Foto: Koos Groenewold
In dit artikel
De insectenkweek is een potentiële bron voor zoönotische bacteriën. Een goede monitor op voedselveiligheid en diergezondheid vindt het RIVM daarom noodzakelijk.
Het RIVM vindt goede hygiëne in insectenkweek, inmiddels al de zesde dierhouderijsector, van het hoogste belang. De Rijksdienst meldt dit in hun rapportage ’De Staat van Zoönosen 2022’. De sector is nieuw, maar groeit snel. Drie soorten meelwormen, twee soorten krekels en de larven van de zwarte soldatenvlieg komen nu van Nederlandse bodem. De insecten worden levend of droog aan warmbloedige dieren gevoerd of als gedroogd product in voedsel voor mensen.
Voedingsbodem
Ziekmakende bacteriën als Bacillus cereus, Klebsiellla pneumoniae en Serratia marcescens zijn gevonden in de voedingsbodem voor insecten. De voedingsbodem bestaat nu uit plantaardige reststromen uit de landbouw.
Reststromen als voedingsbodem
Daarnaast onderzoekt de sector mogelijkheden om reststromen als voedingsbodem te gebruiken, zoals supermarktresten en keukenafval. Deze reststromen zijn nog niet toegestaan als voedingsbodem. De risico’s van deze reststromen zijn nog onvoldoende in kaart gebracht.
Geen standaard monitor op veterinaire veiligheid
In de insectenkweek is er nog geen standaard monitor op veterinaire veiligheid en zoönosen. Nu wordt alleen standaard op HACCP getest. Het RIVM wil met het programma Versterking Zoönosenbeleid onderzoeken hoe een monitor eruit kan zien.
