Een schap vol vleesvervangers in de supermarkt. - Foto: ANP
In dit artikel
De markt voor vlees- en zuivelvervangers groeit maar door. Nu een omzet van € 4,4 miljard per jaar in Europa, in 2025 zal dat € 7,5 miljard zijn, verwachten economen van de ING bank.
Nederland behoort tot de hotspots van deze groeimarkt. Groeipercentages van 10% per jaar zijn voor de grote foodconcerns reden om hier massaal in te stappen en steeds nieuwe producten te ontwikkelen die nog meer op echt vlees en echte zuivel lijken.
Discussies over naamgeving
Geen wonder dat de traditionele zuivel- en vleeswereld hier zenuwachtig van wordt. Niet voor niks is er in Brussel een discussie gaande over de naamgeving van de vlees- en zuivelvervangers. Mag de naam van het ‘namaakproduct’ nog wel lijken op het origineel? We hebben die discussie in een ver verleden gehad, met boter versus margarine. De uitkomst was dat margarine (of halvarine) geen boter mag heten.
Helderheid
Het ligt voor de hand om die lijn te volgen. Helderheid voor de consument moet voorop staan. Maar voor het marktsucces van de nieuwe producten zal dat niet veel uitmaken. Margarine is niet meer weg te denken, maar heeft de boter niet uit de markt gedrukt. In het supermarktschap liggen ze vredig naast elkaar. Als ingrediënt geeft ‘echte boter’ meerwaarde in producten.
Wereldvraag blijft groeien
Waarom zou het met de zuivel- en vleesvervangers anders gaan? De wereldvraag groeit alleen maar door. Voor beide is plek op de markt. De nieuwste cijfers van WUR/Wakker Dier bevestigen dat.
Tegelijk met de hoge groeicijfers bij de vervangers, is de vleesconsumptie afgelopen jaren gestegen. Er zijn mensen die daar om andere redenen niet gelukkig mee zijn, maar dat is een andere discussie waar nog heel veel meer over te zeggen is.