Vrijwilligers pakken kerstpakketten in bij een inpaklocatie in Rotterdam Ahoy. De pakketten, met daarin iets extra's voor de feestdagen, worden verspreid onder gezinnen die afhankelijk zijn van de voedselbanken. Foto: ANP
Door de succesvolle aanpak van voedselverspilling in Nederland dreigt deze winter een ‘nijpend tekort’ te ontstaan voor klanten van de Voedselbank.
Het gaat volgens Voedselbanken Nederland om een terugloop van 20% in de toevoer van essentiële producten. De organisatie ‘maakt zich grote zorgen om de dalende toestroom van goederen’ en vraagt de levensmiddelenindustrie te overwegen om een percentage van hun reguliere producten te doneren.
We zien dat veel andere partijen zich inmiddels ook bezighouden met voedselverspilling, en dat heeft consequenties voor ons
Voedselbanken zijn grotendeels afhankelijk van producten die fabrikanten en supermarkten niet meer (kunnen) verkopen. “Een van onze doelstellingen is armoedebestrijding met voedsel dat anders verloren gaat. We zien dat veel andere partijen zich inmiddels ook bezighouden met verspilling, en dat heeft consequenties voor ons”, zegt bestuurslid Paul van Berkel. Supermarkten houden tegenwoordig ook kleinere voorraden aan, waardoor er minder overblijft, legt Van Berkel uit. Daarnaast werken supermarkten en producenten steeds vaker samen met apps als Too Good To Go en Foodello, die overtollige onverkochte producten aanbieden tegen een lagere prijs. “Dat zijn voorraden die vroeger aan ons zouden zijn gedoneerd”, zegt Van Berkel.
Een tekort aan gezonde levensmiddelen
Hij merkt ook op dat de consument in de loop der jaren is veranderd. Waar producten vroeger aan het eind van de houdbaarheid bleven liggen, kopen mensen ze nu massaal door afprijzing. “Mensen vertrouwen het product en hebben het gevoel dat ze iets goeds doen, voor de planeet en voor zichzelf.” Een goede ontwikkeling, stelt de organisatie, maar hierdoor ontstaat een tekort aan gezonde levensmiddelen voor de Nederlandse Voedselbanken “in een tijd waar bestaanszekerheid het gesprek van de dag is”. Volgens Van Berkel komen er iedere week zo’n 105.000 mensen bij de Voedselbank, van wie 40% jonger dan 18 jaar is.
Samenwerken met levensmiddelenindustrie
Van Berkel stelt dat het ‘onbedoelde neveneffect’ van de strijd tegen voedselverspilling vraagt om ‘een andere manier van samenwerken met levensmiddelen- en supermarktorganisaties om alsnog aan de vraag te kunnen voldoen’. Zo werkt de organisatie bijvoorbeeld al samen met HAK. Naast producten uit de ‘verspillingsstroom’ doneert de groenten- en peulvruchtenfabrikant ook reguliere producten. “Als we dat niet doen, dreigen de Voedselbanken niet alle klanten meer te kunnen helpen.” Van Berkel hoopt dus dat de levensmiddelenindustrie gehoor geeft aan de oproep. “Samen kunnen we onze klanten de winter door helpen en voedselnood in Nederland terugdringen.”