Een boerderijwinkel. Ook in Vlaanderen is steeds meer aandacht voor lokale afzet van landbouwproducten. - Foto: ANP
In dit artikel
De korte keten is niet alleen in Nederland een magisch woord geworden de laatste tijd. Ook in Vlaanderen wordt hier veel van verwacht voor de landbouw- en voedingssector. Tot 23 mei is het daar ‘de week van de korte keten’.
Het is al de vierde keer dat overheid en sector in Vlaanderen een week van de korte keten organiseren. De aftrap was vorige week met een een bezoek van Vlaams minister van Landbouw en Voeding Hilde Crevits (CD&V) en gedeputeerde Landbouw van de provincie Vlaams-Brabant Tom Dehaene (CD&V) aan familiebedrijf Van Haesendonck in Weerde.
De Week van de Korte Keten heeft als doel de bekendheid van de korte keten te verhogen. “Rechtstreeks bij de boer kopen staat voor verse, kwaliteitsvolle producten, die een korte weg hebben afgelegd en waarmee je de lokale economie ondersteunt. Het is ook de ideale manier om de lokale landbouw beter te leren kennen”, klinkt het. Korte keten kent vele vormen, zoals hoevewinkels, boerenmarkten, automaten op de hoeve, Buurderijen (Boeren & Buren), groenteabonnementen of zelfpluktuinen.
Vlamingen meer naar hoevewinkel in coronatijd
Onder invloed van de coronacrisis vonden Vlamingen vorig jaar vlotter de weg naar de hoevewinkel. In het tweede kwartaal van 2020 werd een toename van 88% genoteerd. Vooral varkensvlees, aardbeien en asperges gingen vlot over de toonbank. Over heel 2020 gezien groeide de omzet van de rechtstreekse verkoop op de hoeve en de boerenmarkten in Vlaanderen met 27%. Ook in de eerste drie maanden van 2021 zet die positieve trend zich door met een toename met 36%. Toch blijft het marktaandeel van de hoevewinkel met één procent heel bescheiden.
Nederlandse cijfers
Ook in Nederland zit de korte keten in de lift, meldde het CBS eerder dit jaar. De omzet is hier € 1,5 miljard, en 14% van de landbouwbedrijven is actief in de korte keten. Cijfers over de impact van de coronacrisis in Nederland op de korte keten zijn er nog niet.
‘Positie landbouwers versterken’
De politieke partij Groen wil dat Vlamingen ook na de lockdown naar hoevewinkels blijven gaan en heeft een resolutie klaar die initiatieven rond de korte keten beter moet ondersteunen. Ze roept de regering op om de positie van de landbouwers in de keten te versterken. “Het is een goede zaak dat mensen rechtstreeks bij een boer kopen”, zegt Chris Steenwegen van Groen. “Er ontstaat een vertrouwensband met de boer, die krijgt waardering en een goede prijs voor de producten. Die producten zelf zijn dan weer gezond, hebben er minder kilometers op zitten en hebben daardoor een kleine CO2-voetafdruk.”
Minister op bezoek
Vlaams minister van Omgeving Zuhal Demir (N-VA) bezocht zaterdag een bedrijf Oudsbergen (L.). De Tievishoeve is een biologisch melkveebedrijf met een eigen hoevewinkel en een bistro met ijssalon. De minister kwam vroeger al met haar vader naar het bedrijf van Johan en zijn familie om er rauwe melk te kopen, nu had ze zelf haar 3-jarige dochter bij zich, omdat ze het belangrijk vindt dat die weet waar melk en vlees vandaan komen. Ze verwijst in een speech naar de trots waarmee in Frankrijk lokale producten omgeven zijn. “Korte keten is voor mij de toekomst van onze lokale boeren en ook dé vorm van landbouw met een groot draagvlak.”
Contact tussen producent en consument
Ze noemt de korte keten ook een manier van verkopen waarbij er rechtstreeks contact is tussen producent en consument. “Op die manier kan de lokale landbouwer zijn prijs, de productiemethode en het aanbod zelf bepalen. Met zo’n transparant systeem is hij niet enkel de ambassadeur voor zijn product maar voor de hele korte keten. Als consument krijg je in ruil verse en kwaliteitsvolle producten recht van bij de boer.”
Volgens de minister wijst de stikstofproblematiek erop dat er in Vlaanderen geen plaats is voor ‘industriële landbouw’.
Auteur: Griet Lemaire