De komst van insecteneiwitten op de Europese markt werd met grote belangstelling onthaald. Foto: Jan Willem Schouten
In dit artikel
Sinds 2021 zijn insecten voor menselijke consumptie toegelaten op de Europese markt. De sector kent na jaren van groei een terugval. Te weinig investeerders, hoge energiekosten en een consument die nog niet klaar is voor insecten op het menu laat producenten sidderen.
De komst van insecteneiwitten op de Europese markt werd met grote belangstelling onthaald. Insecten worden beschouwd als een hoogwaardige eiwitbron en een duurzamer alternatief voor vlees om de groeiende wereldbevolking te voeden. Het was de meelworm die als allereerste tot op de Europese voedselmarkt wurmde. In 2021 gaven de lidstaten hun goedkeuring om de insectensoort toe te staan als nieuw voedingsmiddel.
Insectenbedrijven in moeilijkheden
In hetzelfde jaar legde het Franse pioniersbedrijf Ÿnsect de eerste stenen van ’s werelds grootste fabriek voor insectenproteïnen en meststoffen in Noord-Frankrijk. Sinds de oprichting heeft het bedrijf in negen financieringsrondes in totaal €625 miljoen aan durfkapitaal opgehaald, onder meer bij enkele Belgische bedrijven. Hierdoor wordt Ÿnsect beschouwd als een van de best gewaardeerde foodtech-start-ups in Europa.
Maar het Franse uithangbord van de insectenkwekerijsector heeft in oktober vorig jaar een beschermingsplan ingediend nadat het niet genoeg financiering kon vinden voor zijn uitbreidingsplannen. De grootste verticale insectenboerderij van de wereld is op zoek naar kopers of nieuwe investeerders. Het bedrijf, dat 214 werknemers heeft in vestigingen in Amiens, Dôle, Evry en Parijs, zegt dat het ongeveer € 130 miljoen nodig heeft om de beoogde omzet van €131 miljoen in 2028 te behalen.
Hetzelfde geldt voor Agronutris, de nummer twee van Frankrijk in de sector, dat ook onder vrijwaringsprocedures is geplaatst. In Ierland werd marktleider Hexafly in 2023 opgekocht na soortgelijke moeilijkheden. De Canadese krekelboer Aspire Food Group moest dan weer twee derde van zijn personeel laten gaan en kondigde plannen aan om de productie terug te schroeven om geld te besparen en tegelijkertijd verbeteringen in het proces door te voeren.
Productiekosten en vraag consumenten
Volgens de Europese koepelorganisatie van de insectensector (IPIFF) dragen meerdere factoren bij aan de vertraging van de industrie. “De hoge productiekosten, het bredere economische klimaat en de veranderende Europese regelgeving”, klinkt het. De industrialisatie van de insectenkweek brengt een hoog energieverbruik met zich mee, om de temperatuur en de verlichting op peil te houden. Daarnaast wegen dure grondstoffen, die tot wel 90% van de productiekosten kunnen uitmaken zwaar door.
En er is ook een probleem met de vraag. Europese consumenten hebben weliswaar diervoeding op basis van insecten geaccepteerd, maar blijven terughoudend voor de menselijke consumptie. Volgens het IPIFF blijft dit een ‘uitdaging’ in Europa.
Volgens de industrie zou de EU de sector uit de problemen kunnen halen met een aantal regelgevende aanpassingen om de marktkansen te vergroten. Een voorbeeld hiervan is het toestaan dat insectenuitwerpselen aan boeren worden verkocht voor gebruik als meststof of biogas. De sector pleit er ook voor dat gekweekte insecten zich kunnen voeden met reststromen van vlees- en visproducten uit supermarkten.
Nieuwe fabrieken gebouwd
Investeringen in de sector zijn echter niet helemaal opgedroogd. Het biotechbedrijf Tebrio is gestart met de bouw van ’s werelds grootste insectenkwekerij in Salamanca, Spanje. De 90.000 vierkante meter grote fabriek heeft als doel jaarlijks 100.000 ton eiwitten en lipiden te produceren uit meelwormen.
Om te voorkomen dat andere bedrijven hetzelfde lot ondergaan als het Franse bedrijf, moedigt IPIFF bedrijven aan om hun productieketen te ‘decentraliseren’, zodat ze zich op bepaalde segmenten kunnen richten en lokale partnerschappen kunnen aangaan. Hierbij kan gedacht worden aan “het upcyclen van bijproducten uit de agrovoedingsindustrie, die vervolgens hergebruikt kunnen worden als substraat voor insecten, of het uitbesteden van de kweek/mesterij van gekweekte insecten door lokale boeren”, aldus de organisatie.
IPIFF verwacht een groei van de totale EU-productiecapaciteit van insecteneiwitten van 73.000 ton (2025) naar 650.000 ton tegen 2030.
Auteur: Joris Rigo (Vilt)