Foto: Canva
In dit artikel
De Europese Unie kan met ander beleid de verandering in de eiwitbalans tussen dierlijk en plantaardig versterken. Dit staat in het onderzoeksrapport van de Onderzoeksdienst van het Europees Parlement (EPRS) naar het potentieel van alternatieve eiwitbronnen voor voeder en voedsel.
Het rapport schetst het potentieel van de alternatieve eiwitten algen, insecten, microbiële fermentatie en kweekvlees en hun rol in het omslaan van de huidige eiwitbalans in de EU. Volgens de onderzoekers is meer gerichte financiering van onderzoek en investering in productiecapaciteit van alternatieve eiwitten nodig. In beleid stellen zij aanpassingen voor in de wetgeving die goedkeuring van alternatieve eiwitten soepeler en laagdrempelig maakt. Initiatieven rondom deze alternatieve eiwitten moeten geïntegreerd worden in het bestaande beleidskader, zoals de Boer tot Bord-strategie.
Nieuw in de EU of voor de mens
Het onderzoek kijkt vooral naar niet-plantaardige alternatieve eiwitbronnen die nieuw zijn op de Europese markt. Micro- en macroalgen en insecten worden toegepast in voedsel buiten Europa en zijn nu in ontwikkeling voor de Europese markt. Microbiële fermentatie en kweekvlees zijn niet alleen nieuw in de Europese markt. Deze alternatieve eiwitten worden voor het eerst ontwikkelt voor gebruik in diervoeder of humane voeding.
Onevenwichte balans
De huidige eiwitbalans van Europa is scheef, want 60% van de gegeten eiwitten is dierlijk. Wereldwijd is momenteel 57% van de gegeten eiwitten plantaardig. Dit zijn vooral conventionele eiwitten, zowel plantaardig als dierlijk, dus eiwitten die we al langere tijd regelmatig consumeren. De meest gegeten conventionele plantaardige eiwitten zijn tarwe, maïs en rijst. De meest gegeten dierlijke eiwitten zijn vlees, zuivel, vis en schaaldieren. In 2020 was 2% van de gegeten eiwitten in Europa alternatief, dus niet conventioneel. De 2% bestaat vooral uit plantaardige alternatieve eiwitten, zoals peulvruchten en plantaardige vervangers van dierlijke producten.
Noodzaak
De Europese unie is op meerdere manieren gebaat bij het ondersteunen van de eiwittransitie, staat in het rapport. Veehouderij vraagt veel energie en water, veroorzaakt veel broeikasgasemissies en genereert aanzienlijke hoeveelheden afval. Daarnaast is de Europese Unie afhankelijke van import van eiwitrijk diervoeder en meststoffen. De opwarming van de aarde zorgt dat er ook een grens in aan het verbouwen van plantaardige eiwitbronnen. De onderzochte alternatieve eiwitten kunnen hier soelaas bieden, al is hiervoor wel aanzienlijke investering nodig en soepeler beleid.
Lees ook: Kwart van de hoofdmaaltijden in Nederland is vegetarisch
Kennis ontbreekt voor groei
Veel kennis over de nutritionele waarde, de milieu-impact, veiligheid en opschaling van de onderzochte alternatieve eiwitten ontbreekt nu nog. Gerichte investering in onderzoek naar deze aspecten van de niet-plantaardige alternatieve eiwitproductie kan dit oplossen. Deze kennislacune is ontstaan omdat de industrie vaak nog klein is en elkaar beconcurreert. De onderzoekers verwachten dan ook weerstand van bestaande producenten van alternatieve eiwitten tegen Europees gefinancierd onafhankelijk onderzoek.
Lees ook: Onderzoek landbouwsubsidie gaat ten koste van plantaardige productie
Gefinancierde opschaling
Een tweede soort financiering richt zich op het opschalen van de productie van algen, insecten, en microbiële fermentatie en kweekvlees. Het voornaamste risico is, volgens de onderzoekers, dat de EU zo een infrastructuur opzet die niet heel veel duurzamer is dan de bestaande eiwitproductie. Op dit moment is er weinig kennis van de milieu-impact van de productie van deze alternatieve eiwitten. Volgens het EPRS zou het goed zijn als een gedegen studie naar de milieueffecten onderdeel is van de toezegging van deze subsidie voor opschaling.
Goedkeuring versoepelen
Additioneel onderzoek naar de milieueffecten maakt een al lastig goedkeuringstraject voor deze innovatieve eiwitten nog zwaarder en duurder. De onderzoekers benadrukken dat dit essentieel is om een daadwerkelijk duurzamere alternatieve eiwitindustrie op te bouwen. Voor een soepele goedkeuring kan de procedure op maat gemaakt worden voor een alternatief eiwit. Een product van precisie-fermentatie heeft, naast novel food goedkeuring ook GMO-procedures om te doorlopen. Een duidelijke gids per soort alternatieve eiwitindustrie over de beste manier om de procedures voor goedkeuring te doorlopen kan het proces voor kleinere spelers versoepelen.
Lees ook: Met rassenverdeling kansen voor zeewier in de eiwittransitie vergroten
Een voedselsysteem breed beleid
Tot slot zou er specifiek beleid moeten komen op de alternatieve eiwitten en dat beleid moet geïntegreerd worden in al bestaand voedselbeleid en in een Europese Eiwitstrategie. Het EU Algen Initiatief is de blauwdruk voor het soort specifiek beleid dat opgezet kan worden voor kweekvlees, microbiële fermentatie en insecten. Een EU-breed netwerk per alternatieve eiwitindustrie kan de obstakels en onderzoeksvragen gezamenlijk oppakken, samen fondsen werven en gezamenlijk optrekken voor beleidsaanpassingen. Een EU-eiwitstrategie met een bijbehorende commissie die toeziet op de uitvoering van de strategie kan zorgen voor integratie van het eiwitvraagstuk in het bredere Europese beleid. Uiteindelijk moet de Eiwitstrategie uitgewerkt worden als onderdeel van de Boer tot Bord-strategie.
De onderzoekers zien vooral kansen in het vinden van synergie met het EU-beleid, zodat de relatief kleine alternatieve eiwitsectoren profiteren van de beleid op het hele Europese voedselsysteem. Daardoor kan de Europese Unie ook beter sturen op een duurzamere eiwitproductie en daarmee een duurzaam voedselsysteem.