Lagere prijzen jagen groei plantaardig aan

Er werd 3,5% meer plantaardig verkocht in Europa. De groei is met name te zien in producten die goedkoper zijn dan hun dierlijke vervanger, stelt The Good Food Institute (GFI) op basis van cijfers van onderzoeksbureau Circana.

In 2023 werd er voor € 5,4 miljard aan plantaardige voedingsmiddelen gekocht in 6 Europese landen. Dat is 5,5% meer dan in 2022. In Duitsland, Spanje en Frankrijk groeide het volume en in Italië heeft dat stabiel. Opvallend: in Nederland en het Verenigd Koninkrijk (VK) kromp het volume.

Duurder? Verkopen dalen

Dat er minder plantaardig in Nederland en het VK verkocht is, heeft een aantal mogelijke verklaringen. GFI denkt dat de belangrijkste reden is dat plantaardige alternatieven duurder zijn dan hun dierlijke varianten. In Nederland daalde de verkoop van vleesvervangers met 7%, de grootste daling van alle plantaardige categorieën. Vleesvervangers waren op dat moment 38% duurder dan vlees. De verkoop van tofu en tempeh nam wel toe. GFI verklaart dit door de gunstige prijs ten opzichte van vlees en vleesvervangers. Tofu en tempeh kosten gemiddeld € 5,85 per kilo. Bij vlees (€ 9,63) en vleesvervangers (€ 13,30) ligt dat aanzienlijk hoger.

Ook in het VK is deze trend te zien. Plantaardige voedingsmiddelen die flink duurder zijn dan hun dierlijke variant, zagen een daling in de verkoop. Een bak plantaardig ijs is gemiddeld £3 (€ 3,60) duurder dan roomijs. Het volume nam met 18% af.

Huismerken

Het GFI geeft ook aan dat prijs een van de belangrijkste aanjagers van groei is in de plantaardige categorie in de zes Europese landen. Zodra een plantaardig product goedkoper wordt dan de dierlijke tegenhanger, zijn consumenten eerder genegen het te kopen. In Duitsland, de grootste plantaardige markt, wordt de omzet gedreven door huismerken. Huismerk plantaardige zuiveldranken zijn bijvoorbeeld 13% goedkoper dan zuivel. De plantaardige room groeide met 38%, ook omdat het product goedkoper is in Duitsland dan room.

Prijs en smaak

De onderzoekers stellen dan ook dat er meer focus moet komen op prijsverlagingen om de groei verder aan te jagen. Daarnaast blijft smaak enorm belangrijk om nieuwe consumenten te behouden. Prijs trekt, smaak behoudt. GFI stelt dat beleidsmakers en de voedingsmiddelenindustrie moeten blijven investeren in innovaties en verdere opschaling.

Plantaardige dranken en vleesvervangers blijven de grootste categorieën met respectievelijk 41% en 37%. Kaasvervangers en plantaardige room groeien het hardst, maar hebben ook het kleinste marktaandeel.