Skip to content

ME-AT wil zoveel mogelijk Nederlandse grondstoffen

ME-AT, de plantaardige tak van Vion, wil voor vleesvervangers zo veel mogelijk grondstoffen van Nederlandse bodem.

Updated on:
Business
Achtergrond
Plantaardige worstjes op de productielijn van de ME-AT-fabriek in Leeuwarden. - Foto: ME-AT premium

Plantaardige worstjes op de productielijn van de ME-AT-fabriek in Leeuwarden. - Foto: ME-AT

ME-AT, de plantaardige tak van Vion, maakt vleesvervangers van Nederlandse veldbonen. Het bedrijf wil zo veel mogelijk grondstoffen van Nederlandse bodem halen.

Het is een boodschap die Vion consistent al jaren uitdraagt: het belang van het bouwen van ketens. Building Balanced Chains, zoals het bedrijf het zelf noemt. Ook in de plantaardige tak, ME-AT, wordt die filosofie doorgevoerd. Onlangs was daarvan het eerste resultaat zichtbaar: de eerste vleesvervanger op basis van in Nederland geteelde veldbonen kwam op de markt. Hoewel ME-AT geen namen van klanten noemt, is zonder twijfel duidelijk waar de vleesvervanger in de schappen ligt. In maart presenteerde Albert Heijn voor het eerst een veldbonenburger met Nederlandse veldbonen onder eigen merk.

Areaal veldbonen verdubbelt

Op 30 hectare werden vorig jaar veldbonen geteeld voor de vleesvervangers van ME-AT. Dit jaar verdubbelt het areaal. Het assortiment breidt binnenkort uit met worstjes en gehakt. In totaal heeft het bedrijf vijftien verschillende vleesvervangers in het assortiment die onder private label in zeventien landen te koop zijn. Dat alles gebeurde binnen 2,5 jaar nadat Vion aankondigde de runderslachterij in Leeuwarden om te bouwen tot fabriek voor vleesvervangers. Voor het opzetten van een veldbonenketen werkt ME-AT samen met ZLTO, Agrifirm en Herba Ingredients. Als start zijn in 2020 tachtig velden met veldbonen ingezaaid en monsters ervan bekeken in het lab. Daar is een top 3 van rassen uitgekomen die het beste voldeden aan de eisen om er een vleesvervanger van te kunnen maken. “Het is belangrijk dat de kwaliteit die nodig is voor de vleesvervangers ook de kwaliteit is die geleverd wordt”, aldus Willem Cranenbroek, General Manager van het bedrijf tijdens een persbijeenkomst in Leeuwarden. Vorig jaar werden de eerste veldbonen voor de vleesvervangers geoogst, waar Herba een texturaat van maakte en vervolgens leverde aan ME-AT.
Als we Nederlandse grondstoffen gebruiken, zetten we het ook als Nederlands product in de markt
Als het aan Cranenbroek ligt, gaat het bedrijf zoveel mogelijk producten maken met Nederlandse grondstoffen. “Het is niet het hoofddoel om 100% Nederlandse grondstoffen te gebruiken. Dat is ook niet mogelijk, maar wel zoveel mogelijk. Het stopt misschien ook niet bij de veldboon. Belangrijk is dat alles schaalbaar moet zijn. Ook geldt dat als we Nederlandse grondstoffen gebruiken, we het ook als Nederlands product in de markt zetten.” Voor de producten op basis van de veldbonen is het bedrijf bezig met een berekening van de CO2-impact. Daarnaast moeten grondmonsters meer kennis geven over het effect op stikstof in de bodem. “De veldboon is niet alleen een mooie grondstof, het heeft ook een maatschappelijk belang.”

Gelijk aan tarweprijs met plus

Dat het een Nederlands product is, betekent niet dat de burger een hogere verkoopprijs heeft dan andere vergelijkbare vleesvervangers. “We hebben daar echt voor gelobbyd in de onderhandelingen.” De telers van de veldbonen krijgen een prijs die gelijk is aan die van tarwe met daarbovenop een plus. “Met de huidige marktprijzen zijn de prijzen voor de Nederlandse veldbonen niet per se veel hoger dan andere grondstoffen. Het is een keten in ontwikkeling, met veel trial en error. Alle ketenpartijen moeten bijdragen aan de ontwikkeling daarvan.”
Een eigen merk past niet bij ons
ME-AT zet in op de ontwikkeling en productie van vleesvervangers die zo dicht mogelijk in de buurt van vlees komen. “We willen het de consument makkelijk maken. De consument moet de vleesproducten een-op-een kunnen uitruilen met de plantaardige producten.” Het dochterbedrijf van Vion heeft er bewust voor gekozen te produceren voor private label. Cranenbroek: “Een eigen merk past niet bij ons. We zouden dan vanaf nul moeten beginnen; ook Vion heeft geen merk waarop we verder zouden kunnen bouwen. Er zouden miljoenen nodig zijn om een eigen merk op te zetten. Daarbij is onze verwachting dat het aantal merken in de retail zal teruglopen. Een nieuw schap, zoals het vleesvervangerschap, bestaat vaak uit veel verschillende merken. Maar hoe groter en bekender het schap wordt, des te meer producten van het eigen merk supermarkten willen. Dat was iets waar wij op in konden spelen.” Bekijk ook de video:

Mis geen enkel topverhaal op Eiwit Trends

Dit premium artikel is enkel beschikbaar voor abonnees

Beperk risico's met betere investeringen

Versterk je ketenpositie met de juiste partners

Versnel innovaties met de nieuwste trends

Beleef journalistiek van top niveau door collega’s, ervaren redacteurs én experts uit de sector.

Chris Polkamp

Chris Polkamp

Afbeelding

Wendy Noordzij

Alieke Hilhorst

Alieke Hilhorst

Abonneer vanaf €2,50/week

Snel delen

Carolien Kloosterman
Carolien Kloosterman

Voormalig redacteur