Palmolie heeft volgens experts een negatief beeld, terwijl dat in werkelijkheid genuanceerder ligt. Foto: Canva
In dit artikel
Palmolie is een veel gebruikt ingrediënt in de voedingsmiddelenindustrie vanwege zijn unieke eigenschappen, maar de productie ervan kan ook met negatieve gevolgen gepaard gaan zoals ontbossing en mensenrechtenschending. Sommige fabrikanten en consumenten keren zich om deze redenen tegen palmolie. De Europese Unie wil de ontbossing onder andere door winning van palmolie voor eens en altijd uitbannen door middel van een nieuwe verordening. Wat voor effect gaat dit hebben op de voedingsmiddelenindustrie?
De EU is bezig met het instellen van wetgeving om producten die verbonden zijn aan ontbossing te weren van de Europese markt. Voor de grondstoffen: palmolie, rundvlees, soja, koffie, cacao, hout en rubber moeten bedrijven kunnen aantonen dat deze voortkomen uit ontbossingsvrije condities. De grondstoffen moeten te herleiden zijn tot een geolocatie, waaruit blijkt dat de productie hiervan niet heeft bijgedragen aan ontbossing sinds 31 december 2020.
“De nieuwe wet zal ervoor zorgen dat een reeks belangrijke goederen die op de markt worden gebracht, niet langer zullen bijdragen aan ontbossing en aantasting van bossen in de EU en elders in de wereld”, aldus de Europese Commissie. “Wanneer de nieuwe regels in werking treden, zullen alle betrokken bedrijven strenge zorgvuldigheidseisen moeten stellen als zij producten op de EU-markt brengen.” De wet gaat ook gelden op afgeleiden van de zeven grondstoffen.
EU grootste importeur duurzame palmolie
Marieke Leegwater is palmolie-expert bij Solidaridad. “Europa is de grootste importeur van gecertificeerde palmolie en drijft daarmee het verduurzamen van de industrie. Sinds 2020 is een dalende trend zichtbaar in de hoeveelheid palmolie die door de EU wordt geïmporteerd. Dit komt onder andere doordat de productie van biodiesel aan banden is gelegd in 2020, waarvoor ook palmolie wordt gebruikt. Van het totale volume palmolie wereldwijd neemt de EU ongeveer 11% af (2022). Toch is de Europese markt belangrijk voor oliemolens en boeren, omdat er wordt gewerkt met langdurige contracten en de EU bereid is om meer te betalen voor duurzaam gecertificeerde palmolie. Daardoor neemt Europa juist 46% van alle duurzaam geproduceerde palmolie af.
Voor de voedingsmiddelenindustrie is palmolie een belangrijke grondstof. Het is smeerbaar op kamertemperatuur, heeft een smeuïg mondgevoel en is smaakloos. Hierdoor kan het gebruikt worden als drager van smaakstoffen en aroma’s. Palmolie wordt bijna altijd gecombineerd met andere oliën en vetten, de samenstelling hiervan bepaalt de structuur: knapperig, stevig, lucht. Verder blijft palmolie stabiel bij hoge temperaturen en is relatief goedkoop.
Voedingsindustrie open voor wetgeving met rol certificering
De nieuwe Europese ontbossingswet moet ervoor zorgen dat de bijdrage van Europa aan de globale ontbossing door de Europese consumptie daalt. De Federatie Nederlandse Levensmiddelen Industrie (FNLI) zegt dat de wet ingrijpende gevolgen kan hebben voor de voedingsfabrikanten en dat bedrijven daarom snel meer duidelijkheid nodig hebben. Cees-Jan Adema van de FNLI: “We zijn blij dat het gaat om een Europese wet, want onze leden zijn actief op de Europese markt. Ik vind het ook terecht dat wanneer een producent een product op de markt brengt, er wordt gevraagd: hoe, waar en onder welke omstandigheden is dit geproduceerd? Daar moet verantwoording voor worden afgelegd.”
Hoewel de FNLI de noodzaak ziet voor de wet, ziet zij ook vooral uitdagingen in de uitvoerbaarheid. Hoe worden palmoliestromen gescheiden gehouden, hoe definieer je een perceel en hoe zit het met de handhaving? MVO, de ketenorganisatie voor oliën en vetten, denkt dat het al een stap in de goede richting is als de EU-regelgeving certificeringsschema’s, zoals Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO), erkent zodat bedrijven voort kunnen bouwen op de zekerheid die deze schema’s al bieden. “Wij zijn voor een aanpak van ontbossing, maar we willen dubbele administratie voorkomen. Certificeringschema’s kunnen een constructieve rol spelen in de ontbossingswet. Deze regels zijn al zeer bruikbaar gebleken en bieden houvast.”
Ik voorzie geen tekort aan palmolie omdat de voedingsindustrie al voor een groot deel duurzame olie gebruikt
In 2021 importeerde Nederland 2,7 miljoen ton palmolie, volgens Dutch Alliance for Sustainable Palm Oil (DASPO). Hiervan is 234,000 ton (8%) gebruikt voor de Nederlandse voedingsmiddelenindustrie. Hiervan is 89% duurzaam gecertificeerd. 86.000 ton (3%) is gebruikt in de Nederlandse diervoerderindustrie. Voor palmolie is er één breed gedragen keurmerk voor duurzaamheid: Roundtable on Sustainable Palm Oil (RSPO). Van alle palmolie wereldwijd is 19% RSPO-gecertificeerd.
Ontbossing aanpak vraagt stevige regelgeving
Ruben Brunsveld is deputy Director Europa, Midden-Oosten en Afrika bij RSPO. Over het algemeen steunen hij en zijn organisatie de ontbossingsverordering van de EU. “De EU heeft een bijdrage van 10-15% aan de ontbossing door onze consumptie. Het is daarom belangrijk dat er een stevige aanpak komt om dit tegen te gaan.” In de RSPO certificering wordt ontbossing ook meegenomen als vereisten.
Daarnaast worden eisen gesteld op gebied van milieu, mensenrechten en ontwikkeling van het gebied. “Met 93% gecertificeerd duurzame palmolie in de voedings-, diervoeder- en oleochemische industrie is Europa is verreweg de grootste importeur van gecertificeerde palmolie. De ontbossingswet moet er niet voor zorgen dat we minder palmolie gaan importeren, want dan verschuift de verkoop naar landen met lagere duurzaamheidseisen. Het milieu en de boeren in producerende landen worden dan juist harder geraakt.”
Kleine boeren de dupe
De oliepalm levert een stabiele oogst en de prijzen voor de palmolie zijn ook redelijk stabiel. “Het zorgt daarmee ook voor welvaart in armere landen en bij kleine boeren. Die kunnen dankzij de olie hun kinderen naar school sturen,” zegt Leegwater. Zij vindt het goed dat de Europese Unie hoge eisen stelt aan duurzaamheid, maar maakt zich wel zorgen wat dit betekent voor de mogelijkheden van kleine boeren om aan de Europese Unie te kunnen leveren.
“Ik ben bang dat voedingsbedrijven kiezen voor grotere plantages omdat zij al voldoen aan de gestelde eisen. Kleine boeren vallen hierdoor buiten de boot, omdat het moeilijk haalbaar is voor hen om met geolocatie aan te tonen dat er geen ontbossing heeft plaatsgevonden.” Deze kleine boeren zijn goed voor ongeveer 25-33% van het totale volume palmolie. “Die zou je nu afsnijden van de Europese markt en je geeft ze geen drive om duurzamer te worden.”
Palmolie enorm efficiënt
Palmolie heeft volgens experts een negatief beeld, terwijl dat in werkelijkheid genuanceerder ligt. “De ontbossingspiek lag in de jaren 80”, zegt Brunsveld. “Dat betekent niet dat er nu geen ontbossing plaatsvindt voor palmolie, maar het is een stuk minder dan twintig jaar geleden.” Het negatieve beeld rondom palmolie is zo ver doorgeslagen dat consumenten producten met palmolie mijden. The Flower Farm biedt voedingsmiddelen zonder palmolie aan, omdat dat beter zou zijn voor de planeet. Becel en Calvé gebruiken beide duurzaam gecertificeerde palmolie. Zij bieden echter ook alternatieven aan zonder palmolie voor sommige pindakazen en margarine.
Voor palmolie is veel minder grond en water nodig
Maar als je palmolie uit je product haalt, moet je het wel vervangen met iets anders. En volgens deskundigen is palmolie juist duurzamer dan veel andere plantaardige oliën. “Voor palmolie is veel minder grond en water nodig”, legt Leegwater uit. “Een oliepalm produceert drie tot vier keer meer plantaardige olie per hectare. Als andere oliegewassen aan de vraag van plantaardige oliën zou moeten voldoen, leidt dat tot veel grotere verliezen aan bos.”
Ook hoogleraar landbouweconomie en plattelandsontwikkeling Matin Qaim (Universiteit van Göttingen) betoogt dat palmolie vele malen efficiënter is: “Met andere woorden, het vervangen van palmolie door andere plantaardige oliën zou de ecologische en klimaatvoetafdruk van de productie niet verkleinen, maar juist vergroten.” De nieuwe EU-regelgeving biedt volgens Brunsveld dan ook juist een kans om het negatieve imago van palmolie te veranderen. Deze kunnen aan consumenten duidelijk maken dat het product juist een positieve bijdrage kan leveren, als het op verantwoorde wijze wordt geproduceerd.
RSPO past zich aan aan ontbossingswet
Dat de ontbossingswet ook gaat gelden voor palmolie gaat gevolgen hebben voor de voedingsindustrie. Brunsveld krijgt veel vragen vanuit bedrijven over de wet en welke consequenties dit gaat hebben: “We kunnen op dit moment nog niet zeggen dat als je een certificering hebt, die automatisch voldoet aan de EU-ontbossingswet. Bedrijven zijn in ieder geval wel veel beter voorbereid als ze al aan onze certificering voldoen. We zijn nu bezig met het analyseren, waar de verschillen zitten tussen onze standaarden en de vereisten van de nieuwe wet, zodat we onze leden op de beste manier kunnen ondersteunen.”
Brunsveld denkt niet dat de voedingsmiddelenindustrie op het gebied van palmolie tegen enorme problemen aan gaat lopen. “De voedingsmiddelensector loopt in Nederland ver voorop. 89% van alle palmolie is al gecertificeerd. De grootste uitdaging is de traceerbaarheid, maar ik denk dat dat voor elkaar te krijgen is in overgangsperiode van 18 maanden. Ik voorzie geen tekort aan palmolie.” De periode van 18 maanden geldt voor grote bedrijven, kleine en micro-ondernemingen krijgen wat langer de tijd, 24 maanden.
Traceerbaarheid grootste uitdaging
De traceerbaarheid is volgens alle partijen een uitdaging. Er zijn nu verschillende supply chain certificaten die aangeven dat palmolie duurzaam is. Dit kan in de vorm van credits. Daarbij kopen producenten duurzaam gecertificeerd in, maar hoeft de fysieke palmolie in het product zelf niet gecertificeerd te zijn. Daarnaast zijn er de opties: mass balance (MB), segregated (SEG) en identity preserved (IP). IP is gecertificeerd en kan nu al worden getraceerd tot de plek van productie.
Bij SEG wordt de gecertificeerde stroom weliswaar apart gehouden, maar het kan momenteel worden herleid tot de molen. Voor MB is het nog gecompliceerder, omdat bij MB gecertificeerde en niet-gecertificeerde palmolie worden gemengd. Dat betekent volgens Brunsveld niet dat MB en SEG straks niet meer zijn toegelaten. “Maar het betekent wel dat je ook bij het gebruik van die modellen moet kunnen aantonen dat 100% van de palmolie (ook het niet gecertificeerde deel in MB) legaal is en niet heeft bijgedragen aan ontbossing.”
“Palmolie is een grondstof die belangrijk blijft in voeding”, denkt Leegwater. “We moeten in gesprek blijven als Europa met exporterende landen en onze rol nemen in het verduurzamen van palmolie. Niet boycotten, maar ons samen inzetten voor duurzame palmolie met respect voor mens en milieu.”