Foto: ANP
In dit artikel
Glencore Agriculture verandert dit jaar de naam in Viterra. Die naam herinnert aan een belangrijke stap die het bedrijf in 2012 nam, waardoor het een belangrijke speler in de agrarische handel werd.
Agrarisch handelshuis Glencore Agriculture maakte onlangs bekend haar naam dit jaar te veranderen in Viterra. Eerder werd Glencore Agriculture al een aparte entiteit van moederbedrijf Glencore door de overname van de helft van de aandelen door twee externe partijen.
Handelsbedrijf
Het Zwitserse Glencore begon in 1974 als handelsbedrijf in metalen, mineralen en ruwe olie, toen nog onder de naam Marc Rich & Co, vernoemd naar de in België geboren oprichter Marc Rich. Glencore is overigens nog steeds groot in deze branche. De roots van het agrarisch deel van het handelshuis liggen niet in het moederland van Glencore, Zwitserland, maar in Nederland. De basis voor het agrarische Glencore werd in 1981 gelegd door de overname van het Nederlandse graanhandelshuis Granaria. De overname was het begin van wat later Glencore Agriculture zou worden. Dat het hoofdkantoor van Glencore Agriculture zich nu nog in Rotterdam bevindt, is dus geen toeval, maar heeft een historische achtergrond. In 1993 kreeg het bedrijf de naam Glencore, nadat Rich zijn meerderheidsbelang in het bedrijf verloor.
ABCD-kwartet
In een branche die vooral gedomineerd wordt door het zogenoemde ABCD-kwartet, bestaande uit Archer Daniels Midland (ADM), Bunge, Cargill en Louis Dreyfus Company, bleef Glencore altijd een wat kleinere speler. Dat veranderde toen het bedrijf in 2012 een grote stap zette door het Canadese Viterra te kopen voor 6,1 miljard Canadese dollar (€ 4,7 miljard).
Coöperatie van boeren
Viterra werd in 1924 opgericht als een coöperatie van boeren. Het boekte tijdens de overname bijna 70% van de omzet met graan. Met de overname kreeg Glencore vooral een sterke positie in Canada en Australië, waar Viterra voornamelijk actief is. Ten tijde van de overname meldde Glencore: “De overname van Viterra past in de strategie van Glencore om zijn positie als een van de wereldleiders op de markten voor granen en oliezaden te versterken.”
Pensioenfonds
In 2016 verkocht Glencore een belang van 40% in haar landbouwdivisie aan Canada’s grootste pensioenfonds. De Canadezen betaalden $ 2,5 miljard (€ 2,2 miljard). In hetzelfde jaar verkocht het handelshuis nog eens 10% van de aandelen aan investeringsfonds British Columbia Investment Management Corporation (bcIMC). De verkoop hielp Glencore met het verlagen van een schuldenberg van zo’n $ 30 miljard. De verkopen maakten dat Glencore Agriculture een joint venture werd, waarin volgens de boeken Glencore een minderheidsaandeel van 49,9% heeft.
Glencore Agriculture was een aantal jaar geleden naarstig op zoek naar uitbreiding en zou concurrent Bunge in 2017 benaderd hebben voor een overname. Er is toen geen deal uitgekomen.
Omzet boven $ 25 miljard
De omzet van Glencore Agriculture bedroeg in 2019 iets meer dan $ 25 miljard. Het bedrijf verhandelt en verwerkt granen, oliehoudende zaden, peulvruchten, suiker en katoen. Wereldwijd heeft het agrarische Glencore meer dan 30 verwerkingslocaties in 11 landen. Daarvan zijn er 14 fabrieken voor oliehoudende zaden en 6 fabrieken voor het maken van biodiesel, waarvan er één in Rotterdam staat. In totaal werken er ongeveer 16.000 mensen bij Glencore Agriculture en beschikt het bedrijf over meer dan 180 zeeschepen en 24 haventerminals, vooral in belangrijke exportlanden. Het vermarkt jaarlijks ongeveer 80 miljoen ton aan grondstoffen.