Skip to content

Waarom kleine concepten varkensvlees wind mee hebben

Updated on:
Achtergrond
Sustainable food
Slagers willen zich meer onderscheiden van supermarkten. Vlees met één ster Beter Leven is onvoldoende, daarom wordt meer gekeken naar bijvoorbeeld Frievar, Livar en Wroetvarkens. - Foto: Michel Velderman

Slagers willen zich meer onderscheiden van supermarkten. Vlees met één ster Beter Leven is onvoldoende, daarom wordt meer gekeken naar bijvoorbeeld Frievar, Livar en Wroetvarkens. - Foto: Michel Velderman

Slagers en horeca zoeken mogelijkheden om zich met varkensvlees te onderscheiden van bijvoorbeeld supermarkten. Kleinere ketens zijn daar goed in en zien mogelijkheden om te groeien.

Varkensvlees is niet sexy genoeg voor veel menukaarten, of het moet anders smaken dan thuis. Reden voor slagers en horeca om te kiezen voor vlees uit kleinere ketens, veelal met een verhaal over huisvesting en voeding van de varkens.

“Om je te onderscheiden van de supermarkt om de hoek, heb je als slager niet genoeg aan één Beter Leven-ster. Dat is tegenwoordig in de supermarkt al de standaard en nog goedkoper ook. Zit er nu een verhaal achter over dierwelzijn, voeding, smaak waarmee je je duidelijk kunt onderscheiden dan koopt die consument wel dat duurdere stukje vlees”, ervaart Jan Broenink, voorzitter van Stichting Wroetstal.

Lees verder onder het Facebook-bericht

Door corona minder afzet naar horeca, maar meer naar slagers

Dat een deel van de consumenten bewuster bezig is met voeding en de herkomst ervan is te merken aan de belangstelling voor vlees vanuit de kleinere ketens. Ondanks de coronacrisis merken ketens als Frievar, Heyde Hoeve, Livar en Wroetvarkens toenemende belangstelling voor hun producten. De afzet via het horecakanaal was de afgelopen maanden ver onder peil, maar naar slagers groeit de afzet juist; een beweging die de horecadip een beetje compenseert.

“Als Livar opereren we al jaren in een nichemarkt en blijven we dat ook. We zien echter een duidelijke trend dat consumenten voor minder vlees gaan, maar wel eisen stellen op het gebied van dierwelzijn en smaak. Het is gewoon doodzonde als consumenten omwille van het beeld van de veehouderij stoppen met vlees eten. Als een consument wat te kiezen heeft, dan kiest hij bewuster en een bewuste consument is een kritische, maar ook een loyale consument”, vat Frank de Rond, algemeen directeur van Livar de markt samen.

Het is doodzonde als consumenten omwille van het beeld van de veehouderij stoppen met vlees eten

De vraag geldt trouwens niet alleen voor de Nederlandse markt, ook omringende landen weten ketenvlees te waarderen meldt Ben Bekhuis, verantwoordelijk voor marketing en sales bij Heyde Hoeve.

De toenemende belangstelling vanuit de vraagkant zorgt er nu voor dat ketens ruimte hebben voor nieuwe deelnemers. Er worden niet bij voorbaat bedrijven om bijvoorbeeld omvang uitgesloten. Het is maatwerk of een bedrijf wordt toegelaten, zowel voor de keten als voor de nieuwe toetreder.

Lees verder onder de Facebook-video

Samenwerking sleutel tot succes in kleine keten

Nu is de positieve markt voor de kleinere ketens niet vanzelfsprekend. Niet elk initiatief houdt stand. Eén varkenshouder kan voor zichzelf met een paar regionale of plaatselijke afnemers een leuke afzet genereren, maar zodra de afzet groeit, moet er meer productie bij komen.

Daar ligt de uitdaging volgens Cor van Doorn, mede-eigenaar van Frievar: “Een keten moet echt onderscheidend zijn, het gaat niet alleen om ‘het stickertje’. Vaak stranden goede ideeën omdat ze te kleinschalig zijn. Dat verhoogt de kosten. Daarnaast klinkt eigen afzet leuk, maar boeren hebben veelal te weinig kennis van vlees en de verwaarding daarvan.”

Centraal voor het succes van de ketens staat de samenwerking. En die gaat in de meeste gevallen ver. Zo hebben ketenbedrijven dezelfde genetica, mede door de keus voor een bepaald type vlees. Daarnaast wordt de inkoop van voer gecentraliseerd en ook werken ketenboeren met dezelfde dierenarts. “Dat zijn punten waar we als keten geen concessies op doen”, stelt De Rond.

Ook aan de afzetkant moet de samenwerking kloppen. Varkenshouders moeten een slachterij vinden die de meerwaarde van het concept ziet en wil uitdragen. Als zo’n partij eenmaal is gevonden, blijft de onderlinge relatie van belang. Onderling uitspreken wat goed gaat, maar zeker ook wederzijdse verbeterpunten bespreken, zorgt ervoor dat beide partijen weten wat ze aan elkaar hebben. Dat alles wordt door de ketens vast gelegd in protocollen en certificeringssystemen, zodat elke schakel in de keten aangesproken kan worden op zijn verantwoordelijkheid.

De kleinere ketens doen het goed, er is ruimte voor nieuwe varkenshouders. Livar nam half juni een nieuwe stal in gebruik. - Foto: Twan Wiermans
De kleinere ketens doen het goed, er is ruimte voor nieuwe varkenshouders. Livar nam half juni een nieuwe stal in gebruik. - Foto: Twan Wiermans

Meer belangstelling uit sector zelf

De varkenshouderij mag ondanks de coronacrisis nu al anderhalf jaar financieel goed draaien, een aantal varkenshouders kijkt toch anders naar de toekomst. Daarbij rijst op sommige bedrijven ook de vraag of ze op de huidige voet willen doorgaan. De publieke opinie speelt daarbij een behoorlijke rol.

“Wij merken dat varkenshouders meer nadenken over de toekomst. Vooruitgang is niet meer per sé groei, het gaat uiteindelijk om het rendement. Met dat in hun achterhoofd kijken ondernemers nu meer naar deelname in concepten’, ervaart Van Doorn.

Ook Livar, Heyde Hoeve, Wroetvarkens en Hamletz kunnen rekenen op interesse van collega-varkenshouders. “De varkensstapel zal naar verwachting verder krimpen, conceptketens zullen verder verticaliseren, waardoor er mogelijkheden zijn om te groeien als er geïnvesteerd wordt in onderscheid, duurzaamheid en milieu”, houdt Bekhuis varkenshouders voor.

Als deelnemende varkenshouder moet je ongeacht welke keten, de keten willen uitdragen

Instappen in een concept is volgens De Rond niet een kwestie van het ene varken eruit, het andere erin: “Onze varkenshouders hebben dezelfde genetica op stal, dezelfde voerleverancier en dierenarts en de stal moet aangepast worden aan de drie sterren Beter Leven-eisen. Daar moet je in willen meegaan en als deelnemende varkenshouder moet je ongeacht welke keten, de keten willen uitdragen.”

Alleen kiezen voor een keten om een beter rendement is volgens de ketenbeheerders onvoldoende. Ketens hebben inderdaad een beter rendement dan de reguliere bedrijven, omdat ze hogere opbrengsten en lagere kosten hebben door de samenwerking. “Maar het gaat om het totaalplaatje waarin je plaats en houding in de omgeving als ondernemer ook van belang is”, waarschuwt Broenink.

Snel delen