Moet de keten om te verduurzamen nog korter dan de vaak al zeer efficiënte, reguliere keten, en wat is dan korter? - Foto: Canva/demaerre
Recent had ik een boeiend gesprek met onze cateraar en zijn leveranciers over nut en noodzaak van meer lokaal, regionaal inkopen van (vers)producten. Het gesprek ging over verregaande, duurzame samenwerking in de keten en de vraag of deze keten dan ‘korter’ en dus meer lokaal moet zijn.
De komende jaren verwachten we intensievere ketensamenwerking van boer tot bord. Dit wordt gestimuleerd door de behoefte bij retailers en foodservice om grip te houden op levering van hun (vers)product én om inzicht te krijgen in hoe en waar het geproduceerd is.
Dit laatste is cruciaal om aan de eisen van CSRD-wetgeving te voldoen, maar ook om de consument te helpen in het maken van een duurzame keuze. Dit noemen wij het bieden van ‘mentaal gemak’. Oftewel de consument helpen in het maken van de juiste, bewuste keuze op basis van transparante, uniforme duurzaamheidscriteria.
Willen we verduurzamen, dan zal dit steeds vaker in wederkerige, gesloten ketens plaatsvinden, waarbij alle partijen langetermijnbetrokkenheid uitspreken met gerichte investeringen in de productie én afname van een duurzamer product.
Wat is een korte keten?
Maar moet die keten dan ook nog korter dan de vaak al zeer efficiënte, reguliere keten, en wat is dan korter? We zien vele definities van de korte keten, in termen van minder schakels tussen boer en consument, minder afstand, minder tijd et cetera. Uiteindelijk is de inrichting van de keten niet het doel, maar vooral een middel om een doel te bereiken.
Uiteindelijk is de inrichting van de keten niet het doel, maar vooral een middel om een doel te bereiken
De term die de EU hanteert, ‘slimme ketens’, vind ik dan ook beter passen. Daarbij kunnen slimme ketens gericht op lokale afzet meerdere doelen nastreven: van betere afzet, betere prijs en een onderscheidend product tot meer inzicht in wie je consument en producent is en efficiëntere samenwerking. Maar vooral kan het waarde toevoegen in sociale context: meer lokale activiteiten, versterken van de leefbaarheid en aantrekkelijkheid van het platteland en versterken van de werkgelegenheid. Een win-win voor alle betrokkenen.
Kortom, ik pleit voor slimmere ketens, waarbij lokale afzet onder voorwaarden succesvol kan zijn, want schaalgrootte, distributie, onderscheidend vermogen en een professionele organisatie zijn en blijven belangrijke elementen om tot een volwaardig bedrijfsmodel te komen.