Voor alle groothandels samen verwacht ING dit jaar een krimp van 6%. Foto: ANP
Groothandels in de foodsector worden – ondanks fors meer verkopen in supermarkten – geraakt door het coronavirus. ING becijfert een omzetkrimp van 1,5% voor groothandelaren in de voedingsmiddelen, terwijl dat vorig jaar nog een plus van 4% was.
De agrarische en bouwgroothandel lijken minder gevoelig voor lockdowns en ontkomen aan omzetkrimp als gevolg van Covid-19. Dat meldt ING in een rapport over de gevolgen van Covid-19 op de omzet van de Nederlandse groothandel in 2020.
Foodsector levert 1,5% in
De krimp in de foodsector hangt samen met de zwakkere vraag naar levensmiddelen vanuit de horeca en evenementenbranche. In 2021 wordt dat verlies met een groei van 1,5% goedgemaakt, voorspelt de bank. Voorwaarde is wel dat het virus onder controle blijft en handelsconflicten niet verder oplaaien.
Crisis treft vooral food-export binnen EU
De in het buitenland gerealiseerde omzet wordt zwaarder getroffen dan die in Nederland. Voor 2020 en 2021 zijn de exportvooruitzichten voor food door Covid-19, aanhoudende onzekerheid over het handelsbeleid en de naderende no-deal brexit minder gunstig dan in 2019. De exportwaarde stagneerde in de eerste vijf maanden (+0,1%). Het verschil in de ontwikkeling naar regionale bestemmingen is opvallend. De groei van de foodexport naar niet EU-landen en de VS was ruim 35%. Export binnen de EU – verantwoordelijk voor ruim driekwart van alle foodexport – en naar het Verenigd Koninkrijk (VK) kromp respectievelijk met 10,5 en 6,5%.
Zeldzame krimp
Voor alle groothandels samen verwacht de bank dit jaar een krimp van 6%. Een ongekende daling die in de afgelopen 25 jaar maar twee keer voorgekomen is, in 2003 en 2009. De hardst getroffen groothandelaren zijn die in grondstoffen. Daar voorziet de bank dit jaar een omzetdaling van 15%, vooral veroorzaakt door lagere olieprijzen. Voor de non-foodsector wordt een omzetdaling van 7% voorzien.