Skip to content

Verduurzamen? De foodsector moet samenwerken

Om klimaatdoelen te halen, moet de foodsector loskomen uit het systeem van kostenleiderschap en aanbod gericht denken.

Updated on:
Column
Sustainable food
Je hebt de keuze uit twee koekjes. Maar wat nu als je weet dat je keuze impact heeft op het klimaat? - Foto: Canva/SauloNeiman

Je hebt de keuze uit twee koekjes. Maar wat nu als je weet dat je keuze impact heeft op het klimaat? - Foto: Canva/SauloNeiman

Je krijgt twee koekjes aangeboden: een heerlijk krokant wafeltje en een smeuïg smaakvol chocoladekoekje. Waar je zin in hebt bepaalt waarschijnlijk je keuze. Maar wat nu als je weet dat je keuze impact heeft op het klimaat?

Het ene product is het andere niet. Zo berekende onze analisten (zie figuur hieronder) recent de CO2-uitstoot van een simpel chocoladekoekje, waarbij vooral de negatieve impact van de chocolade opvalt. Dit bleek te komen door het kappen van oerwoud voor het aanleg van plantages. Kortom, de impact van voedselproductie en -consumptie is divers.

De noodzaak om te verduurzamen in de foodsector is groot. De opgave is een reductie van 50% CO2-uitstoot in 2030 (verdrag ‘Road to Paris’ 12-12-2015). Tot op heden is er een reductie van 24% gerealiseerd (FNLI-monitor 2022).

Doorbreek het systeem

De foodsector zit vast in een bestaand systeem, waarbij kostenleiderschap en aanbod gericht denken voorwaardelijk zijn. Primaire producenten, verwerkers, leveranciers, afnemers en overheid houden elkaar gevangen. Met dit systeem is het onmogelijk om de verduurzamingsdoelstellingen te behalen. Het 4E-model van Laurens Sloot (EFMI) zegt hier iets heel interessants over (zie figuur hieronder, Laurens Sloot, EFMI, 2022).

Combinatie van drie visies

De theorie van het model gaat ervan uit dat er gedragsaanpassing nodig is om los te komen uit het bestaande systeem. Sloot geeft aan dat je de egocentrische visie moet laten varen; dit zijn de ontkenners die op dezelfde weg willen doorgaan. De oplossing zit in de combinatie van de overige drie visies:

  1. bij de ecologische visie is het van groot belang om het (leef)milieu te beschermen en te verbeteren voor zowel mens als natuur;

  2. de ecomodernistische visie gaat ervan uit dat verdere modernisering van de maatschappij duurzaamheid helpt bevorderen. Centraal staat het idee dat technologische vooruitgang de menselijke impact op de natuur vermindert en dat economische groei en de impact op het milieu ontkoppeld zijn;

  3. de economische visie houdt zich bezig met de keuzes bij de productie, distributie en consumptie van goederen en diensten. Daarbij wordt onderscheid gemaakt tussen macro-economie, zoals werkloosheid, inflatie en rentestanden, meso-economie en micro-economie, over het gedrag van bedrijven en consumenten.

Het combineren van de drie visies leidt tot een geoptimaliseerd (efficiënt) duurzaam productiesysteem. Met nieuwe verdienmodellen, die betaalbare voeding produceren en oog houden voor uitdagingen die we hebben ten aanzien van duurzaamheid. Voorwaarden in mijn optiek: innoveren en transparante samenwerking binnen de ketens.

Mijn visie: innoveren en transparante samenwerking

De oplossing, voor het halen van de ‘Road to Paris’-doelstelling, is innoveren en een transparante samenwerking binnen de ketens. Daar is gedragsaanpassing voor nodig, maar ook een efficiënte duurzame productiewijze. Vanuit de geschiedenis weten we dat gedragsaanpassing niet makkelijk is, daarvoor is vertrouwen en lef nodig, kortom leiderschap.

Ik ben dol op chocolade. Wat nu als leiders in de foodketen in staat zijn om transparant te zijn naar elkaar én naar de consument? Zodat duurzame productie beter beloond wordt en we wereldwijd toewerken naar eerlijke verdienmodellen. Dan kunnen we allemaal onbezorgd kiezen voor dat heerlijke chocoladekoekje.

Snel delen

Afbeelding
Marcel Lambregts

Sectormanager Food bij Rabobank