Een bezoeker van een restaurant in Singapore neemt een foto van 's werelds eerste kweekvleesproduct dat op de markt is. Singapore was eind vorig jaar het eerste land dat kweekvlees toestond. Foto: ANP
In dit artikel
- Hoe wordt kweekvlees gemaakt?
- Wat zijn de kosten voor de productie van kweekvlees?
- Ieder bedrijf gebruikt een andere samenstelling
- Hoe duurzaam is kweekvlees?
- Hoe staat de consument tegenover kweekvlees?
- Combi van oude en nieuwe praktijken
- Mag kweekvlees al op de Nederlandse markt gebracht worden?
- Vermarkting over twee jaar
Singapore is het allereerste land dat eind vorig jaar consumptie van kweekvlees toestond. Wereldwijd gaan de ontwikkelingen snel, maar bedrijven zijn nog altijd vooral op pilot- en laboratoriumniveau bezig. Uitdagingen als de kostprijs, opschaling en Europese regelgeving zorgen ervoor dat Europa nog even moet wachten op kweekvlees.
Het is bijna acht jaar geleden dat ’s werelds eerste kweekvleeshamburger gepresenteerd werd. De Maastrichtse wetenschapper Mark Post had daarmee een primeur. Inmiddels zijn er wereldwijd zo’n 60 tot 70 bedrijven actief in kweekvlees en wordt er volop geïnvesteerd en onderzoek gedaan in de nieuwe branche. Singapore is zelfs, als ’s werelds eerste land, al zo ver dat kweekkip op de kaart staat in een restaurant. Mark Post zei ten tijde van de presentatie in 2013: “In het meest positieve scenario zijn de kweekburgers over 10 tot 20 jaar te koop voor consumenten.” Hoe staat het er nu voor? Wat zijn op dit moment de grootste uitdagingen? Liggen de kweekburgers over twee jaar in de Nederlandse supermarkten?
Door het commerciële karakter is de sector vooral afhankelijk van private investeringen
Sinds de presentatie van de eerste burger in Londen heeft het aantal wetenschappelijke publicaties over kweekvlees een vlucht genomen. Kweekvlees is echter niet meer alleen wetenschap. De laatste jaren vindt (door)ontwikkeling en onderzoek veelal plaats binnen bedrijven. Daardoor blijven details over de ontwikkeling van kweekvlees vooral binnen hun muren en komt er beperkt informatie vrij. Door het commerciële karakter is de sector vooral afhankelijk van private investeringen. Investeerders willen wel. Vooral het afgelopen jaar werd er volop geld in de sector gestoken. Volgens het Good Food Institute werd er in 2020 $ 366 miljoen geïnvesteerd in kweekvlees. Dat is 72% van het totale geïnvesteerde bedrag sinds 2016.
Hoe wordt kweekvlees gemaakt?
Ondanks al het onderzoek en de investeringen, werken de meeste bedrijven nog op laboratorium- of pilot-niveau aan kweekvlees. Het basisprincipe van het maken van kweekvlees is bij alle bedrijven ongeveer hetzelfde, ondanks dat ieder bedrijf een eigen techniek gebruikt. Kweekvlees begint bij het nemen van een biopt van een dier. Daaruit worden stamcellen gehaald. Deze stamcellen zijn ongedifferentieerde cellen die zich kunnen vermenigvuldigen en veranderen in een ander type cel, bijvoorbeeld een spier- of vetcel. De stamcellen worden in een bioreactor, een soort gistketel, gevoed met voedingsstoffen en groeifactoren. Hierdoor gaan de cellen zich vermenigvuldigen. Wanneer de cellen zich voldoende gedeeld hebben, worden ze gestimuleerd om spier- of vetcellen te worden en samen weefsels te vormen. Vele weefsels samen vormen een stuk vlees. Dit proces duurt enkele weken tot maanden.
Zoals gezegd worden verschillende technieken onderzocht en gebruikt. Zo laat de Nederlandse start-up Meatable desgevraagd weten zogenoemde pluripotente cellen te gebruiken. Dat zijn cellen die zich eindeloos kunnen delen, in tegenstelling tot normale stamcellen die zich maar een beperkt aantal keer kunnen delen, waardoor na verloop van tijd altijd nieuwe biopten nodig zijn. Deze pluripotente cellen moeten wel geprogrammeerd worden om spier- of vetcellen te worden. Iets waartoe Meatable naar eigen zeggen in staat is. Daardoor kunnen spier- en vetcellen in een zelfde omgeving groeien, terwijl bij andere technieken spier- en vetcellen apart behandeld moeten worden en daarna moeten worden samengevoegd.
Wat zijn de kosten voor de productie van kweekvlees?
Eén van de grootste uitdagingen in de productie van kweekvlees is het omlaag brengen van de productiekosten. De eerste hamburger van Mark Post kostte € 250.000. Uit een berekening van onderzoeksbureau CE Delft blijkt dat de huidige productiekosten 100 tot 10.000 keer hoger liggen dan de kosten voor vergelijkbare vleesproducten. De exacte productiekosten zijn afhankelijk van de samenstelling van het groeimedium en de prijs daarvan. Het groeimedium waarin de cellen zich delen is namelijk de grootste kostenpost. Volgens schattingen van het Good Food Institute maakt het medium voor 55 tot 95% uit van de totale kosten.
Ieder bedrijf gebruikt een andere samenstelling
De hoge kosten voor het groeimedium komen door de dure zogenoemde recombinante eiwitten, zoals albumine en insuline, en groeifactoren. Voor de eerste typen kweekvlees werd foetaal kalfsserum, uit bloed van ongeboren kalveren, gebruikt. Inmiddels zijn er alternatieven voor handen. Volledige vervangers voor het kalfsserum zijn echter duur. Prijzen van de groeifactoren kunnen mogelijk omlaag wanneer ze op grotere schaal en op een andere manier geproduceerd worden, zo stellen de onderzoekers van CE Delft. Ieder bedrijf gebruikt een andere samenstelling van het groeimedium. Mosa Meat, het Nederlandse kweekvleesbedrijf dat werd opgericht door Mark Post, berichtte vorig jaar dat het de kosten voor zijn medium met 88 keer heeft kunnen verlagen.
Uiteindelijk zou kweekvlees goedkoper moeten zijn dan conventioneel vlees, omdat de productie ervan efficiënter is
Wat de precieze prijs van kweekvlees is wanneer het op de markt komt, is moeilijk te zeggen. Ook Mosa Meat en Meatable kunnen daar geen uitspraken over doen. Duidelijk is wel dat de prijs hoger zal zijn dan regulier vlees. Volgens onderzoekers van CE Delft zijn er echter nog slagen te maken om de prijs fors omlaag te brengen tot uiteindelijk zo’n $ 5,66 (€ 4,65) per kilo. Een woordvoerder van Mosa Meat liet desgevraagd weten: “Uiteindelijk zou kweekvlees goedkoper moeten zijn dan conventioneel vlees omdat de productie ervan efficiënter is. Maar zoals bij de meeste nieuwe technologieën, zullen de eerste producten op kleine schaal tegen een hoge prijs worden verkocht. Naarmate we opschalen, daalt de prijs en willen we uiteindelijk concurreren met vleesproducten die momenteel in supermarkten liggen.”
Hoe duurzaam is kweekvlees?
De productie van kweekvlees kost veel energie. Tijdens de delingsfase van de cellen zorgt de warmtewisselaar voor het meeste energieverbruik. De bioreactor moet actief gekoeld worden om oververhitting, waar de cellen erg gevoelig voor zijn, te voorkomen. Hoe duurzaam de productie van kweekvlees is of kan worden, hangt voor een groot deel af van het gebruik van duurzame energie. CE Delft berekende in een scenariostudie voor 2030 dat wanneer geen duurzame energie gebruikt wordt, de milieu-impact en de CO2-footprint van kweekvlees al lager is dan die van rundvlees (zowel vleesvee als melkvee).
Het onderzoeksbureau hield bij deze berekeningen ook rekening met een efficiëntere en duurzamere veehouderij in 2030. Zonder gebruik van duurzame energie is de CO2-footprint van kweekvlees hoger dan van varkens- en pluimveevlees. Maar wanneer deels gebruik wordt gemaakt van duurzame energie, scoort kweekvlees ook beter dan pluimvee- en varkensvlees op milieu-impact en CO2-uitstoot. Als minimaal 30% van de energie duurzaam is, is de CO2-uitstoot van kweekvlees lager dan van kip en varkensvlees. Op het gebied van watergebruik scoort kweekvlees ongeveer gelijk aan kip en varkensvlees. Het enige waar kweekvlees niet aan kan tippen is de milieuscore en CO2-footprint van plantaardige vleesvervangers, zo stelt CE Delft.
Hoe staat de consument tegenover kweekvlees?
“Er gaat een proces van gewenning aan vooraf, voordat een consument daadwerkelijk kweekvlees zal eten.” Dat zegt Cor van der Weele, bijzonder hoogleraar filosofie aan Wageningen University & Research. Ze doet al enkele jaren onderzoek naar kweekvlees op maatschappelijk en filosofisch vlak. Uit haar onderzoek blijkt dat de ontwikkeling van kweekvlees mensen vooral aan het denken zet over vlees. “Mensen houden van vlees, maar denken er ook dubbel over. Tegelijk zorgen die dubbele gevoelens nog niet voor een daling van de vleesconsumptie.”
Consumenten zouden kweekvlees vooral een aantrekkelijk idee vinden als het op niet te grote schaal geproduceerd zou worden
Van der Weele ziet dat een eerste reactie op kweekvlees vaak gaat over hoe onnatuurlijk het is. “Maar je merkt wanneer ze aan het idee gewend raken, dat ze daar al minder moeite mee hebben. Consumenten zouden kweekvlees vooral een aantrekkelijk idee vinden als het op niet te grote schaal geproduceerd zou worden.” Momenteel doet ze dan ook onderzoek naar de mogelijkheden van kleinschalige productie van kweekvlees door Nederlandse boeren. “Ook bij sommige boeren merkte ik dat dubbele gevoel over vlees, dus ik wilde onderzoeken of er een toekomst in kweekvlees voor hen in zit.”
Combi van oude en nieuwe praktijken
Van der Weele ontdekte dat een combinatie van oude met nieuwe praktijken het meest aanspreekt. “Het idee van een varken in de tuin of op de boerderij waar je cellen van neemt, gecombineerd met een kleine bioreactor op dezelfde locatie. Dat zien veel mensen wel zitten.” Van der Weele geeft aan dat het nog niet zo uitgekristalliseerd is of het ook technologisch mogelijk zou zijn. “Het doel van het onderzoek is om te peilen of er interesse zou zijn en wat ervoor nodig zou zijn. Eén van de conclusies is dat een kweekvleespilot op een agrarisch bedrijf een goed idee zou zijn.”
Mag kweekvlees al op de Nederlandse markt gebracht worden?
Singapore is het eerste land waar kweekvlees is goedgekeurd als humane voeding. Een belangrijk argument voor het land om kweekvlees toe te staan is omdat het meer zelfvoorzienend wil zijn. Nu importeert het namelijk 90% van het voedsel. In Europa is kweekvlees een zogenoemd Novel Food. Dat betekent dat het voedsel is dat niet voor 15 mei 1997 veelvuldig in de EU gegeten werd. Voor dit nieuwe voedsel moeten dossiers opgebouwd worden op het gebied van voedselveiligheid. De Europese voedselveiligheidsinstantie Efsa beoordeelt deze dossiers, die bedrijven opbouwen, en bepaalt of kweekvlees veilig op de Europese markt gebracht kan worden.
Onbekend is of bedrijven al dossiers hebben aangeleverd bij Efsa. Mosa Meat verwacht binnenkort de toelatingsprocedure in te gaan. Het bedrijf gaat uit van een toelating na 1,5 tot 2 jaar. “We verwachten geen problemen met het verkrijgen van goedkeuring”, zo laat een woordvoerder desgevraagd weten. Het toelatingsproces van gedroogde meelwormen duurde echter meer dan drie jaar. Het is dus de vraag hoe snel Efsa over kweekvlees kan oordelen.
Vermarkting over twee jaar
Opschalen, kosten omlaag brengen en goedkeuring krijgen van de Europese autoriteiten. Het zijn de belangrijkste uitdagingen voordat kweekvlees de Nederlandse markt op kan. De hoop is dat de toelating in Singapore het pad heeft vrij gemaakt. Als de kweekvleesbedrijven de wind mee hebben, zou vermarkting over twee jaar werkelijkheid kunnen worden. Dat is echter het meest optimistische scenario. Langer dan twee jaar lijkt het meest realistische.