De NVWA legde vorig najaar de productie stil bij Chaincraft en droeg het op om de installaties leeg te draaien en het product op te slaan. - Foto: ANP
In dit artikel
Bijna de helft van de beschikbare tijd van de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA) wordt besteed aan voedselveiligheid. Dat blijkt uit het jaarplan.
Voedselveiligheid is het meest tijdrovende onderwerp voor de NVWA in 2020. Dat blijkt uit het jaaroverzicht van de NVWA. In het jaarplan geeft de organisatie inzicht in de prioriteiten die ze stelt. 48% van de tijd wordt besteed aan voedselveiligheid, 12% aan natuur- en milieu (waaronder mestbeleid) en 11% aan plantgezondheid. Diergezondheid en dierenwelzijn slokken respectievelijk 9 en 8% van de tijd op.
Controles ‘van grond tot mond’
Onder de controles gericht op voedselveiligheid vallen alle controles die plaatsvinden ‘van grond tot mond’. 45% van de tijd is gemoeid met controles in de vleesketen, 20% is gericht op horeca en ambachtelijke productie. In Nederland zijn in totaal 250.000 bedrijven actief in de voedselketen. Ongeveer 11% van deze bedrijven wordt jaarlijks door de NVWA gecontroleerd.
Kringlooplandbouw levert nieuwe risico‘s
De NVWA verwacht dat de inzet om tot meer kringlooplandbouw te komen zal leiden tot nieuwe risico’s op het gebied van voedselveiligheid en de veiligheid van veevoer. “Nieuwe risico’s en nieuwe technieken vragen om een nieuwe aanpak door bedrijven maar ook om nieuwe vormen van toezicht, zoals digitaal of data-gedreven toezicht”, aldus de NVWA. Als voorbeeld noemt de organisatie het gebruik van nieuwe ingrediënten als insecten. Ook de toename van verkoop van voedsel via internet kunnen volgens NVWA zorgen voor nieuwe risico‘s.
Meer controles op naleven mestbeleid
De controles op de naleving van het mestbeleid blijven in 2020 verhoogd. De verhoogde inzet van NVWA en andere controle-organisaties heeft volgens de NVWA in 2019 al geleid tot een hogere naleving in de prioritaire gebieden.
Door de vele kritiek op de NVWA worden de resultaten van de organisatie voortaan twee keer per jaar gerapporteerd.