Skip to content

Dierenbescherming: dubbeldoelras en uitloop voor vee

Updated on:
Nieuws
Sustainable food
Voor de pluimveehouderij wenst de organisatie ook dubbeldoelrassen: hennen die minder eieren leggen en meer vlees hebben dan huidige legrassen. Foto: Hans Banus

Voor de pluimveehouderij wenst de organisatie ook dubbeldoelrassen: hennen die minder eieren leggen en meer vlees hebben dan huidige legrassen. Foto: Hans Banus

Veehouders werken in 2050 met dubbeldoelrassen, produceren voor Noordwest-Europa en zetten hun vlees, melk en eieren af via korte ketens. Daar wil de Dierenbescherming de komende dertig jaar op inzetten.

De dierenorganisatie doet in zijn visie ‘Deltaplan voor de veehouderij’ uit de doeken hoe de veehouderij er volgens hen in de toekomst uit moet komen te zien en hoe boeren op dat punt moeten komen.

De melkproductie ligt lager dan 9.000 liter per koe per jaar

De Dierenbescherming vindt dat de afgelopen jaren is gebleken dat de organisatie bij kan dragen aan het verbeteren van dierenwelzijn in de veehouderij, via het Beter Leven Keurmerk (BLK). Hieraan doen momenteel 1.800 veehouders mee. Het deltaplan vormt de leidraad voor de criteria die de komende decennia aan het keurmerk worden toegevoegd.

Een route voor boeren uitgezet

De Dierenbescherming stippelt voor boeren een route uit. Daarin komen onder andere het produceren voor en met voer uit de regio Noordwest-Europa, diergerichte stalinrichting en het tegengaan van voedselverspilling aan bod. Daarnaast vindt de Dierenbescherming dat landbouwdieren hun natuurlijke (moeder)gedrag moeten kunnen uitvoeren, naar buiten kunnen en moet het antibioticagebruik tot vrijwel nul gereduceerd worden. Dit alles moet gerealiseerd zijn per 2050, is het ideealbeeld van de Dierenbescherming. Daarbij is ook een goed verdienmodel en medewerking van ketenpartijen nodig, aldus het deltaplan.

Bedrijven zijn grondgebonden

Voor de rundveehouderij ziet de Dierenbescherming graag dat boeren alleen nog werken met dubbeldoelrassen in 2050. De melkproductie ligt lager dan 9.000 liter per koe per jaar. Bedrijven zijn grondgebonden, doen jaarrond aan weidegang, slachting op het bedrijf of op een locatie dichtbij. Het voer bestaat voornamelijk uit kruidenrijk gras, reststromen en zelf geteelde eiwiten zoals lupine of voererwten.

Alle dieren moeten een uitloop hebben, het liefst met modderbaden

Wat betreft de varkenshouderij ziet de Dierenbescherming graag dat zeugen minder biggen werpen en daarna verblijven in kleine groepen zeugen. Alle dieren moeten een uitloop hebben, het liefst met modderbaden. Binnen lopen de varkens op stro, mest en urine wordt gescheiden en dieren worden niet meer gecoupeerd of gecastreerd.

Voor pluimveehouderij ook dubbeldoelrassen

Voor de pluimveehouderij wenst de organisatie ook dubbeldoelrassen: hennen die minder eieren leggen en meer vlees hebben dan huidige legrassen. De Dierenbescherming ziet graag gesloten bedrijven, kippen komen uit het ei in een stal waar ze hun hele leven verder blijven. Ook deze dieren moeten naar buiten kunnen. Kippen worden gevangen volgens de ‘Zweedse methode’, waarbij de dieren bij de borst worden opgetild, in plaats van bij de poten. Ook een systeem waarbij kippen niet meer door mensen hoeven te worden gevangen, moedigt de Dierenbescherming aan.

Snel delen

Afbeelding
Lydia van Rooijen

Voormalig redacteur