De Groene Weg wil ketenregie bij biologisch rundvlees

Daarvoor wil De Groene Weg (DGW) ketenregisseur worden, net als bij biologisch varkensvlees. Nu komt slechts een klein deel van de biologische runderen als biologisch vlees aan de haak. Het merendeel eindigt als regulier rund- en kalfvlees. Daardoor komt van het biologisch gehakt dat DGW haar afnemers levert maar 18% van de vestiging in Tilburg en de rest uit Duitse slachterijen van moederbedrijf Vion.

Afvoer biologische koeien en kalveren

In de afvoer van biologische koeien en kalveren van melkveebedrijven zit volgens Bakker weinig structuur. Een oplossing zou volgens hem kunnen zijn dat DGW de jonge runderen gaat afnemen om vervolgens op te fokken, af te mesten en te verwaarden. De melkveehouder moet dan wel al zijn af te voeren kalveren en koeien leveren aan DGW. De veehouder ontvangt hiervoor een forse toeslag op basis van de kostenontwikkeling en de markt. De kostenontwikkeling op het gemiddelde bedrijf wordt dan op basis van een nog te ontwikkelen model bepaald door een onafhankelijke derde. Dat is vergelijkbaar met de systematiek bij de varkens.

Op 24 maanden slachten

Een kalf moet hierbij minimaal vier maanden op het melkveebedrijf blijven. Vervolgens gaat het naar een opfokbedrijf waar het de weide of natuur ingaat. De laatste afmestfase, maximaal drie maanden, staan de dieren in een stal. Bakker: “Want er moet wel vet in het gehakt zitten, anders smaakt het niet.” De bedoeling is vervolgens om de dieren op een leeftijd van ruim 24 maanden te slachten. “Ruim twee jaar klinkt in de beleving van de consument veel aangenamer dan zes, twaalf of zestien maanden”, aldus Bakker.

Samenwerking met Agrifirm

De Groene Weg gaat het traject samen met Agrifirm aan. Bakker spreek van een kostprijs van dit bio-kalfsvlees van € 5,50 per kilo. De marktprijs is echter een euro minder. Via de normale weg is dit concept volgens hem dan ook niet rendabel te krijgen. Daarom moet volgens Bakker een stuk van de kosten via de melkprijs terugkomen. Daarvoor wil hij het gesprek aangaan met de zuivelverwerkers en retailorganisaties. Voorzitter René Cruijsen van biologische zuivelcoöperatie Eko Holland Melk op Maat is positief over het initiatief. “Een heel goede zaak. De stierkalveren leven dan langer en worden beter verwaard. Het leidt ook tot een betere afzetstructuur van de slachtkoeien, meer afzet van biologisch rundvlees en een betere en minder fluctuerende opbrengstprijs.” Hij ziet wel een verbeterpunt: “DGW zou de biologische melkveehouders de mogelijkheid kunnen bieden zelf de kalveren onder dezelfde voorwaarden te mesten. Velen hebben daar namelijk wel de ruimte voor. Dat scheelt een schakel, vermindert de transporten, risico’s en kosten en daarmee biedt dat uiteindelijk nog meer rendement voor de biologische melkveehouders.”