Vlaamse biosector groeit, marktaandeel stabiliseert

Het grootste deel van de 55 nieuwkomers vorig jaar in de biologische productieketen is gespecialiseerd in biologische akkerbouw, groente- en fruitteelt. Vollegrondsgroenteteelt is met een aandeel van 27% veruit de grootste groep in de Vlaamse biologische land- en tuinbouw. Iets minder dan één op de vijf biobedrijven (18%) is gespecialiseerd in de akkerbouw. Biologische veehouders vormen 17% van de totale groep en fruittelers volgens nemen 14% van het aantal bedrijven voor hun rekening.

Het areaal dat deze bedrijven onder hun hoede hebben is met 5% toegenomen tot 9.124 hectare. Ruim een derde daarvan bestaat uit grasland en bos en een kwart bestaat uit voedergewassen en groenbedekkers. In het totale land- en tuinbouwareaal in Vlaanderen blijft de biologische sector zeer bescheiden met een aandeel van ongeveer 1,5%.

Consument koopt meer biologisch

Vlaamse consumenten kochten in 2020 voor een bedrag van € 350 miljoen aan biologische producten. Dat betekende een stijging van liefst 14% ten opzichte van 2019. Desondanks werd het marktaandeel van de biologische sector in de totale afzetmarkt niet groter. Dat bleef 2,2%. De verkoop van biologische versproducten steeg met 14% naar € 229 miljoen, hetgeen neerkomt op een marktaandeel van 2,6%. Na een verdubbeling van de afzet in de afgelopen tien jaar is op dit moment sprake van een stabilisering in de markt.

De gemiddelde uitgave per consument nam vorig jaar in Vlaanderen met 12% toe tot € 35 per jaar. Biologische groenten zijn daarbij favoriet, gevolgd door fruit en zuivel. De meeste biologische producten worden gekocht in een supermarkt.

Naast de primaire producenten telt Vlaanderen 1.325 bedrijven die zich bezighouden met handel en verwerking van biologische producten. Dat aantal is met 9% gegroeid ten opzichte van 2019. De overheid in Vlaanderen gaf vorig jaar € 4,8 miljoen uit als ondersteuning van de biologische productie. Daarnaast was € 1,28 miljoen beschikbaar voor onderzoek en kennisuitwisseling.