Foto: Canva
De steun van overheden wereldwijd aan de landbouw stijgt nog altijd. Het gaat jaarlijks om het duizelingwekkende bedrag van meer dan $ 800 miljard.
Dat heeft Oeso, de internationale Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling becijferd. Het in Parijs gevestigde instituut heft meteen het spreekwoordelijke vermanende vingertje: dat is niet goed!
Oeso heeft nog een argument erbij gevonden
Laat markten meer hun werk doen, stellen de economen van Oeso. Dat vonden ze altijd al, nu hebben ze er nog een argument bij gevonden: overheidssteun zou de benodigde aanpassing van de landbouw aan de klimaatverandering in de weg zitten. ’Prijsondersteuning en andere productspecifieke geldstromen verstoren productiesignalen, ontmoedigen veranderingen in productiesystemen en zorgen voor verstoringen in de internationale markten’, vertelt het nieuwe rapport. Die marktwerking is juist een sleutelmechanisme om de weerbaarheid van landbouw en voedselsystemen te versterken, heet het.
Zaken die zich niet goed in prijs laten uitdrukken, zoals ethische normen en duurzaamheid, delven het onderspit als je alles aan de markt overlaat
Alsof vrije handel alleen zaligmakend is. De economen vergeten erbij te vertellen dat een wereldwijde vrije markt ook leidt tot de roemruchte race naar de bodem, naar een wereldwijde concurrentie op maar één kenmerk: de laagste prijs. Onderhand zou toch ook in Parijs duidelijk moeten zijn dat het zo niet werkt. Marktwerking kan één ding heel goed: vraag en aanbod op elkaar afstemmen, maar kan dat alleen binnen een bepaalde (door overheden afgebakende) context. Zaken die zich niet goed in prijs laten uitdrukken, zoals ethische normen en duurzaamheid, delven het onderspit als je alles aan de markt overlaat. Zonder actieve overheid gaat het niet.
Gek genoeg roept dezelfde Oeso tegelijk wel om stimulerender en actiever overheidsbeleid als het gaat om klimaatadaptatie. Dat klinkt al verstandiger, want dat is inderdaad hard nodig.