Mengteelt in de akkerbouw. - Foto: Hans Banus
In dit artikel
Het Louis Bolk Instituut deed proeven met mengteelten van granen, veldbonen en lupine, en vertelde wat deze voor biologische akkerbouwers kunnen betekenen.
Telers, veehouders, verwerkers, adviseurs en beleidsmakers lieten zich in Kraggenburg en Ens (Fl.) bijpraten over optimalisatie en diversificatie, in de zoektocht naar gezonde gewassen en natuurinclusieve teeltmethodes. Op de proefvelden een grote variatie aan commerciële rassen en nieuwe gewassen. Een mengteelt van veldbonen en granen bleek het meest kansrijk voor de biologische teelt. Voordelen van deze mengteelt – ook omdat er veel meer stikstof achterblijft voor de granen – zijn een optimale eiwitopbrengst, betere bakkwaliteit van granen, minder ziektedruk, een gezondere bodem, minder onkruid en meer diversiteit.
Vroege peul en late graanrassen
Daar staat tegenover dat het in de praktijk lastig is om het optimum te vinden. Voor een geslaagde mengteelt moet je de juiste rassen bij elkaar zoeken en in de juiste verhouding zaaien. De veldbonen en het graan moeten ongeveer even sterk concurreren en op hetzelfde moment afrijpen en geoogst worden. Dat betekent een ‘vroege’ peul en ‘late’ graanrassen.
Een mengteelt van lupine en granen heeft ook minder perspectief dan een mengteelt met veldbonen
Niettemin zijn onderzoekers van het Louis Bolk Instituut tevreden over de potentie van mengteelt. Mits op tijd gezaaid kun je 6 tot 8 ton veldbonen van een hectare halen; het dubbele van bijvoorbeeld witte lupine. Ze zien ook toenemend perspectief voor veldbonen. In de veehouderij worden voor eiwitrijk voer al steeds vaker veldbonen – gemengd met graan – geteeld.
Lupine en granen
Een mengteelt van lupine en granen is lastiger. Lupine is minder zelfredzaam – zeker qua onkruid – maar met 40% eiwit en 20% olie wel veelbelovend. Bovendien kan het gewas beter tegen droogte dan veldbonen. Een nadeel is dat de opbrengsten lager liggen, voor witte lupine gemiddeld 3 à 4 ton korrels per hectare. Een mengteelt van lupine en granen heeft ook minder perspectief dan een mengteelt met veldbonen. De onderzoekers verwachten voor lupine een lichte groei met betere rassen, maar zonder echte vraag zal het areaal beperkt blijven.
Op de proefvelden is gepionierd met Andeslupine. Deze is in beginsel vorsttolerant, maar de oogst valt laat en de korrelopbrengst is met 0,6 tot 0,8 ton per hectare duidelijk lager dan bij witte of blauwe lupine. Een kanttekening: het gaat om een proefveldsituatie met onveredelde lijnen. Volgens de onderzoekers lijkt Andeslupine beter geschikt voor biomassaproductie (ongeveer 53 ton per hectare op proefvelden). In Zuid-Europa ligt de korrelopbrengst van Andeslupine hoger: 1,1 ton per hectare in Griekenland en zelfs 3 ton per hectare in Portugal.