Nieuw supermarktschap: voedsel op basis van insecteneiwit

Insecten als voedsel hebben hun imago (nog) niet mee. Veel mensen vinden het een onprettig idee om bijvoorbeeld meelwormen in hun mond te stoppen als voedsel. “Daarom verwerken we bij Ÿnsect alles tot ingrediënten”, vertelt Pena.“Daarmee maken we voedsel in een vorm die mensen kennen. Zo sluiten we zo goed mogelijk aan bij hun beleving. Je zult in onze producten dus nooit een insect herkenbaar tegenkomen. Daar is het bij eerdere innovaties misgegaan en daar hebben we nu nog steeds last van.” Het Franse Ÿnsect is opgericht in 2011 in Parijs en telt drie productielocaties: in Dole (Frankrijk), Nebraska (Verenigde Staten) en Ermelo, vorig jaar overgenomen van Protifarm. Momenteel is een vierde locatie in aanbouw in Amiens (Frankrijk, oplevering eind 2023). Op de Nederlandse locatie wordt de kleine meelworm gekweekt (Alphitobius diaperinus) in circa 40.000 kratten. In Frankrijk gaat het om een iets grotere (Tenebrio molitor). Hoeveel het bedrijf precies produceert, laat het graag in het midden.

Innovatief

Wetenschap en milieuactivisme zijn de pijlers onder het bedrijf. Pena: “Onze business is heel innovatief, wetenschappelijk onderzoek is de drager. We maken producten die nog niet eerder zijn ontwikkeld. Het milieuactivistische schuilt hem in het oog voor duurzaamheid. Hoewel, als men duurzaam ziet als geen vlees eten, dan zijn we uitgepraat. Insecten zijn nu eenmaal dieren. Maar we kweken deze insecten op een heel efficiënte manier in volledig geautomatiseerde vertical farms.” Syta de Visser, verantwoordelijk voor communicatie en marketing Ÿnsect Nederland, vult aan: “Dat betekent dat we met robots werken en met kratten de lucht in gaan. Daardoor hebben we relatief weinig ruimte nodig. Het voer voor de dieren bestaat uit reststromen die niet geschikt zijn voor menselijke consumptie en we gebruiken weinig water. Daarnaast wordt de hele larve gebruikt, zelfs dat wat overblijft na de oogst, is geschikt als meststof voor planten. Alles wordt gebruikt. Daardoor hebben onze eindproducten een daadwerkelijk kleinere CO₂-voetafdruk.”

Geen appeltje eitje

Toch is het allesbehalve appeltje-eitje om de ingrediënten, onder andere gemalen als meel, eiwitpoeder en olie, ook daadwerkelijk als voedingscomponent op de markt te krijgen. Juist door het innovatieve karakter, want het is een dusdanig nieuwe business dat de European Food Safety Authority (Efsa) pas op 13 april van dit jaar haar goedkeuring heeft gegeven. Een heel belangrijke stap, vindt Pena. “De nu geldende regelgeving zorgt voor versnippering. Alleen al in Europa. Elke lidstaat mag zijn eigen maatregelen voor het accepteren en produceren van insecten voor food bepalen. Zo mogen we ze in Nederland produceren en het eindproduct vermarkten, maar in Frankrijk mogen we ze wel produceren, niet vermarkten. In Spanje mogen we de eindproducten wel vermarkten, maar niet produceren en in Italië mag geen van beide. Daarom is het wachten op het Novel Food Agreement. Dat maakt aan al deze verschillen een einde. De Europese Commissie is daarvoor nu aan zet en de goedkeuring van de Efsa is daarbij heel belangrijk.” Als dit akkoord er is, dan kan de markt nog wel eens heel hard gaan groeien, hopen Pena en De Visser. De Visser: “De wereldbevolking groeit en met onze producten kunnen we die voeden. Onderzoek van de universiteit van Maastricht heeft uitgewezen dat eiwit uit onze insecten kwalitatief vergelijkbaar is met melkeiwit. Maar we willen benadrukken dat we niets willen vervangen. We willen bewuste consumenten juist een nieuwe keuze voorschotelen. Ik hoop dat er in 2030 een heel nieuw supermarktschap is, dat vol ligt met producten op basis van insecteneiwit.”