Skip to content

Zo wordt de industrie voor kweekvlees langzaam volwassen

Welke stappen zetten landen in regelgeving voor kweekvlees? Hoe bereiden bedrijven zich voor op commercialisering van kweekvlees? En is de consumptie ervan toekomstmuziek?

Updated on:
Business
Achtergrond
Het hybride kweekvlees van GOOD Meat is - beperkt - verkrijgbaar in Singapore. - Foto: GOOD Meat

Het hybride kweekvlees van GOOD Meat is - beperkt - verkrijgbaar in Singapore. - Foto: GOOD Meat

Landen zetten stappen op gebied van regelgeving voor kweekvlees, bedrijven bereiden zich voor op commercialisering en de consumptie van kweekvlees is steeds minder alleen maar toekomstmuziek. Daarnaast denken organisaties na over waar en hoe kweekvlees geproduceerd moet worden. De industrie wordt langzaam volwassen en neemt alsmaar serieuzere vormen aan.

De vreugde was groot toen de Amerikaanse voedselautoriteit FDA vorig jaar groen licht gaf voor het kweekvlees van Upside Foods. FDA stelde ‘geen verdere vragen’ te hebben over de veiligheid van het product. Het wordt internationaal gezien als een belangrijke stap voorwaarts voor de productie en vermarkting van kweekvlees.

Daarnaast keurde Singapore recent een groeimedium zonder dierlijk serum goed voor commercieel gebruik. Ook dat ziet de sector als een belangrijk besluit voor het opschalen van de productie, lagere productiekosten en een duurzamer product.

Niet alleen op het gebied van regelgeving worden stappen gezet. Ook bedrijven zitten alles behalve stil en bereiden zich voor op commercialisering. De sector ontwikkelt zich tot serieuze vormen, waarbij het product niet langer verre toekomstmuziek is. Hoewel kweekvlees nu nog zeer beperkt beschikbaar is voor de consument, is de verwachting dat daar de komende jaren verandering in komt.

Wereldwijde gevolgen FDA-goedkeuring kweekvlees

Hoewel de goedkeuring van FDA, die overigens niet betekent dat het vlees direct de Amerikaanse markt op kan, misschien als ver weg klinkt, zal het wereldwijd gevolgen hebben. Dat zegt een woordvoerder van Cellular Agriculture Europe (CAE). CAE is de brancheorganisatie voor Europese bedrijven die zich bezig houden met ‘cellulaire landbouw’, waar kweekvlees onder valt.

Het groene licht maakt, in combinatie met stappen in andere landen, “duidelijk dat overheden over de hele wereld ‘racen’ om te profiteren van het potentieel van cellulaire landbouw”, aldus de brancheorganisatie. Die pleit echter wel voor het delen van kennis tussen de EU en landen daarbuiten. Ze zou dan ook graag zien dat de Europese voedselveiligheidsinstantie Efsa en FDA kennis over het regelgevingsproces uitwisselen.

Het ziet er niet naar uit dat kweekvlees zeer binnenkort op de Europese of Nederlandse markt te koop is. Er gaat een langdurig goedkeuringsproces aan vooraf. Bedrijven dienen dossiers in over de voedselveiligheid, die Efsa vervolgens beoordeelt. Na de beoordeling moeten de 27 EU-lidstaten stemmen over markttoelating. Al met al kan dit proces tot wel drie jaar duren. Op dit moment zijn er ook nog geen dossiers ingediend.

Samenwerkingen buiten EU voor eerste marktintroductie

Europese bedrijven richten zich veelal eerst op landen buiten de EU voor een eerste marktintroductie. Zo gingen de Nederlandse kweekvleesbedrijven Mosa Meat en Meatable afgelopen jaar allebei een samenwerking aan met het Singaporese Esco Aster. Dit bedrijf heeft ’s werelds enige productielocatie waar kweekvlees geproduceerd mag worden voor commercieel gebruik in Singapore.

De samenwerkingen zijn een belangrijke stap in het proces voor de Nederlandse bedrijven om hun producten uiteindelijk naar de markt te kunnen brengen. Meatable ging tevens een samenwerking aan met Love Handle, een Aziatische producent van plantaardige vlees- en zuivelvervangers, voor de ontwikkeling van hybride vleesproducten (met kweekvlees en plantaardige grondstoffen) voor de Singaporese markt.

De proefproductielocatie van SuperMeat in Tel Aviv. - Foto: SuperMeat
De proefproductielocatie van SuperMeat in Tel Aviv. - Foto: SuperMeat

Nieuwe bedrijven ondersteunen ontwikkeling sector

Dat markttoelating in de EU nog zeker enkele jaren zal duren, wil niet zeggen dat de sector hier daarom stilstaat. Volgens CAE krijgt de industrie in Europa meer en meer structuur. Er ontstaan, naast de kweekvleesbedrijven, nieuwe bedrijven die de ontwikkeling van de sector ondersteunen, bijvoorbeeld op het gebied van apparatuur, software en grondstoffen. Samenwerkingen tussen ondernemingen zorgen voor nieuwe kennis en innovaties.

Zo ontstonden afgelopen jaar samenwerkingen tussen onder andere het Belgische Peace of Meat en mycoproteïnebedrijf Enough, de Zwitserse supermarktketen Migros en het Israëlische kweekvleesbedrijf SuperMeat en tussen de Duitse pluimveevleesproducent PHW Group en SuperMeat. Europese bedrijven als Bluu (Duits bedrijf in gekweekte viscellen) en Meatable presenteerden hun eerste producten aan de buitenwereld.

Politieke ontwikkelingen rond kweekvlees

Ook op politiek vlak is er volgens de brancheorganisatie CAE over het algemeen het besef dat er noodzaak is voor een duurzamer voedselsysteem en de kansen die ‘cellulaire landbouw’ daarin biedt. Verschillende bedrijven ontvangen Europese subsidies. Bijzonder is de € 60 miljoen die de Nederlandse overheid uittrekt voor cellulaire landbouw. Het is de grootste investering ooit in dit thema door een nationale overheid. Het nieuws van vorig jaar werd met veel lof ontvangen door de sector.

In Nederland voeren verschillende ministeries tevens gesprekken met kweekvleesbedrijven over het toestaan van proeverijen. Het proeven is tot nu toe niet toegestaan. Door proeverijen mogelijk te maken, kunnen bedrijven de sensorische aspecten van kweekvlees beter verder ontwikkelen. Zo worden op allerlei vlakken, binnen en buiten de EU, stappen gezet voor het verder ontwikkelen van de kweekvleesindustrie. Doel hiervan is de kweekvleesproducten naar de consument te krijgen.


RESPECTfarms wil productie kweekvlees naar boerenbedrijven brengen

De Europese brancheorganisatie voor cellulaire landbouw is ervan overtuigd dat er een plek is voor kweekvlees in het voedselsysteem. Volgens de organisatie moeten bestaande boeren ‘de kans worden gegeven om naast conventionele productie nieuwe inkomstenstromen te smeden’. Een organisatie die daar volop op inzet is RESPECTfarms. Die start een haalbaarheidsonderzoek waarvoor het samen met partners € 900.000 investeert.

Het is een initiatief van Ira van Eelen, dochter van Willem van Eelen, de ‘grondlegger’ van het kweekvlees. Zij pleit voor een meer lokale productie van kweekvlees, in plaats van in grote, anonieme fabrieken. “Toen mijn vader onderzoek deed naar kweekvlees sprak hij al over het produceren van kweekvlees op boerenbedrijven. Dat onderzoek en dat idee zijn eigenlijk in de vergetelheid geraakt bij de bedrijven die nu met kweekvlees bezig zijn en dat is jammer.”

Het is volgens mij veel makkelijker om een kleinere fabriek heel vaak neer te zetten dan een hele grote een paar keer

Zo’n zes jaar geleden gebeurde er ineens veel op het gebied van kweekvlees, met name in de Verenigde Staten. “Het ging toen eigenlijk alleen maar over het zo snel mogelijk bouwen van grote fabrieken. Toen ik bij de bedrijven opperde dat het ook mogelijk is te kiezen voor lokale productie, keken ze me aan alsof ze water zagen branden.” Met RESPECTfarms wil Van Eelen laten zien dat kweekvlees heel goed op (voormalig) boerenbedrijven kan worden geproduceerd.

Een ontwerp van een boerenbedrijf waar kweekvlees kan worden geproduceerd. - Foto: RESPECTfarms
Een ontwerp van een boerenbedrijf waar kweekvlees kan worden geproduceerd. - Foto: RESPECTfarms

“Schaalbaarheid is een onderwerp dat belangrijk is in de sector. ‘Hoe kunnen we zo groot mogelijke fabrieken bouwen om de kostprijs omlaag te brengen’ is bij veel bedrijven de vraag. Maar het is volgens mij veel makkelijker om een kleinere fabriek heel vaak neer te zetten dan een hele grote een paar keer.”

Ik ben niet tegen grote fabrieken, maar kweekvlees wordt op deze manier wel een bunkerbegrip waar we weinig gevoel bij hebben

Van Eelen noemt de voordelen van boerenbedrijven voor kweekvleesproductie: genoeg ruimte, plek om groene energie op te wekken en de mogelijkheid om de voedingsstoffen te telen die nodig zijn voor de kweek. Ook de teelt van plantaardige grondstoffen om hybride producten te maken biedt mogelijkheden.

“We hebben nu een heel mooie kans om een nieuwe industrie te ontwerpen, waarbij we niet in oude patronen vallen van groot en industrieel. Begrijp me niet verkeerd, ik ben niet tegen grote fabrieken, maar kweekvlees wordt op deze manier wel een bunkerbegrip waar we weinig gevoel bij hebben.”

Aantonen dat lokale productie goed mogelijk is

Met haar organisatie wil Van Eelen aantonen dat lokale productie goed mogelijk is. De focus ligt eerst op het ontwikkelen van kennis en het verzamelen van cijfers. Ze noemt RESPECTfarms het liefst een onderzoeksproject. Het onderzoek is enerzijds om vragen van geïnteresseerde boeren te kunnen beantwoorden en anderzijds om een proefboerderij te kunnen starten. Die komt bij voorkeur in Nederland, of in ieder geval in Europa.

De beperkende Europese regelgeving voor kweekvlees houdt haar daar niet in tegen. “Nederland is een agrarische grootmacht. Als we een deuk in een pakje boter willen slaan, dan is het heel logisch om hier een kweekvleesboerderij op te zetten. En die proefboerderij is er niet vandaag of morgen. Over een tijd kan alles weer anders zijn.”

Lees ook: Kweekvlees straks naast de Limousin-koeien

Snel delen

Carolien Kloosterman
Carolien Kloosterman

Voormalig redacteur