee vind je bij de keurslagers en bij supermarktketens zoals Plus en Boni, om er een paar te noemen.
Maar voor de grote supermarkten als Albert Heijn en Jumbo blijkt het lastiger, dan gaat het om meer winkels en grotere hoeveelheden. De inkopers willen zekerheid over kwaliteit in combinatie met leveringszekerheid voor die grotere volumes. En dan ook voor een concurrerende prijs uiteraard. Dat is lastig te regelen via een enkele leverancier waar tientallen relatief kleine vleesveebedrijven aan leveren.
Sleutel voor succes ligt bij consument
Veel makkelijker is het dan om de grote hoeveelheden via een inmiddels groot label als Beter Leven te laten lopen. Constante aanvoer inclusief een inmiddels algemeen geaccepteerd label voor dierenwelzijn. De verleiding lijkt groot om daar als retailer een eigen label aan te hangen met een mooie naam en het daar bij te laten. De sleutel voor succes ligt ook hier bij de consument. Als die bereid is om te betalen, dan hoeft het niet lastig te zijn. Onmogelijk is het in ieder geval niet.
