Consument: bedrijven sturende rol in plantaardig eten

Door middel van een steekproef onder 8.575 Nederlanders is gekeken hoe de Nederlander de eiwittransitie ziet. 72% vindt dat er minder dierlijke producten geconsumeerd moeten worden. Consumenten worden zelf het meest als verantwoordelijk gezien. Slechts 4% vindt dat de gehele verantwoordelijkheid bij deze groep ligt, de meeste Nederlanders zien een sturende rol voor bedrijven (voedselproducenten, horeca en supermarkten) als het gaat om consumptie van dierlijke producten. Ondervraagden vinden dat deze partijen meer kunnen doen om plantaardige producten te stimuleren. Het vergroten van het plantaardige aanbod is het populairst (80%). Ook het duurder maken van vlees (58%) of het vervangen van dierlijke ingrediënten door plantaardige (67%) wordt door meer dan de helft van de ondervraagden als oplossingen gezien. Goedkopere plantaardige producten krijgen ook een sterke voorkeur van de Nederlanders.

Vertrouwen in wetenschap

Hoewel consumenten dus het gevoel hebben dat een plantaardige verandering ook vanuit de bedrijven moet komen, is het vertrouwen in de voedselindustrie niet groot. Maar een kwart van de Nederlanders geeft aan vertrouwen te hebben in de voedselindustrie als bron van informatie. Het vertrouwen in de plantaardige industrie is 11% groter dan in de dierlijke productie. De wetenschap wordt nog altijd door de Nederlanders als beste bron gezien.

Steeds meer Nederlanders eten minder vlees. In 2019 noemde 38% zich nog flexitariër, in 2020 is dat gestegen naar 46%. Het percentage vegetariërs en veganisten bleef nagenoeg hetzelfde, 7% van de ondervraagden eet helemaal geen vlees.