Foto: Misset
Wat doe je als je op ens ontdekt dat er nog aandelen van de Verkoopcentrale Eersel-Eindhoven uit 1936 in de familie blijken te zijn? Je stapt naar de rechtsopvolger van de verkoopcentrale om te onderzoeken wat ze waard zijn, en dat is in dit geval Vion.
Dat deed de familie Van Happen uit Waalre, nadat zij in het bezit waren gekomen van dergelijke aandelen door een erfenis. Het viel niet mee om de geschiedenis van de verkoopcentrale goed in beeld te krijgen, omdat er veel documentatie tijdens de Tweede Wereldoorlog verloren is gegaan. Samen met juriste Sanne Franssen van Van Rooy|Van Kessel Advocaten in Boxtel is dat uiteindelijk gelukt.
Geen sluitend bewijs
Nadat de familie een goed zicht had op de historie, klopten ze aan bij de rechtsopvolger van de verkoopcentrale, Vion. De vleesverwerker bleek echter niet van plan geld te betalen voor teruggevonden aandelen van de verkoopcentrale. Van Happen heeft geen juridische onderbouwing geleverd van haar stelling dat haar aandelen ook aandelen zouden zijn van een Vion vennootschap, stelt de vleesverwerker. Alleen als er een sluitend bewijs in de vorm van een notariële akte zou zijn, is Vion bereid om alsnog naar de zaak te kijken. Dat bewijs is er tot nu toe niet, aldus een woordvoerder van Vion.
Op basis van de historie is de in 1922 opgerichte Verkoopcentrale Eersel-Eindhoven te bestempelen als een rechtsvoorganger van Vion. Vervolgens werd in het kader van een verdere samenwerking door alle Brabantse verkoopcentrales tezamen op 8 oktober 1927 de Exportcentrale opgericht die verantwoordelijk was voor de slacht en vleesverkoop van het aangeleverde vee. In de oorlog besloten de bezetters in 1941 alle verkoopcentrales en de Exportcentrale samen te voegen in de Coöperatieve Brabantse Vee en Vleescentrale G.A. (Veecentrale).
Alleen voor de verkoopcentrale Boxmeer vond in 1951 rechtsherstel plaats en hebben oud-leden hun aandelen teruggekregen
Na de oorlog besloot het nieuwe bestuur van de Veecentrale in 1946 dat er geen rechtsherstel aangevraagd hoefde te worden om de juridisch onrechtmatige daden van de Duitsers te herstellen. Het nieuwe bestuur had met een som geld, zonder goedkeuring van de raad voor rechtsherstel, de Veecentrale teruggekocht van O.F.J. Damave, destijds commissaris van de Katholieke Nederlandse Boeren- en Tuindersbond (KNBTB). Alleen voor de verkoopcentrale Boxmeer vond in 1951 rechtsherstel plaats en hebben oud-leden hun aandelen teruggekregen na jaren van strijd, waarbij zij zich op het standpunt stelden dat de overdracht van hun eigendommen tot stand was gekomen onder dwang/onbehoorlijke invloed van Damave.
Via vele reorganisaties kwam uiteindelijk via Holland Meat Group en Dumeco het eigendom van alle bezittingen en het vermogen van de verkoopcentrales, waaronder de aandelen, in handen van Vion. Het punt dat niet om rechtsherstel is gevraagd is een belangrijk argument voor Vion om te stellen dat er geen reden is om de aandelen van de Verkoopcentrale Eersel-Eindhoven te zien als aandelen van het huidige Vion. “Er is destijds door het bestuur bewust gekozen om niet te kiezen voor rechtsherstel”, zegt een Vion-woordvoerder.
Juridisch kans van slagen
Juriste Sanne Franssen erkent dat deze zaak mogelijk op juridische hobbels zal stuiten, niet alleen gezien de inmiddels verstreken tijd, maar ook gelet op de vele juridische fusies en overnames. Toch is zij van mening dat het standpunt van de familie Van Happen juridisch kans van slagen heeft. Franssen: “Je kunt je afvragen hoe eerlijk deze situatie is voor de boeren die lid waren van de verschillende verkoopcentrales. Is dit wel fair om er zo tegen aan te kijken als Vion nu doet?” Volgens Franssen ligt in het feit dat voor de Verkoopcentrale Boxmeer vijf jaar later, in 1951, wel een uitzondering werd gemaakt een precedent. “Waarom kon dat toen opeens wel? Dat maakt de beslissing uit 1946 naar mijn mening toch meer rekbaar”, aldus Franssen.
In contact met meer aandeelbezitters
Aandelenbezitter Van Happen wil bij voorkeur niet alleen een juridische strijd met Vion voeren. De familie Van Happen hoopt dat zich meer aandelenbezitters van vroegere verkoopcentrales zullen melden. Franssen zou namens familie Van Happen graag in contact komen met mensen die ook in het bezit zijn van dergelijke aandelen, zodat deze zaak na ruim 72 jaar eindelijk opgelost kan worden en er mogelijkerwijs nog een terugbetaling aan dividend plaats kan vinden aan de aandeelhouders. Franssen is bereikbaar via advocatenkantoor Van Rooy|Van Kessel Advocaten in Boxtel.