Skip to content

Inkoopmacht supermarkt treft boer niet hard

Updated on:
Achtergrond
Sustainable food
Band bij de kassa van de AH. Het onderzoek richt zich vooral op de sterke toename van grootschaliger combinaties, de toenemende internationalisatie daarvan en de rol van de grootste Europese supermarktbedrijven in die allianties. Foto: ANP

Band bij de kassa van de AH. Het onderzoek richt zich vooral op de sterke toename van grootschaliger combinaties, de toenemende internationalisatie daarvan en de rol van de grootste Europese supermarktbedrijven in die allianties. Foto: ANP

In tegenstelling tot wat boerenorganisaties vaak beweren, heeft de boer geen last van de inkoopcombinaties van de supermarkten.

De internationale inkoopcombinaties die de grote supermarkten – inclusief Albert Heijn – de laatste jaren hebben gevormd, hebben geen negatieve gevolgen gehad voor de prijs die boer of tuinder ontvangt voor zijn producten. Hoewel boerenorganisaties die beschuldiging regelmatig uiten, is daar in de praktijk geen bewijs voor te vinden. Dat staat in het rapport ‘Retailallianties in de landbouw- en voedingsketen’ van het Joint Research Centre, de wetenschappelijke dienst van de Europese Commissie, waaraan ook de Universiteit van Twente heeft meegewerkt.

Retailallianties

Retailallianties, zoals de inkoopcentrales worden aangeduid, zijn geen nieuw fenomeen. De eerste dateren zelfs al uit de jaren 30 van de vorige eeuw maar daarbij ging het om op z’n hoogst nationale organisaties van zelfstandige winkeliers. De onderzoekers richten zich vooral op de sterke toename van grootschaliger combinaties, de toenemende internationalisatie daarvan en de rol van de grootste Europese supermarktbedrijven in die allianties. Daarbij gaat het concreet om combinaties met twee tot veertien leden met vestigingen in soms meer dan twintig landen.

Schaalvergroting bij voedingsproducenten

Bekende voorbeelden zijn Copernic met Ahold-Delhaize, Rewe uit Duitsland, de Italiaanse Coop, het Franse Leclerc, EMD waartoe Superunie (van onder meer Deen, Plus, Spar NL en Vomar) behoort en Agecore met onder meer Colruyt uit België. Aan de andere kant is het landschap eveneens veranderd door een grote golf fusies en overnames bij grote leveranciers. Het rapport suggereert ook dat de schaalvergroting bij voedingsproducenten, zoals Kraft-Heinz of Danone, juist de reden is voor de supermarkten om zelf de koppen bij elkaar te steken.

Gezamenlijk organiseren van onlineverkopen

Een aantal internationale retailallianties is gericht op gezamenlijke inkoop of inkoopvoorwaarden. Vaak verzorgen de aangesloten supermarkten de feitelijke aankoop van producten echter zelf maar regelen ze andere diensten zoals dataverwerking, verpakking, logistiek of winkelinrichting, gezamenlijk via de alliantie. In de huidige tijd is het gezamenlijk organiseren van onlineverkopen een toenemend fenomeen, terwijl het ook kan gaan over advisering over bijvoorbeeld duurzaamheid of energie. Bij de inkoop en andere diensten hebben de allianties meestal te maken met de grootste foodondernemingen, waartoe incidenteel ook grote boerencoöperaties als het met name genoemde FrieslandCampina en Arla Foods behoren. Met agrarische coöperaties van een kleinere schaal hebben ze echter nimmer van doen.

Toegang tot veel grotere markten

Via de alliantie versterken de winkelbedrijven de positie tegenover hun leveranciers en kunnen ze kostenbesparingen realiseren. Dat zou kunnen leiden tot lagere prijzen voor de consument, maar dat is volgens het rapport vooral afhankelijk van de verdere onderlinge concurrentie tussen de winkelbedrijven. Aan de andere kant krijgen de leveranciers een sterkere partij tegenover zich, wat kan leiden tot lagere verkoopprijzen en dus marges.

Leveranciers kunnen echter ook profijt trekken van het tegelijk bestellen van grotere hoeveelheden aan min of meer éénvormige producten, waardoor ze kosten besparen op de productie. Ook krijgen ze door te onderhandelen met één alliantie toegang tot een veel grotere markt, ook in landen waar ze voorheen niet actief waren. Een gevaar is wel dat kleinere leveranciers niet meer aan de bak komen bij de grootschalige allianties.

Marktmacht

In dat geheel zijn boeren vaak ‘de zwakste spelers die te maken hebben met een steeds sterkere concentratie bij de verwerkers van hun producten en bij de supermarkten’, merkt het onderzoek op. “Marktmacht bij het inkopen van landbouwproducten, oneerlijke handelspraktijken en het ‘doorgeven’ van de prijsdruk in de keten worden genoemd als belangrijke zorgen voor de landbouwwereld.” In het algemeen gaat het bij retailallianties niet om verse land- en tuinbouwproducten of vis. “Maar boeren zijn ook indirect verbonden aan supermarkten als hun producten worden verwerkt tot eindvoedingswaren. Voor verwerkte en verpakte producten kunnen boeren hoger in de keten, dus indirect de gevolgen ondervinden van die allianties.”

Op langere termijn hebben verwerkers er geen belang bij boeren te weinig te betalen

Door het ontbreken van een direct verband zijn die gevolgen moeilijk te kwantificeren. Boeren die zijn aangesloten bij de grootste coöperaties, zoals RFC of Arla Foods, zullen de effecten van de grote inkoopmacht van de supermarkten wel kunnen ondervinden. Maar tegelijk kunnen ook primaire producenten profiteren van de voordelen die gelden voor leveranciers, zoals een grotere markt of kostenefficientie. “Op langere termijn hebben verwerkers er geen belang bij boeren te weinig te betalen, omdat dat kan leiden tot onderinvesteringen of het verdwijnen van hun leveranciers. Ze hebben levenskrachtige boeren nodig. Schaalvergroting in de verwerkende industrie leidt ertoe dat die de gevolgen van de sterkere inkoopmacht intern kan opvangen. Een verdere concentratie in de verwerkingssector hoeft daarom geen negatieve gevolgen te hebben voor de boeren.”

Snel delen

Afbeelding
Ruud Peijs

Freelance redacteur