Waar Nederlanders zo’n tachtig jaar geleden regelmatig peulvruchten aten, is dat nu hooguit twee keer per maand. Maar de vraag neemt weer toe. Foto: Koos Groenewold
In dit artikel
Nederlandse peulvruchten zijn steeds belangrijker want de Europese Unie wil meer zelfvoorzienend zijn in eiwitgewassen. Maar tot nu toe is de teelt, het opzetten van een korte keten en afzet van peulvruchten van eigen bodem nog vooral een wens in plaats van werkelijkheid. Waar zitten de uitdagingen?
Het is de wens van de EU dat de lidstaten meer zelfvoorzienend worden in de eiwitbehoefte. Nederland heeft hiervoor de Nationale Eiwitstrategie in het leven geroepen met als doel meer eiwitten van eigen bodem. Hoewel Nederlandse akkerbouwers best willen is het opzetten van een lokale keten voor peulvruchten niet gemakkelijk. Op verschillende punten in de keten brengt De eiwitgewassen komen al enkele decennia uit andere delen van de wereld waar de kosten voor teelt en verwerking lager liggen. Consumenten eten tegenwoordig negen keer minder peulvruchten dan in 1950. De grootste afzetmarkt voor peulvruchten is momenteel diervoeder en aan die afzet verdient een teler niet veel. Wat zijn de grootste uitdagingen in het vermarkten van Nederlandse peulvruchten?
Mis geen enkel topverhaal op Eiwit Trends
Dit premium artikel is enkel beschikbaar voor abonnees
Beperk risico's met betere investeringen
Versterk je ketenpositie met de juiste partners
Versnel innovaties met de nieuwste trends
Beleef journalistiek van top niveau door collega’s, ervaren redacteurs én experts uit de sector.
Wendy Noordzij
Chris Polkamp
Alieke Hilhorst