ING: vleestaks voorkomen door minder vlees te eten

De vleesconsumptie in Nederland is in 2023 toegenomen. Maar om de klimaatdoelen te kunnen halen is het noodzakelijk dat we onze voedselconsumptie duurzamer maken, bijvoorbeeld door meer plantaardige eiwitten te eten. Als we minder vlees eten, wordt ook de kans op een vleestaks kleiner.

Uit cijfers van Wageningen Economic Research blijkt dat de vleesconsumptie in Nederland licht is gegroeid: van 75,1 kilo in 2022 naar 75,3 kilo in 2023. Het gaat om de totale consumptie van vlees en vleeswaren (op basis van karkasgewicht) per hoofd van de bevolking. Gemiddeld genomen eet de Nederlandse consument slechts 1,5 kilo minder vlees dan twintig jaar geleden.

Invloed van voedselomgeving

De voedselomgeving heeft een sterke invloed op de keuzes die consumenten maken. We zien steeds meer plantaardige alternatieven in supermarkten, in restaurants en bij cateraars. Toch is het aanbod van vlees doorgaans groter. Daarbij komt dat veel mensen vlees lekker vinden en het een belangrijke voedingswaarde heeft.

In 2023 onderzocht de Gezondheidsraad de effecten van een dieet met 60 procent plantaardige en 40 procent dierlijke eiwitten (in ons huidige voedingspatroon is die verhouding andersom). Een dergelijk dieet levert een verlaging van de milieu-impact op van 25 procent. Kleinere porties en hybride vleesproducten, die bestaan uit zowel plantaardige als dierlijke eiwitten, helpen de CO2-voetafdruk van ons eten te verlagen.

Bewustzijn creëren

Om de CO2-voetafdruk van ons voedsel te verlagen is er samenwerking nodig tussen consumenten, supermarkten, overheid en voedingsproducenten. Een verandering van de voedselomgeving is ook dringend nodig. Denk bijvoorbeeld aan minder reclames en minder promotieacties voor vlees. Ook zijn er duidelijke voorlichtingscampagnes nodig om consumenten te helpen bij het maken van bewustere voedingskeuzes. Als de vleessector zelf al een verlaging van de vleesconsumptie laat zien, hoeft een vleestaks niet nodig te zijn.