Skip to content

Expert in korte ketens: voor iedere boer is er perspectief

De korte keten is een van de verdienmodellen voor boeren.

Updated on:
Achtergrond
Sustainable food
Expert in korte ketens premium

"Qarc Zuivel vind ik een mooi voorbeeld. Dat is een initiatief waarbij de hele keten van koe tot toetje in eigen hand ligt,” benoemt Bart Kraaijvanger, expert in korte ketens. Foto Jan Willem Schouten

De korte keten is een van de verdienmodellen voor boeren. Maar wat is de rol van de agrarische ondernemer in de keten? Wie is er in de lead? En hoe komt de boer hier zo goed mogelijk uit? Expert in korte ketens, Bart Kraaijvanger legt de opties uit.

In een voedselketen heeft iedere betrokken partij een rol. De boer, de voedselverwerker en de retail. Bart Kraaijvanger is als zelfstandige actief in de agrifood met onder andere korteketenprojecten. Door zijn werkverleden in de retail weet hij wat erbij komt kijken als boeren rechtstreeks aan een voedselverwerker of retailorganisatie gaan leveren. Welke verdienmodellen zijn er voor de boer? En waarom zou je een regionale afnemer verkiezen boven een landelijke retailer of groothandel? Welke mogelijkheden zijn er?

Adviseren van boeren

Bedenken wat je als boer anders kunt doen om een boterham te verdienen met afzet in de korte keten, is geen sinecure. Kraaijvanger helpt boeren met het succesvol naar de markt brengen van hun product of verdienmodel. In het verleden werkte hij in de merkmarketing bij supermarkten Dirk en Dekamarkt, en later bij biologische groothandel Udea. {{foto,2}} Ook runde Kraaijvanger korte tijd zelf een start-up in de korte keten waarbij dertig boeren rechtstreeks aan consumenten en bedrijven hun producten leverden. “Ik ben steeds wat meer opgeschoven in de keten en nu werk ik vooral voor boeren die ik adviseer. Daarnaast vragen lokale overheden en boerenorganisaties om mijn kennis in te zetten voor educatie, advies en het ontwikkelen van nieuwe verdienmodellen in korte ketens en multifunctionele landbouw.”

Kennisplatforms en demobedrijven

Niet onbelangrijk vindt Kraaijvanger het ontwikkelen van kennisplatforms en demonstratiebedrijven waar andere geïnteresseerde boeren een kijkje in de keuken kunnen krijgen en waar kennis wordt gedeeld. Bijvoorbeeld de Vleesvee Academie, waar informatie wordt gedeeld over het verduurzamen en versterken van de marktpositie van Nederlands rundvlees door het belichten van nieuwe afzetkansen. Of Tuinderij de Es in Haaren, die zich tot en met 2024 demonstratiebedrijf duurzame landbouw mag noemen en als doel heeft om minimaal 300 boeren en tuinders te inspireren om stappen te zetten naar een landbouw met minder uitstoot en meer biodiversiteit.

Toekomstige verdienmodellen

Maar denk ook aan agroforestry, zelf energie opwekken of carbon farming. In deze nieuwe vormen van ondernemen en toekomstige verdienmodellen is Kraaijvanger zich ook aan het verdiepen. “Daar wordt door veel boeren naar gekeken, maar deze verdienmodellen staan veelal nog in de kinderschoenen. Belangrijk dus om praktisch toepasbare kennis richting boeren aan te reiken, daar is behoefte aan. Nu is dat nog te veel versnipperd. De landbouw zit in een transitie. Je ziet de twijfel bij boeren of ze zijn juist heel erg gemotiveerd.”

Voedselveiligheid

De landbouw staat voor een grote uitdaging. Hoe zorg je ervoor dat je agrarische onderneming toekomstbestendig is? De boer zal zelf de eerste stap moeten zetten, vindt Kraaijvanger. “Voor iedere boer is er perspectief, als je maar wilt.” Er wordt op verschillende manieren in de keten, tussen de boer, de voedselverwerker en de retailer nagedacht en samengewerkt.
Hoe groter de marktpartij, hoe groter ook de kans is dat de aansprakelijkheid wordt verlegd naar meer in het begin van de keten
“Afhankelijk aan wie de boer levert zijn bijvoorbeeld de eisen die gesteld worden aan voedselveiligheid en houdbaarheid heel verschillend. Bij verse groente leveren aan een grote speler als HelloFresh ligt het heel anders dan bij het leveren aan een boerderijwinkel. Hoe groter de marktpartij, hoe groter ook de kans is dat de aansprakelijkheid wordt verlegd naar meer in het begin van de keten. Het is dus belangrijk dat je aan de eisen voldoet. Als je product eerst nog in een distributiecentrum ligt voordat het bij de klant komt, wordt er een andere THT (ten minste houdbaar tot) vereist. De verpakking is dan ook een belangrijke, net als de ingrediëntendeclaratie, de informatie over de voedingswaarde en het hebben van een barcode.”

Marketing

De rol van de voedselverwerker in de keten is om een veilig en smaakvol product te maken met een zekere houdbaarheid, maar ook om het verhaal erbij te vertellen, de marketing dus. Denk aan de duurzaamheid of diervriendelijkheid van het product. “Kipster is een mooi voorbeeld van een retailconcept rond het diervriendelijk houden van leghennen voor eieren, gekoppeld aan een enorme marketingmachine”, zegt Kraaijvanger. “Ook Qarc Zuivel vind ik een mooi voorbeeld. Dat is een initiatief waarbij de hele keten van koe tot toetje in eigen hand ligt.” Een concept vanuit consumentenperspectief is ‘Onze Markt’. Dat is een coöperatief voedselmerk waarbij consumenten bepalen waar eerlijk voedsel aan moet voldoen. Op die manier kunnen boeren een eerlijke vergoeding krijgen en investeren in duurzaamheid en natuur. De producten zijn te koop bij supermarkten zoals Coop, Plus en Crisp. “Mooi om te zien dat het een consumentengroep is die bepaalt wat ze in de supermarkt willen zien, hoe het geteeld moet worden en wat het mag kosten. Dit is naar een Frans voorbeeld.”

Productlijnen van retailers

De boer zekerheid bieden door afname en producten met een verhaal verkiezen boven producten van ver. Dat is de rol die sommige retailers oppakken door het ontwikkelen van een productlijn. Bij Jumbo is er een zuivellijn in samenwerking met melkveehouders onder de naam ‘Direct van de Boerderij’. Bij Albert Heijn heb je het concept Streeckgenoten, waardoor vleeswaren en specialiteiten van lokale slagers een plek in de supermarkt krijgen. “De producten voor deze concepten worden onder bepaalde voorwaarden geproduceerd door een klein aantal boeren en ondernemers. Het initiatief hiervan ligt bij de retailer. Zij zoeken bedrijven erbij die dat volume kunnen leveren, al een zekere schaalgrootte hebben en op een bepaalde manier diervriendelijk of biodivers werken. Dat is maar voor enkelen weggelegd.” Boeren die dit ook willen, maar die niet de grootte hebben, die gaan zelf een korte keten opzetten. Voorbeelden daarvan zijn Boerenhart, Oregional en Groene Hart, die producten rechtstreeks van de boer aan horeca, bedrijven en zorginstellingen leveren. Als boer leveren aan andersoortige retail-initiatieven zoals online supermarkt Crisp of de maaltijdboxen van Boerschappen, is ook een optie. “Bij het leveren van producten aan maaltijdboxenleveranciers, kun je afspraken maken over wat je in welke maand gaat telen”, zegt Kraaijvanger.

Kansrijk afzetten in de korte keten

Duidelijk is dat de agrarisch ondernemer wat meer inspanning moet leveren om kansrijk te kunnen afzetten in de korte keten. Kraaijvanger: “De boeren zelf moeten het volume zien te creëren en kiezen op welke doelgroep ze zich richten. De horeca, groothandel, zorginstellingen, retail of rechtstreeks aan consumenten. Allemaal hebben ze andere wensen, hierdoor kun je je niet op alle takken richten en op alles volume maken. Het beter verwaarden van je product en meerwaarde verkrijgen, dat is waar je het voor doet. Het is een stukje waardering voor je melk of vlees. Het gaat niet zomaar meer anoniem weg.”

Mis geen enkel topverhaal op Eiwit Trends

Dit premium artikel is enkel beschikbaar voor abonnees

Beperk risico's met betere investeringen

Versterk je ketenpositie met de juiste partners

Versnel innovaties met de nieuwste trends

Beleef journalistiek van top niveau door collega’s, ervaren redacteurs én experts uit de sector.

Afbeelding

Wendy Noordzij

Alieke Hilhorst

Alieke Hilhorst

Chris Polkamp

Chris Polkamp

Abonneer vanaf €2,50/week

Snel delen

Annemiek Jorritsma
Annemiek Jorritsma

Freelance redacteur