Sommigen wijten de pandemie aan de globalisering. Dat klopt niet helemaal, want de ‘wet market’ in Wuhan, waar de pandemie hoogstwaarschijnlijk is begonnen, is geen internationale, maar een regionale markt. Foto: ANP
In dit artikel
Niet alle lessen uit de coronacrisis zijn even wijs.
Allerlei opinieleiders proberen lessen te trekken uit de coronacrisis. Soms zijn die lessen steekhoudend, maar soms te gretig en makkelijk geformuleerd. Corona blijkt op menig stokpaardje te passen.
Sommigen wijten de pandemie aan de globalisering. Dat klopt niet helemaal, want de ‘wet market’ in Wuhan, waar de pandemie hoogstwaarschijnlijk is begonnen, is geen internationale, maar een regionale markt. Wel heeft het virus zich snel kunnen verspreiden dankzij het vele vliegverkeer. Maar in 1918 was er nog weinig vliegverkeer en toch verspreidde de Spaanse griep zich snel over de planeet.
Toekomstplannen voor de pluimveehouderij
Anderen roepen: het komt door de intensieve veehouderij. Niet waar, want op de ‘wet markets’ werden levende wilde dieren verhandeld, veelal gevangen door stropers. Neemt niet weg dat ook de handel in levende eenden en kippen uit de Chinese veehouderij al vaak heeft geleid tot pandemieën, namelijk van influenza.
Op Nederlandse markten worden geen levende dieren verhandeld. Maar stel dat het vogelgriepvirus van 2003 geen H7N7 maar H5N1 was geweest, dan had ook hier een grieppandemie kunnen uitbreken. Iets om ernstig rekening mee te houden bij toekomstplannen voor de pluimveehouderij.
Kiezen voor tijdelijke productiebeperking
Corona leert weer eens dat Nederland als exportkampioen enorm kwetsbaar is. Dat werd pijnlijk duidelijk bij bloemen, kalfsvlees en frietaardappelen. De oplossing wordt vaak gezocht in doordraaien of in opkopen en opslaan. Maar voorraden blijven boven de markt hangen en drukken de prijs. Slimmer lijkt me om in zo’n situatie te kiezen voor tijdelijke productiebeperking, want dat geeft minder verspilling en prijsbederf. Overigens is ons landbouwsysteem ook sterk afhankelijk van import: veevoer van overzee, kalveren uit Europese landen en arbeidsmigranten uit Oost-Europa. Ook dat maakt het systeem kwetsbaar. Het heeft dringend meer buffers en veerkracht nodig.
De vitale beroepen
Positief aan de crisis vind ik dat heel Nederland weer beseft wat vitale beroepen zijn: artsen en verpleegkundigen, leraren, boeren en tuinders, medewerkers van drinkwaterbedrijven en supermarkten, vrachtwagenbestuurders, personeel van openbaar vervoer, bouwvakkers, politieagenten, schoonmakers en journalisten. Voor de zorgverleners was terecht applaus, maar waarom niet ook voor de boeren en tuinders? Zij zorgen voor onze voedselzekerheid. Maar misschien gaan mensen dat pas weer beseffen als voedsel schaars wordt.
Dan de belangrijkste les: we zitten allemaal met een navelstreng vast aan de natuur. Die streng is de voedselketen, maar die geeft soms ook een levensgevaarlijk micro-organisme door. Met de natuur valt niet te spotten.