Skip to content

Britse interesse voor Nederlandse agritech blijft

Updated on:
Business
Achtergrond
Britse grote supermarkten stellen steeds strengere eisen aan de boeren die hen voedingswaren mogen leveren. Foto: ANP

Britse grote supermarkten stellen steeds strengere eisen aan de boeren die hen voedingswaren mogen leveren. Foto: ANP

Britse boer en tuinder zoekt technologische oplossingen voor uitdagingen. Dat biedt kansen voor Nederlandse agritech-specialisten.

Britse boeren en tuinders hebben grote interesse in de Nederlandse kennis en kunde op het gebied van agritech. Verduurzaming, efficiënter produceren, verbetering van de water- of grondkwaliteit zijn onderwerpen die, ook na brexit, in Britse landbouwkringen hoog op de agenda staan. Nederlandse kennis en kunde kan daar uitstekend bij van pas komen. Dat stelt John Giles, directeur van onderzoeksbureau Pilar, die in opdracht van de Nederlandse ambassade in Londen een rapport schreef over de agritech-kansen die het Verenigd Koninkrijk biedt.

Eisen van supermarkten

“Britse agrariërs hebben te maken met druk van twee kanten. Je hebt een ‘pull’ factor van de grote supermarkten. Die zijn al jaren verwikkeld in een onverbiddelijke prijzenoorlog, maar concurreren steeds meer ook op duurzaamheid, de productiewijze en soortgelijke zaken. Dat betekent dat ze steeds strengere eisen stellen aan de boeren die hen voedingswaren mogen leveren.”

Die grote supermarkten hebben vaak een sterke binding met de primaire producent. Een bekend voorbeeld zijn de zogenoemde melkpools, waarbij een geselecteerde groep melkveehouders – via de verwerker – mag leveren aan de supermarkt maar zich dan wel aan strikte eisen op het gebied van kwaliteit, maar zeker ook dierenwelzijn moeten houden. Dat die eisen ver gaan, blijkt bijvoorbeeld bij Sainsbury’s dat onlangs van ‘zijn’ melkveehouders eiste dat ze exclusief sperma van twee Genus Angus stieren moeten gebruiken om zo het duurdere vlees te kunnen leveren dat de winkelier graag wil verkopen.

Het VK is voor veel voedingswaren verre van zelfvoorzienend en daar maken ze zich zorgen over

Giles: “Aan de andere kant heb je de Britse overheid die na het uittreden uit de EU zijn eigen landbouwbeleid in moet vullen. Ook daarin staan duurzaamheid, natuur en milieu weer centraal. Dat leidt de komende tijd tot nieuwe eisen waar boer en tuinder aan moeten voldoen. Het is een onontgonnen terrein waar nog veel ingevuld zal moeten worden. Die overheid hamert er verder voortdurend op dat de productiviteit in de land- en tuinbouw omhoog moet. Het VK is voor veel voedingswaren verre van zelfvoorzienend en daar maken ze zich zorgen over, zeker nu de garantie van de voedselvoorziening overal veel aandacht krijgt. Britse boeren kijken met afgunst naar de hoge productiviteit in Nederland en hopen daar ook van te leren.”

Al bekende namen in het VK

Nederlandse agritech-specialisten kunnen bij dat alles een belangrijke rol spelen, denkt de onderzoeker. “Nederland heeft een uitstekende reputatie hier. Grote bedrijven in de agrofoodsector zijn al bekende namen in het VK. ForFarmers is één van de grootste voerleveranciers, Lely is een bekende naam als we het hebben over melkmachines. Iedereen kent ook het enorme kassencomplex Thanet Earth in Kent dat door Nederlandse tuinders is opgezet. Om het maar niet te hebben over Wageningen, dat heeft onder de Britten net als elders in de wereld een wereldreputatie.”

Contacten met Britten

Hoe kom je als agritech-specialist in contact met Britse geïnteresseerden? “Dat kan op vele manieren. De landbouwattaché op de ambassade in Londen is een goede ingang. Je kan ook denken aan de National Farmers Union en de andere boerenbonden. Die kopen uiteraard niet zelf in, maar hebben wel een uitgebreid netwerk. Agrarische shows zijn, als ze eenmaal weer gehouden worden, ook een uitstekende gelegenheid om rechtstreeks in contact te komen.”

Giles heeft daarbij nog wel een praktisch advies: “Probeer geen ‘kit’ te verkopen, dat werkt niet. Het gaat om kennis, kunde én de Nederlandse ervaring. Dat betekent dat je hier ook zelf naar toe zal moeten komen om persoonlijke contacten te leggen of in ieder geval een vertegenwoordiger moet hebben.”

Snel delen

Afbeelding
Ruud Peijs

Freelance redacteur