Demissionair Minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (ChristenUnie). - Foto: ANP
In dit artikel
Demissionair minister van landbouw Carola Schouten is kritisch over een rapport dat Milieudefensie maakte over de milieueffecten van de vlees- en zuivelindustrie.
De cijfers waarmee gerekend wordt in het rapport, komen niet overeen met de meest recente cijfers waar het ministerie mee rekent van PBL en WUR. In het rapport wordt gesteld dat Vion, FrieslandCampina en VanDrieGroup gezamenlijk ruim anderhalf keer meer uitstoten dan Tata Steel en meer dan al het wegverkeer in Nederland, met in totaal 34,4 miljoen ton broeikasgassen.
Kamervragen Laura Bromet
“De vergelijking gaat mank. Voor de drie bedrijven Vion, FrieslandCampina en VanDrie Group wordt de mondiale broeikasgasemissie gehanteerd, terwijl voor Tata Steel en het wegverkeer alleen de emissie op Nederlands grondgebied wordt meegerekend”, reageert Schouten in antwoord op Kamervragen van Laura Bromet van GroenLinks.
Ook de internationale effecten meerekenen
Bromet vindt dat ook de internationale effecten van de internationaal opererende bedrijven mee moet worden gerekend bij het behalen van de klimaatdoelen. Schouten is het daar niet mee eens. “In het Klimaatakkoord van Parijs is door alle deelnemende landen afgesproken dat ieder land de nationale emissies aanpakt. De toezegging die Europa in het kader van het klimaatakkoord van Parijs heeft gedaan, geldt voor de uitstoot binnen Europa en is (deels) door vertaald naar de individuele lidstaten. Om die reden gaat het Klimaatakkoord alleen over nationale emissiereducties”, aldus Schouten.
Klimaatbeleid van betreffende land
De minister ziet ook geen noodzaak om bedrijven aan te dringen op vermindering van CO2-uitstoot in alle schakels van de keten. Ze vindt dat aan bedrijven zelf. “Alle schakels van die keten die zich in Nederland bevinden, hebben te maken met het Nederlandse klimaatbeleid en zullen in veel gevallen ook mede uitvoering geven aan afspraken uit het Klimaatakkoord. Schakels van de keten die zich in het buitenland bevinden, zullen te maken hebben met het klimaatbeleid van het betreffende land.”