Consument positief over coating op groente en fruit bij kennis over doel

Daarvoor moeten ze echter wel eerst geïnformeerd zijn over het doel, de duurzaamheidsvoordelen en de plantaardige oorsprong van de coating. Dat blijkt uit onderzoek van Wageningen Food and Biobased Research (WFBR) in opdracht van Apeel Sciences. In de VS en veel andere landen mogen eetbare coatings worden aangebracht op alle verse producten, maar in Europa zijn toepassingen van dit soort additieven na de oogst alleen toegestaan ​​voor fruit met schillen die doorgaans niet worden geconsumeerd (bijv. citrusvruchten, avocado’s ).

Voedselverspilling

“Voedselverspilling heeft een enorme impact op ons klimaat. De toepassing van dergelijke innovaties die voedselverspilling kunnen tegengaan, is daarom hard nodig om de duurzaamheidsdoelen van zowel Nederland als Europa te halen”, aldus Sanne Stroosnijder, één van de onderzoekers. “Tot nu toe was er echter weinig bekend over wat de Europese consument weet over dergelijke beschermende coatings, hoe zij deze waarnemen en hoe zij daarover geïnformeerd willen worden.”

Consument heeft weinig besef en kennis

Uit het onderzoek blijkt dat de consument weinig besef en kennis heeft van wat er na de oogst voor middelen worden toegepast op groenten en fruit. Ook heeft de manier waarop gecommuniceerd wordt over de additieven een sterke invloed op de perceptie. De huidige manier van communiceren, waarbij een E-nummer of de naam van een ingrediënt wordt genoemd, ervaren ze als negatief. Na informatie te hebben gekregen over het doel van het ingrediënt, verandert de perceptie op positief vlak.

Informatie over doel van de additieven

Daarnaast geven consumenten aan voorkeur te geven aan transparantie over het gebruik van na-oogst additieven. Tegelijk doen ze weinig moeite om meer te weten te komen over de voedingsproducten en ingrediënten die ze kopen of consumeren. De onderzoekers raden daarom aan om het gebruik van additieven na de oogst altijd te benoemen. Daarbij moet beknopte informatie gegeven worden over het doel van de additieven in plaats van alleen maar de naam van het ingrediënt of he E-nummer. Het zou daarnaast beter zijn om deze informatie niet op individuele producten te zetten, maar om andere manieren van communicatie te onderzoeken. Het onderzoek bestond uit twee consumentenonderzoeken. Eerst werden focusgroepgesprekken gevoerd met Nederlandse consumenten. Daarna werd een online vragenlijst uitgezet in Nederland, België, Duitsland, Spanje en Frankrijk.