Skip to content

Henri Willig profileert zich scherper met weidegang

Updated on:
Achtergrond
Sustainable food
Een medewerker van Henri Willig in Heerenveen controleert de bijna verzendklare kazen. - Foto: Henri Willig

Een medewerker van Henri Willig in Heerenveen controleert de bijna verzendklare kazen. - Foto: Henri Willig

Kaasmaker Henri Willig heeft het lastige jaar 2020 gebruikt om zich scherper te profileren op gebied van weidegang en duurzaamheid in het algemeen. Doordat veel van zijn winkels dicht waren, kon er extra aandacht aan worden gegeven.

Kaasmaker Henri Willig heeft een lastig 2020 achter de rug waarin, door de uitbraak van Covid19, een groot deel van de ongeveer 35 winkels gedeeltelijk of geheel dicht moest en het bedrijf flink moest bijsturen om de afzet veilig te stellen. Er is meer product verkocht in het business-to-businesskanaal, maar ook meer online.

Wereldwijd de nummer 1 in premium-kaas worden

De onderneming gebruikte het afwijkende jaar echter niet alleen om bij te sturen, maar ook om de blik verder vooruit te richten. Willig wil – een klein beetje onbescheiden – wereldwijd het nummer 1-premiummerk in kaas worden, zo wordt gesteld in het MVO-jaarverslag 2020.

Alleen al vanwege de omvang wordt het vervullen van deze ambitie een zware toer. Willig heeft twee kaasmakerijen plus een eigen melkveebedrijf, en daarnaast ruim dertig leveranciers. Omzetcijfers maakt de kaasmaker niet bekend, wel is uit gedeponeerde jaarstukken op te maken dat er jaarlijks een mooie winst van enkele miljoenen werd gemaakt. In ieder geval vóór het uitbreken van de Covid19-pandemie.

Aandeel weiders is 100%

Qua duurzaamheid kan Willig echter een potje breken, zo blijkt uit het eerder genoemde MVO-jaarverslag. Meer dan de helft van alle leveranciers boert biologisch of zelfs biologisch-dynamisch. Geen van de leveranciers behoort tot de categorie opstallers, ofwel het aandeel weiders staat op 100%. Daarbij gaat het dan niet op de minimale 720 uur per jaar, maar om gemiddeld bijna 3.000 uur per jaar per leverancier. Een Willig-koe loopt meer dan 200 dagen per jaar buiten.

CO2-reductie een uitdaging

Op gebied van beweiden valt dus weinig meer te halen, maar nog wel op het gebied van CO2-reductie. Het doel daar is om de emissie te verlagen van 1.244 kilo CO2-equivalenten per ton meetmelk in 2019 naar 980 kilo in de komende jaren.

Ook aan emissiebeperking van de kaasmakerijen wordt gewerkt. De kleinere kaasmakerij in Katwoude, waar mini-Goudakaasjes worden gemaakt, moet in 2030 klimaatneutraal zijn. De iets grotere kaasmakerij in Heerenveen doet er langer over. Wel zijn daar extra zonnepanelen geïnstalleerd, waarvan de elektriciteit ook wordt gebruik voor verwarming.

Aan een duurzamere afzet van het restproduct wei wordt ook gewerkt. Hiervoor heeft Willig een indik-installatie aangeschaft, zodat wei in geconcentreerde vorm kan worden verkocht. Voor de merkproducten (kazen onder de merken Henri Willig en Hooidammer) is voor 2030 de ambitie gesteld dat deze in 2030 aan minimaal twee van de vier MVO-eisen – biologisch, weidegang, clean label en no-waste – moeten voldoen.

Snel delen

Afbeelding
Klaas van der Horst

Voormalig redacteur