Het klassieke voorbeeld van een korte keten. - Foto: Ronald Hissink
In dit artikel
De nulmeting van de korte keten door Wageningen Economic Research bracht deze week een onverwachte hoofdrol voor de glasgroenteteelt aan het licht. Onderzoeker Gabe Venema legt uit wat meerdere van die megatuinders doen tussen de telers met streekproducten en boerderijwinkels.
In opdracht van het ministerie van LNV onderzocht Wageningen UR de korte keten. Den Haag hecht belang aan de korte keten vanwege de inzet op kringlooplandbouw, de versteviging van de band tussen burger en boer en de zoektocht naar aantrekkelijke verdienmodellen. Ook provincies vinden belangrijk de vitaliteit van plattelandsregioâs te versterken.
Aandachtspunten
Die aandachtspunten lijken allemaal de kant op te gaan van de wat kleinere agrarische onderneming die zich richt op directe verkoop aan de consument van een regionaal of zelfs lokaal product. Hoe komen daar die grote glastuinders tussen? âDat komt door de definities en de beschikbare data uit de Landbouwtellingâ, zegt onderzoeker Gabe Venema. âDie data zijn gebaseerd op de definitie van de Europese Unie: van een korte keten is sprake als zich tussen teler en eindconsument geen of maximaal één tussenschakel bevindt.â
Afzet naar retail in Duitsland of Engeland
In 2017 en in 2020 moesten alle boeren en tuinders daar een vraag over beantwoorden in de Landbouwtelling. Bij de telers die âjaâ hebben ingevuld op de vraag âVerkoopt u via 1 tussenschakel producten aan consumenten?â zitten dus ook alle teeltbedrijven die direct verkopen aan een supermarkt. Dat kan ook directe verkoop aan een retailer in Duitsland of Engeland zijn, weet Venema. âIn sommige definities, zoals die van de Taskforce Korte Keten of van provincies, wordt ook wel iets gezegd over minder transportkilometers of over een regionale beperking. Anderen vinden heel Nederland een regio die klein genoeg is om van een korte keten te spreken. In de Landbouwtelling is zoân inperking niet gemaakt.â
Verdienmodel onderzoeken waard?
Zonder extra tussenschakels direct aan de detailhandel verkopen, dat is natuurlijk ook een korte keten. Is dat als verdienmodel de moeite van het nader onderzoeken waard? âDie glastuinders zijn goed voor meer dan een derde van de â¬Â 1,4 miljard omzet die Nederlandse boeren en tuinders maken in de korte ketenâ, reageert de onderzoeker. âZe zijn in elk geval geen marge kwijt aan tussenhandel of industriepartijen die het product kopen, bewerken en weer doorverkopen en, daarbij, dit type korte keten is door zijn efficiënte logistiek en grote volumes behalve economisch voordelig misschien ook wel extra duurzaam. In sommige gevallen komt wel degelijk het teeltbedrijf ook voor de consument in beeld. Dus een interessant voorbeeld voor alle agrarisch ondernemers.â
{{foto,2}}
âSociale aspect moeilijk cijfermatig uit te drukkenâ
De in het rapport opgenomen suggesties voor stimulering van de korte keten gaan echter toch vrijwel allemaal over die getalsmatig grotere categorie van in omvang dan weer kleinere korteketenbedrijven, die lokaal werken en met nul tussenschakels direct aan de consument verkopen. âDat zijn dus de telers met bijvoorbeeld een boerderijwinkel en ambachtelijke streekproducten en vaak nog meer neventakken. Dat sociale aspect, dat ook wordt aangestipt in de definities van de taskforce en van bijvoorbeeld Rabobank, dat is wat moeilijker cijfermatig uit te drukken. We hebben per provincie ook via gesprekken met ondernemers uit de praktijk van die korte ketens een beeld geschetst. Met een korte reeks van succesvolle voorbeelden ter inspiratie. Met hun vragen en knelpunten.â
Knelpunten
Knelpunten zoals een gebrek aan marketingvaardigheden, onvoldoende grip op de logistiek, maar ook overheidsregels die nog niet aan de schaal en de veelvormigheid van dit nieuwe type agrarisch bedrijf zijn aangepast. âOverheden zien de korte keten als mogelijk deel van de oplossing voor allerlei kwesties, zoals biodiversiteit, bodemvruchtbaarheid, voedselkwaliteit, natuur- en landschapsbeheer, milieu en klimaat. Als kortketentelers daar inderdaad ook mee aan de slag gaan, hoe kan dat dan het rendement van hun bedrijven nog wat verder opkrikken? Dat is wat we in het rapport meervoudige waardecreatie noemen.â
Hebben jullie zo genoeg stof geleverd voor LNV en de provincies om mee verder te gaan? âWe hopen in ieder geval dat we na deze nulmeting verder kunnen met het monitoren van de korte keten. Te beginnen met de volgende Landbouwtelling.â
Mis geen enkel topverhaal op Eiwit Trends
Dit premium artikel is enkel beschikbaar voor abonnees
Beperk risico's met betere investeringen
Versterk je ketenpositie met de juiste partners
Versnel innovaties met de nieuwste trends
Beleef journalistiek van top niveau door collega’s, ervaren redacteurs én experts uit de sector.
Wendy Noordzij
Chris Polkamp
Alieke Hilhorst