ING: Miljoenennota is zuur voor voedingsbedrijven

De bedrijven in de voedingssector hebben te maken met forse kostenstijgingen. ING verwacht dat alleen de energiekosten dit jaar al 7,5% uitmaken van de totale kosten. Dat was in 2020 nog 1,5%. Ook de kosten voor grondstoffen, verpakkingen, transport en personeel zijn flink omhoog gegaan voor de voedingsbedrijven.

Miljoenennota biedt weinig steun

De Miljoenennota, die vorige week is gepresenteerd door de regering, biedt voedingsbedrijven weinig steun, constateert Ceel Elemans, Sector Banker Food bij ING. “Het zoet is voor de consumenten en het zuur voor de bedrijven. De vennootschapsbelasting gaat omhoog. DGA’s (directeur-grootaandeelhouder) gaan meer betalen voor hun aanmerkelijk belang en het minimumloon stijgt met 10%. Vooral dat laatste hakt erin voor de voedingsbedrijven, waar de marges niet erg hoog zijn en onder druk staan door alle kostenstijgingen.” De overheid wil onder andere een prijsplafond instellen voor de energiekosten van kleinverbruikers. Volgens Elemans kunnen de allerkleinste bedrijven daarop meeliften. “De grotere bedrijven vallen daar buiten. Maar deze steunregeling heeft wel een positief effect op de koopkracht. Het verbetert de koopkracht van de gezinnen gemiddeld met 3,1%, terwijl die afgelopen jaar met meer dan 6% is gedaald. Het gaat ervoor zorgen dat consumenten gemakkelijker boodschappen kunnen blijven doen.”

Plan voor steunregeling

De overheid heeft ook een plan voor een steunregeling voor energie-intensieve bedrijven. Elemans vindt dat een positieve gedachte. “Maar het lijkt me lastig te realiseren. De gevolgen zijn niet te overzien en niemand kan voorspellen hoe lang de energiecrisis gaat duren. Bovendien is het belangrijk voor bedrijven dat er een level playing field blijft bestaan. Ik verwacht dat op de korte termijn zo’n steunregeling wordt opgezet, mogelijk in de vorm van een tijdelijke liquiditeitsondersteuning waar de overheid borg voor staat.”

Het is verleidelijk om de financiële middelen voor verduurzaming te gebruiken om bijvoorbeeld de hogere energiekosten mee te betalen

Door alle gestegen kosten neemt de bereidheid van bedrijven af om te investeren in het verder verduurzamen van hun productieprocessen. Elemans raadt bedrijven aan te blijven investeren in verduurzaming. “Duurzaamheid wordt het nieuwe normaal. Bedrijven die niet investeren in duurzaamheid hebben op termijn geen perspectief. Het is verleidelijk om de financiële middelen voor verduurzaming te gebruiken om bijvoorbeeld de hogere energiekosten mee te betalen. Maar dan valt de rekening voor de verduurzaming straks veel hoger uit. En bedrijven lopen het risico achter te gaan lopen op hun sectorgenoten. Bedrijven die de afgelopen jaren voorliepen in verduurzaming plukken daar nu de vruchten van. De aandacht voor verduurzaming mag niet verslappen. Er komen EU-regels aan voor het stimuleren van verduurzaming, zoals de Corporate Sustainability Reporting Directive. Kijk als bedrijf waar je kleine stappen kunt zetten. Dan ben je beter voorbereid als regelgeving verduurzaming straks verplicht stelt.”