Meer druk nodig om voeding gezonder te maken

Voorschrijven wat mensen wel of niet mogen eten gaat veel te ver. Aan de andere kant kost ongezonde voeding de overheid veel geld door hogere zorgkosten. De overheid schat dat bijna 13.000 sterfgevallen een relatie hebben met ongezonde voeding. Ongeveer € 6 miljard aan zorgkosten is gerelateerd aan een ongezonde leefstijl. Dus wil de overheid dat mensen gezonder gaan eten.

Voorzichtigheid is te zien

De spagaat tussen betutteling en noodzaak verklaart de voorzichtige houding van de overheid als het gaat over een gezonde leefstijl van burgers. Die voorzichtigheid is te zien in de Nationale Aanpak Product Verbetering (NAPV), die staatssecretaris Maarten van Ooijen van Volksgezondheid vorige week officieel van start liet gaan. De NAPV formuleert doelen die in 2030 gehaald moeten zijn wat betreft gehaltes aan suiker, vet, zout en vezels in voeding. In de tussentijd wordt een paar keer geëvalueerd of de fabrikanten werk maken van de voornemens. Maar er staan geen sancties op het niet halen van de doelen. De overheid wil door gesprekken, voorlichting en informatie-uitwisseling fabrikanten zo ver krijgen dat ze de samenstelling van hun producten gezonder maken.

Consumenten mogen ervan uitgaan dat voeding geen schade toebrengt aan hun gezondheid

Dat is allemaal erg vrijblijvend. Je kunt consumenten niet dwingen bepaalde voedingsmiddelen te laten staan. Maar de overheid kan wel wat meer druk uitoefenen op voedingsmiddelenfabrikanten door sancties in het vooruitzicht te stellen als de doelen niet worden gehaald. Het is niet meer dan normaal dat fabrikanten streven naar gezondere producten, ook al kunnen ze geld verdienen met de verkoop van voeding die te veel suiker, vet en zout bevat. Consumenten mogen ervan uitgaan dat voeding geen schade toebrengt aan hun gezondheid. Daarom mag de overheid de producenten van voedingsmiddelen wel wat meer achter de broek zitten dat hun producten veilig zijn voor de gezondheid van mensen.