Volgens NewForesight zijn er vier interventies waar de overheid prioriteit aan zou moeten geven om de transitie naar minder dierlijke eiwitten te versnellen. Foto: Canva
Binnen de eiwittransitie heeft de overheid vooral aandacht voor de opbouw van consumptie van plantaardige eiwitten en minder voor de afbouw van dierlijke eiwitten.
Zo richt de Nationale Eiwitstrategie zich met name op de productie van plantaardige eiwitten en ontbreken er specifieke doelstellingen voor de afbouw van consumptie van dierlijke eiwitten. Dat concluderen consultants van strategisch adviesbureau NewForesight in een rapport dat in opdracht werd geschreven van klimaat- en dierenwelzijnsorganisaties.
Verschillende barrières
Uit de meest recente Voedselconsumptiepeiling van het RIVM blijkt dat er een daling is van de consumptie van rood en bewerkt vlees. De verhouding dierlijke en plantaardige consumptie bedraagt nu zo’n 57/43. De overheidsdoelstelling is 50/50. Om daar te komen, is meer actie nodig van onder andere de overheid. Volgens de consultants zijn er verschillende barrières die een transitie naar minder dierlijke eiwitten nu tegenhouden:
1. Uiteenlopende en emotioneel beladen meningen
Zowel het maatschappelijke als het politieke debat ligt gevoelig. Meningsverschillen in politiek en maatschappij maken verandering moeilijk. Ook is er binnen de politiek weinig ruimte voor langetermijnvisies, wat beleid op het gebied van eiwittransitie belemmert.
2. Beperkte samenwerking tussen verschillende ministeries op dit gebied
Er is weinig integrale samenwerking tussen ministeries als het gaat om de afbouw van dierlijke eiwitten. Verschillende publieke opdrachtgevers financieren verschillende projecten met uiteenlopende doelen, zo staat in het rapport. De beperkte samenwerking uit zich ook in de eenzijdige focus op plantaardig in de Nationale Eiwitstrategie, subsidies voor vlees en zuivel en publieke campagnes voor dierlijke producten.
3. Geen directe relatie tussen productie en consumptie van dierlijke eiwitten in Nederland
De meeste in Nederland geproduceerde producten worden geëxporteerd en 75% van wat geconsumeerd wordt, komt uit het buitenland. Daardoor betekent daling van de consumptie niet automatisch een daling van de productie. Dat bemoeilijkt oplossingsrichtingen.
4. Variërende motivaties om consumptiegedrag te veranderen
Generieke interventies voor gedragsverandering zijn moeilijk in te zetten omdat er een verscheidenheid van beweegredenen is om consumptie eventueel aan te passen.
5. Onduidelijkheid over de missie en gewenste situatie
Er mist een duidelijke langetermijnvisie en er heerst onduidelijkheid over de consumptie van dierlijke eiwitten. Die visie is er wel bij bijvoorbeeld energie of de woningmarkt.
6. Ervaring van consumentenvrijheid in Nederland
De consumentenvrijheid om eigen keuzes te maken, wordt gezien als onderdeel van de Nederlandse cultuur. Daarnaast speelt het ook een belangrijke rol in de economie. Bedrijven kunnen concurreren op basis van prijs, kwaliteit en innovatie. Het sturen van consumentengedrag wordt echter al wel gedaan, soms zonder dat consumenten zich daarvan bewust zijn.
De urgentie van de transitie meer benadrukken
Volgens NewForesight zijn er vier interventies waar de overheid prioriteit aan zou moeten geven om de transitie naar minder dierlijke eiwitten te versnellen. Ten eerste zou de overheid een complete missie moeten vormen die de afbouw van dierlijke consumptie meeneemt. Ten tweede zou de overheid moeten gaan samenwerken om prijsmaatregelen te kunnen gaan nemen. Daarnaast moet de overheid de urgentie van de transitie meer benadrukken. Ten slotte zou de overheid normen op moeten stellen voor retail, horeca en cateraars wat betreft de verhouding dierlijk en plantaardig aanbod. ‘Zo kan de voedselomgeving meer in lijn worden gebracht met de gestelde doelverhouding van 50% plantaardige- en 50% dierlijke eiwitten’, aldus de schrijvers.
Het onderzoek is uitgevoerd in opdracht van Dierencoalitie, ProVeg Nederland, Transitiecoalitie Voedsel, World Animal Protection Nederland, Varkens in Nood en Compassion in World Farming Nederland. Deze organisaties pleiten actief voor een verlaging van dierlijke consumptie en productie.