Het RIVM ontwikkelde de methode Fairplay4Food (Fp4F) voor de vergelijking van de effecten van scenario’s met en zonder varkensvlees, en waarbij het vlees wordt vervangen door peulvruchten. - Afbeeldingen: Canva/chengyuzheng/Pongasn68
In dit artikel
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) heeft een afwegingskader ontwikkeld voor het meten van de gevolgen van de eiwittransitie. Bij een eerste afweging binnen dit kader kiezen virtuele beleidsmakers voor het scenario zonder varkensvleesproductie- en consumptie in Nederland als beste oplossing.
Het RIVM ontwikkelde de methode Fairplay4Food (Fp4F) voor de vergelijking van de effecten van een aantal scenario’s. De methode gebruikt 36 criteria, bijvoorbeeld stankoverlast of dierenwelzijn, ingedeeld in drie categorieën, volksgezondheid, milieu en economie. Op basis van deze criteria kennen wetenschappelijke experts scores toe aan de effecten van een scenario. Vier virtuele beleidsmakers die verantwoordelijk zijn voor volksgezondheid, milieu of economie selecteren vervolgens het optimale scenario. Volgens het RIVM kan dit afwegingskader nuttig zijn in discussies over een complex onderwerp als de eiwittransitie.
Varkensvlees of peulvruchten
De eerste drie vergeleken scenario’s betreffen varkensvleesconsumptie en -productie in Nederland. Wel productie maar geen consumptie van varkensvlees (scenario 1) is vergeleken met geen productie en consumptie (scenario 2) en een scenario (3) met hoge varkensvleesprijzen en informatie-nudging van consumenten. In scenario’s waarin de Nederlandse consument geen varkensvlees eet, wordt het varkensvlees vervangen door bruine bonen, met dezelfde eiwitinname.
Lees ook: Onderzoek: eiwittransitie is oplossing voor landtekort
Beste scenario geen varkensvleesproductie én -consumptie
De virtuele beleidsmakers kiezen allemaal voor het scenario 2, zowel geen productie als consumptie van varkensvlees. De onderzoekers hebben vier profielen van virtuele beleidsmakers geprogrammeerd. Zij verschillen in hoe belangrijk gevolgen voor de volksgezondheid, milieu of economie voor hen is. Een virtuele beleidsmedewerker volgt het afwegingskader. Dat is in feite een calculatie van de scores die de experts op de verschillende criteria aan een scenario hebben gegeven. In de calculatie van de virtuele beleidsmaker die gezondheid het belangrijkst vindt, tellen de scores op gezondheidsgevolgen zwaarder. Bij alle vier de beleidsmakers komt het scenario waarin Nederland geen varkensvlees produceert en consumeert als beste uit de bus.
Betaalbaarheid voedsel beter zonder varkensvlees
De betaalbaarheid van voedsel zorgt dat de virtuele beleidsmaker die het zwaarst tilt aan economische zaken een voorkeur heeft voor scenario 2, zowel geen varkensvleesproductie als consumptie. In dit scenario wordt eiwit uit varkensvlees vervangen door eiwit uit bruine bonen en de prijs van bruine bonen ligt lager. Deze beleidsmaker heeft de minst uitgesproken voorkeur en geeft ook een hoge score aan scenario 1, waarin Nederland varkensvlees wel produceert maar niet consumeert.
Bij de beleidsmakers die milieu of gezondheid belangrijk vinden, is de voorkeur voor scenario 2 veel uitgesprokener. Bij hen spelen het gezondheidsgevolg COPD door fijnstof en milieugevolgen zoals stikstofdepositie en bodemgesteldheid de doorslaggevende rol.
Gevolgen dierlijke eiwitbronnen groot
Met dit afwegingskader wil het RIVM laten zien dat de productie van elke eiwitbron komt met gevolgen voor de volksgezondheid, milieu of economie. Met name de productie van dierlijke eiwitbronnen heeft grote gevolgen door productie van broeikasgassen, hoog land- en watergebruik, vervuiling en productie van mest en afval. Een hoge consumptie van vlees en zuivel leidt tot een aantal chronische ziekten, zoals hart- en vaatziekten, diabetes en obesitas. Ook klaagt de omgeving rondom stallen over de stankoverlast. Tegelijkertijd is de handel in deze dierlijke producten een integraal onderdeel van de Nederlandse economie.