Skip to content

Hoogleraar: supermarkt moet verantwoording afleggen aan consument

Consumenten hebben weinig invloed op het aanbod van voeding in supermarkten.

Updated on:
Achtergrond
Retail
Consumenten kunnen duurzaamheid bevorderen door te kiezen voor lokaal geproduceerde seizoensgebonden producten. Foto: Albert Heijn/Yasmin Hargreaves premium

Consumenten kunnen duurzaamheid bevorderen door te kiezen voor lokaal geproduceerde seizoensgebonden producten. Foto: Albert Heijn/Yasmin Hargreaves

Consumenten hebben weinig invloed op het aanbod van voeding in supermarkten. Daarom pleit hoogleraar Imke de Boer voor een verplicht burgerpanel, dat zeggenschap krijgt over het beleid van de supermarkt.

Supermarkten leggen verantwoording af aan hun aandeelhouders. Maar dat moeten deze bedrijven eigenlijk ook doen aan consumenten. Dat vindt Imke de Boer, hoogleraar Dieren en Duurzame voedselsystemen aan Wageningen University. De Boer pleit ervoor dat supermarkten wettelijk verplicht worden een burgerpanel in te stellen. Dit panel moet zeggenschap krijgen over het beleid van de supermarkt. De Boer opperde dit idee onlangs op een bijeenkomst in Wageningen, waar ze met studenten en WUR-medewerkers sprak over een duurzaam voedselsysteem. “Supermarkten spelen een centrale rol in de voedselvoorziening. Nu hebben consumenten weinig invloed op het aanbod van voeding in de supermarkt. Een burgerpanel kan dat verbeteren.”

Een voedselvisie

De bijeenkomst in Wageningen draaide om de vraag hoe je een echt duurzaam voedselsysteem opzet, dat ervoor zorgt dat alle mensen in 2050 voldoende te eten hebben binnen de draagkracht van onze planeet. Deze vraag stond ook centraal in de Food System Vision Prize van de Amerikaanse Rockefeller Foundation. Samen met een groep innovatieve boeren en creatieve voedselsysteemdenkers ontwikkelde De Boer voor deze wedstrijd een voedselvisie die door de Rockefeller Foundation werd geplaatst in de top 10 uit ruim 1.300 inzendingen. Deze visie voor het voedselsysteem in Nederland kreeg de titel ‘Terug naar de roots van het Nederlandse voedselsysteem: van meer naar beter’.

Zes gebieden in Nederland

De visie heeft drie kernpunten: de transitie van een lineair naar een circulair voedselsysteem; een meer plantaardig, lokaal en seizoensgebonden dieet; en een nieuwe economie. De visie is uitgewerkt voor zes gebieden in Nederland waar voedsel geproduceerd kan worden. Dat zijn het vruchtbare akkerbouwgebied, steden en hun achterland, het rivierengebied, het mariene gebied, het kustgebied en gebieden met gemeenschapslandbouw. Dat laatste zijn initiatieven waarbij de consumenten betrokken zijn bij de productie van voedsel.

Circulair voedselsysteem

In ‘Terug naar de roots’ moet het voedselsysteem circulair zijn. Een duurzame economie moet dat ondersteunen. De Boer: “Ook zullen we mensen opnieuw moeten verbinden met hun voedsel. Pas wanneer je weet hoeveel arbeid, tijd en liefde het kost om voedsel te produceren zul je minder voedsel gaan verspillen. Het gaat ook om het creëren van een gezondere voedselomgeving. Uit onderzoek van Wageningen University, de Vrije Universiteit Amsterdam en de Universiteit Utrecht blijkt dat maar liefst 79% van de voedingsmiddelen die supermarkten aanbieden niet in de Schijf van Vijf staan. Dat moet anders.”
Pas wanneer je weet hoeveel arbeid, tijd en liefde het kost om voedsel te produceren zul je minder voedsel gaan verspillen
Een ander centraal punt in de visie is dat mensen in hoge inkomenslanden meer plantaardig en minder dierlijk voedsel zouden moeten consumeren. De Boer: “Wereldwijd wordt 40% van alle landbouwgrond gebruikt om diervoer te produceren, terwijl je daar ook voedselgewassen kan verbouwen. In juni verschijnt mijn boek ‘Past het dier nog op ons bord?’. Daarin beschrijf ik op een persoonlijke manier waarom we in Nederland minder dierlijk en meer plantaardig zouden moeten eten.”

Mengteelten

In ‘Terug naar de roots’ worden voedingsgewassen verbouwd in mengteelten, liefst zonder gewasbeschermingsmiddelen. WUR test dergelijke teeltsystemen op de Boerderij van de Toekomst in Lelystad. De Boer: “Je kunt met mengteelten vergelijkbare hectareopbrengsten halen als met monoculturen. Mengteelten vragen echter veel meer arbeid, maar door robotisering is dat te ondervangen.” De landbouwgebieden leveren voedsel aan de stedelijke gebieden. Volgens De Boer kunnen de stedelijke gebieden niet voldoende voedsel produceren voor de eigen inwoners. “Ook niet met verticale landbouw. Dat is te duur. De stedelijke gebieden hebben het platteland nodig voor de voedselproductie. De stad is daarom een nutriënten-hotspot. Ze voert via voedsel veel mineralen aan. De mineralen in voedselafval en onze eigen uitwerpselen moeten weer terug naar de akkers. Dat betekent bijvoorbeeld verontreinigingen uit het rioolslib halen, of juist de mineralen eruit halen.”

Water

Voedsel kan ook in water worden geproduceerd. Ongeveer 70% van het aardoppervlak bestaat uit water. Maar de Boer ziet daar beperkingen. “We kunnen niet nog meer vissen uit de zee halen. Bovendien zijn grote delen van de oceaan arm aan mineralen, vergelijkbaar met een woestijn op het land. Dat beperkt de mogelijkheden om voedsel te produceren. De potentie om voedsel te produceren is groter op het land dan in de zee.”

Verbinden met voedsel

In een toekomstbestendig voedselsysteem hebben mensen verbinding met het voedsel dat ze consumeren. De Boer: “Pas toen ik zelf voedsel ging telen in mijn eigen groentetuin, merkte ik hoeveel moeite en tijd dit kost. Door die verbinding krijgen mensen begrip voor de boer en zijn ze bereid meer te betalen voor hun eten.” Een ander voorbeeld om mensen en voedsel te verbinden is met een organisatie als Herenboeren. Deze mensen noemen zich prosumenten, consumenten die meehelpen hun eigen voedsel te produceren. Herenboeren is een collectief van families die samen met een boer voedsel produceren op een boerderij die ze gezamenlijk beheren. De dagelijkse leiding is uitbesteed aan een bedrijfsleider, maar de leden helpen ook vaak mee. De Boer: “Dit is niet alleen een nieuwe vorm van voedsel produceren. Het is ook sociaal vernieuwend. Als mensen kennis hebben over de manier waarop hun voedsel wordt geproduceerd verspillen ze minder. Maar zo’n organisatie van prosumenten vergt veel overleg. Dat is niet voor iedereen weggelegd.”
Koop zo veel mogelijk seizoensgebonden voedsel dat lokaal is geproduceerd
In een toekomstig voedselsysteem is minder behoefte aan import van voedingsmiddelen, verwacht De Boer. “Dan importeren we vooral producten die hier niet geteeld kunnen worden, zoals bananen, citrusfruit, koffie en thee.” Het opzetten van een duurzaam voedselsysteem vergt tijd. Consumenten kunnen echter nu al een steentje bijdragen, adviseert De Boer. “Koop zo veel mogelijk seizoensgebonden voedsel dat lokaal is geproduceerd. En stap zo veel mogelijk over op plantaardig eten. Mocht je toch dierlijke producten willen eten, kies dan voor een keurmerk als Beter Leven, dat extra eisen stelt aan dierenwelzijn.” ​

Mis geen enkel topverhaal op Eiwit Trends

Dit premium artikel is enkel beschikbaar voor abonnees

Beperk risico's met betere investeringen

Versterk je ketenpositie met de juiste partners

Versnel innovaties met de nieuwste trends

Beleef journalistiek van top niveau door collega’s, ervaren redacteurs én experts uit de sector.

Afbeelding

Wendy Noordzij

Chris Polkamp

Chris Polkamp

Alieke Hilhorst

Alieke Hilhorst

Abonneer vanaf €2,50/week

Snel delen

Jan Engwerda
Jan Engwerda

Voormalig redacteur