Grotere rol voor primaire sector bij EKO-keurmerk

De primaire sector krijgt een grotere rol in de ontwikkeling en promotie van het keurmerk voor biologische producten.

De primaire sector krijgt een grotere rol in de ontwikkeling en promotie van het EKO-keurmerk. De samenstelling van het bestuur wordt daartoe gewijzigd.

Dat zegt Nicoline Roozen, verantwoordelijk voor de dagelijkse leiding van het EKO-keurmerk.

Vertegenwoordigers van de primaire sectoren hebben aangegeven dat de ambitie van Stichting EKO groter moet zijn dan alleen controle en borging op extra punten. Ze willen een zichtbaar Nederlands keurmerk in de markt waarmee de kwaliteit van biologische producten uit Nederland een duidelijk gezicht krijgt in het schap. Zeker met de Europese ambitie voor biologisch kan het EKO-keurmerk in hun ogen een belangrijke rol spelen.

Hier hoort volgens Roozen bij dat de primaire deelsectoren ook bestuurlijk eindverantwoordelijk worden voor Stichting EKO. Ze licht toe dat de stap niet uit onvrede is gezet. Wel is nagedacht over de vraag hoe het keurmerk nog steviger kan worden neergezet.

Meer ruimte in bestuur voor primaire sector

Het bestuur, dat bestaat uit vertegenwoordigers uit de verschillende ketenschakels (boeren, handel, verwerking, horeca en winkels) onder voorzitterschap van een onafhankelijke voorzitter, is bereid ruimte te maken voor meer vertegenwoordigers uit de primaire sector.

Dat hoeft volgens Roozen niet per se te betekenen dat vertegenwoordigers van andere ketenschakels uit het bestuur verdwijnen. Ketenpartijen zouden daarbij ook in een andere rol bij de stichting betrokken kunnen blijven.

Een aantal vertegenwoordigers van de primaire deelsectoren vormt nu samen met de bestuurders van stichting een werkgroep voor de bestuurlijke vernieuwing en de inhoudelijke uitwerking van de visie naar het jaarplan 2023.