Foto: ANP
In dit artikel
De voedingsafzet zoals die was voor het coronavirus keert in de komende anderhalf jaar nog niet terug, hoewel door de afbouw van de maatregelen de foodservice terrein terug kan winnen.
Dat stelt het Economisch Bureau van ING in een rapport. Dat de oude situatie voorlopig nog niet terugkeert, komt volgens ING doordat het nog maanden duurt voordat de horeca weer volledig open is. Daarnaast staan ook de bestedingen van jongeren en internationale toeristen onder druk. Ook zullen mensen meer thuis blijven werken, waardoor online-bestedingen aan eten en drinken structureel op een hoger niveau zullen liggen.
Bedrijfsvoering aanpassen
Het coronavirus zorgde voor een verschuiving van marktaandeel van de foodservice naar de foodretail. Dat zorgde bij voedingsproducenten en groothandels voor grote impact, aangezien zij zich vaak grotendeels op het ene of het andere afzetkanaal richten. Veel bedrijven pasten daarom hun bedrijfsvoering aan.
Dat de nieuwe situatie niet ineens zal terugkeren, maakt dat strategische spreiding van afzet nog meer op de agenda staat. “Zeker voor horeca-leveranciers kan inzet op alternatieve afzetkanalen voor de komende anderhalf jaar nog nodig blijken. Daarnaast heeft online bestellen van boodschappen en maaltijden zich in rap tempo doorontwikkeld waardoor leveranciers zullen moeten bepalen welke rol online kan spelen als afzetkanaal voor hun producten”, staat in het rapport.
Omzet vasthouden in foodretail
In Nederland daalden de bestedingen in de horeca vorig jaar met € 7 miljard, terwijl ze bij supermarkten en speciaalzaken met ruim € 3 miljard toenamen. De foodretail zal er volgens ING veel werk van maken om de extra coronagerelateerde omzet vast te houden, met assortiment, prijs en gemak als belangrijkste ‘wapens’. “Wat hen in de kaart speelt, is dat mensen structureel meer zullen thuiswerken en studeren”, aldus ING.
Het aandeel aan eten en drinken in bestedingen lag voor corona op 66% foodretail en 34% foodservice. In 2020 verschoof dat naar respectievelijk 75% en 25%. ING verwacht dat die verdeling in 2021 op 72% tegenover 28% uitkomt en in 2022 op 68% tegenover 32%.