Duurzaamheidsmanagers Cecile Theunissen van Appèl (links). Jolanda Dings van Lamb Weston (midden) en Marianne van Keep van Verstegen (rechts).
In dit artikel
De rol van een duurzaamheidsmanager wordt steeds belangrijker. Hoe pak je de verduurzaming binnen je bedrijf aan? Waar liggen de grootste kansen? Drie duurzaamheidsmanagers delen hun inzichten.
Duurzaamheidsmanagers Jolanda Dings (Lamb Weston) en Marianne van Keep (Verstegen) en Cecile Theunissen (Appèl) delen een zevental inzichten om duurzame impact te maken.
1. Werk aan een toekomstbestendige organisatie
Marianne van Keep: “Jouw duurzaamheidsactiviteiten zullen uiteindelijk je ‘licence to operate’ worden. Met andere woorden: Als je niet in duurzaamheid investeert, dan verlies je langzaam je bestaansrecht. Daar ben ik heilig van overtuigd. Je ziet het nu al gebeuren met de CSRD: steeds meer van onze klanten gaan vragen aan ons stellen. En wij kunnen al die vragen beantwoorden, omdat we ons al vijftien jaar met de onderwerpen bezig houden. Maar hoe moet dat zijn voor de bedrijven die daar nog amper wat aan hebben gedaan? Maar het gaat verder dan alleen het verminderen van je impact. Transparantie draagt ook bij aan het verminderen van ondernemersrisico’s, zoals financiële risico’s, inkooprisico’s en verkooprisico’s. Daar geloof ik heel sterk in.”
2. Werk met een strategic-impactteam
Marianne van Keep: “Jarenlang heb ik als een soort spin in het web gefungeerd. Tot een aantal jonge collega’s aangaven: ‘Marianne zolang jij in je eentje met duurzaamheid bezig bent, slaan wij natuurlijk nog geen deuk in een pak boter. Dit moeten we met z’n allen aanpakken’. Toen hebben we een voorstel geschreven hoe we dit het beste kunnen aanpakken. Dat was de start van ons ‘strategic-impactteam’. Dit team bestaat uit jonge mensen die vanuit verschillende geledingen bezig zijn met de implementatie van de transitie. Ook alle leden van ons directieteam hebben hun duurzame doelstellingen en zijn verantwoordelijk voor de realisatie daarvan. Zelf ben ik chief sustainability-officer geworden. Ik werk nu op directieniveau en denk veel meer mee met het managementteam en met afdelingen, zoals finance, sales en operations. Ik faciliteer, stuur aan en help mensen hun doel te bereiken. Daarnaast zet ik me zowel intern als extern in om het verhaal te vertellen.”
3. Betrek zoveel mogelijk werknemers
Marianne van Keep: “Als duurzaamheidsmanager kun je het niet alleen. Het is heel belangrijk om zoveel mogelijk mensen bij je plannen te betrekken. Dat doe ik bijvoorbeeld door heel veel op de zeepkist te staan. Door heel veel te vertellen, te praten, mensen te motiveren, hen naar hun eigen ideeën te vragen en door successen te vieren. Al moet je wel realistisch blijven. Je kunt nooit iedereen meekrijgen. Je hebt altijd te maken met believers en non-believers. De believers staan al aan jouw kant en de non-believers zul je waarschijnlijk niet kunnen overtuigen. Maar daartussenin zit een hele grote groep mensen die je kunt meenemen in je verhaal. Daar moet je je pijlen op richten.”
Zorg voor goede interne communicatie waarmee je medewerkers bereikt
Jolanda Dings: “Het is belangrijk om alle managers en medewerkers bij de realisatie van je duurzame doelstellingen te betrekken. Zet een duidelijke strategie/duurzaamheidsagenda neer met concrete doelstellingen en KPI’s en vertaal deze top-down door. Zorg dat je duurzaamheidsplannen ook in agenda’s van de andere managers komen te staan, zodat zij op hun beurt hun teams kunnen activeren. Zorg voor goede interne communicatie waarmee je medewerkers bereikt. Hiervoor hebben wij tijdens de coronapandemie een intern programma ontwikkeld, ‘Changemakers’. Door middel van webinars in kleine groepen hebben we 50 collega’s getraind in drie jaar tijd om duurzaamheidsambassadeur te worden en zelf binnen hun eigen teams met het onderwerp aan de slag te gaan. Iedereen kan iets bijdragen aan je verduurzaming. Niet alleen collega’s van de afdeling productie of inkoop, maar ook van customer service door bijvoorbeeld het ondertekenen van exportdocumenten te digitaliseren. Maak het concreet en maak het persoonlijk.”
Breng in kaart waar je grootste impact ligt en focus hierop
Cecile Theunissen: “Er is bij ons best een gat tussen ons servicekantoor en onze locaties. Onze medewerkers werken echt bij onze opdrachtgevers op locatie, dus de onderwijsinstellingen en het bedrijfsleven. We vinden het heel belangrijk om hen mee te nemen in onze duurzaamheidsplannen. Daar gaan we de komende tijd extra op inzetten. We gaan veel meer uitleggen en veel meer handvatten geven om hen nog meer te mobiliseren, zodat ze het ook leuk gaan vinden om met duurzaamheid bezig te zijn. Natuurlijk zit er wel eens een weerstand, maar daar proberen we zo goed mogelijk mee om te gaan.”
4. Overtuig je eindgebruiker
Marianne van Keep: “Het niet alleen belangrijk om je medewerkers mee te krijgen, maar ook je klanten. In ons geval dus de consument. Hoe benader je die? Hoe bereik je die? En hoe overtuig je die? In ons geval is dat heel moeilijk. We kunnen geen grote (televisie)campagnes financieren en onze verpakkingen lenen zich er niet voor om hele verhalen te communiceren. Onze kruiden en specerijen vallen wel onder de ‘fast moving consumer goods’, maar mensen kopen onze producten te weinig om daadwerkelijk betrokken te worden.”
5. Zorg voor focus
Jolanda Dings: “Zorg voor focus. Begin met een duidelijke visie en strategie en formuleer een beperkt aantal doelstellingen. Kijk op welke gebieden jij de meeste impact kunt maken en maak dan duidelijke keuzes. Zorg ervoor dat de duurzaamheidsagenda onderdeel wordt van de centrale bedrijfsstrategie.”
Cecile Theunissen: “Breng in kaart waar je grootste impact ligt en focus hierop. Begin met kleine acties waar de meeste energie op zit. En zorg dat je je keuzes goed onderbouwt.”
6. Kijk naar de lange termijn
Cecile Theunissen: “Kijk naar de lange termijn. Duurzame investeringen zijn duurder, wordt er vaak gezegd. En is dat inderdaad meestal het geval. Maar uiteindelijk moeten we allemaal veranderen. Als je daar op tijd mee begint, dan kun je op den duur juist geld besparen. Bovendien helpt het je om snel en gemakkelijk te kunnen inspelen op nieuwe ontwikkelingen. Zo hebben wij bij Appèl bijvoorbeeld al heel vroeg, voordat de wetgeving eraan kwam, de plastic rietjes uit ons assortiment gehaald. We vonden dat we een slecht signaal afgaven door iets uit te delen dat heel vervuilend is en gemakkelijk vervangen kan worden. Hierdoor was het voor ons makkelijker om aan de SUP-wetgeving te voldoen.”
7. Begin nu!
Marianne van Keep: “Stel verduurzaming niet uit. Begin er nu mee. Hoe langer je wacht, hoe complexer, duurder en moeilijker het wordt. De nieuwe CSRD-wetgeving kan een beetje verlammend werken. Hoe kun je deze het beste oppakken? Maar het is een leerproces. Je hoeft niet vanaf dag één alles tiptop op orde te hebben. Begin klein. Maak kleine stappen en leer daarvan. Daarna kun je een vervolgstap zetten.”