Bert en Ine van Zeelst laten melk van hun bedrijf verwerken tot kaas. Deze kaas wordt verkocht via het concept 'Mijn Kaaskoe'. Foto: Van Assendelft Fotografie
In dit artikel
Met ‘Mijn kaaskoe’ heeft de familie Van Zeelst in Hedel een nieuwe bedrijfstak aangeboord. Consumenten nemen een abonnement op de kaas van Van Zeelst’s koeien.
Het melkveebedrijf van de familie Van Zeelst in Hedel heeft meerdere neventakken: boerengolf, horeca en verkoop van kaas van de eigen koeien. Het is deze tak die dit jaar het hardst is gegroeid, vertelt Bert, die samen met vrouw Ine en vier kinderen het bedrijf bestiert.
Fosfaatrechten erbij kopen
Het melkveebedrijf met 200 koeien en 80 stuks jongvee op 100 hectare grond heeft in de voorbije jaren een aantal klappen opgelopen. In 2015 is na jaren touwtrekken om een vergunning een nieuwe stal gebouwd. “Dat was een hele investering, en die moesten we er weer uit krijgen”, vertelt Bert. Maar al gauw kwam er de fosfaatwetgeving, waardoor er zo’n veertig koeien uit moesten, “Dat had een stevige impact op de motivatie van zoon Joris, die het melkveebedrijf wilde overnemen. Ook moest er opnieuw met de bank worden gesproken.” De uitkomst van alles was dat er fosfaatrechten bij werden gekocht, zodat toch weer 200 koeien konden worden gehouden.
Horecatak
“Na een aantal lastige jaren zijn we weer zover dat het melkveebedrijf zichzelf kan bedruipen.” Extra inkomsten kwamen van boerengolf en de horecatak. Wat begon met een simpel aanbod van golf op een weiland, met een kopje koffie en een broodje, groeide uit tot een volwaardig horeca-aanbod, met vorig jaar 25.000 bezoekers. Dit jaar heeft de horecatak door de coronacrisis weinig opgeleverd en bezoekers komen slechts heel voorzichtig terug.
Meer geld per kilo melk beuren
De verkoop van kaas via het concept ‘Mijn kaaskoe’ doet het echter uitstekend, vertelt Bert. Het idee om zelf iets met kaasverkoop te doen, ontstond toen de fosfaatreductie zich aandiende. “We vroegen ons af, of we zelf niet meer geld per kilo melk naar ons toe konden halen”, vertelt Bert. In eerste instantie werd gedacht aan een eigen kaasmakerij, maar al snel werd duidelijk dat dit al snel een extra investering van minstens € 300.000 vergde.
Elke vier weken gaat een vrachtauto met melk naar CZ Rouveen en komt een partij kaas terug
Dankzij gesprekken met een bevriende ex-Campina-manager ontstond een ander plan: melk van eigen koeien gebruiken om elders kaas van te laten maken. Zo werd het concept van ‘Mijn kaaskoe’ gelanceerd. Elke vier weken gaat een vrachtauto met melk naar CZ Rouveen en komt een partij kaas terug. Die kaas wordt via abonnementen uitgegeven aan consumenten in de omgeving. Momenteel gaat er zo’n 1.000 kilo kaas per maand naar abonnees, zo’n 350 in getal. Het streven is om eind dit jaar op 500 abonnees te zitten.
De kunst is om klanten te blijven vasthouden
De verkoop van abonnementen verliep eerst moeizaam, maar door de coronacrisis en aanhoudende inzet op digitale marketing zit er nu de vaart in. “Het vraagt wel voortdurende aandacht, met acties, evenementen en dergelijke”, vertelt Ine. De abonnees worden ook betrokken bij het wel en wee op het melkveebedrijf. Ze mogen het bedrijf bezoeken en speciaal voor de klanten zijn er vijf koeien aangewezen als kaas-ambassadrices. Mensen met een tuintje kunnen gescheiden mest ophalen. “De kunst is om klanten te blijven vasthouden”, weet Ine.
Discussie met FrieslandCampina
Het plan leverde eerst nogal discussie op met FrieslandCampina, die moeite had met de eigen kaasproductie en -verkoop. Nu heeft de coöperatie zelfs elementen uit de aanpak van Van Zeelst gekopieerd, ziet Bert.